ECLI:NL:RBAMS:2014:7007

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2014
Publicatiedatum
24 oktober 2014
Zaaknummer
AWB 14/6162
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ordemaatregel in bestuursrechtelijke procedure betreffende afschot van konijnen op Terschelling

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 23 oktober 2014 een ordemaatregel getroffen in een bestuursrechtelijke procedure. De stichting De Faunabescherming, verzoekster in deze zaak, had een verzoek ingediend om handhaving tegen de staatssecretaris van Economische Zaken, die eerder had besloten om geen handhavend optreden te verrichten tegen het afschot van konijnen in het duingebied van Terschelling. Dit besluit was door de staatssecretaris op 20 december 2013 genomen en later, op 15 september 2014, werd het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard.

Verzoekster heeft vervolgens beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om een ordemaatregel te treffen. Dit was noodzakelijk omdat er een risico bestond dat het afschot van konijnen in strijd zou zijn met de Flora- en Faunawet, en de gevolgen van een onterecht afschot niet ongedaan gemaakt konden worden.

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat Staatsbosbeheer tot aan de mondelinge behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening op 12 november 2014 geen beheers- en schadebestrijdende maatregelen mocht nemen ten aanzien van konijnen in het duingebied van Terschelling. De beslissing benadrukt dat deze ordemaatregel geen inhoudelijke beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening inhoudt, maar enkel een maatregel is om onomkeerbare schade te voorkomen. De beslissing is op 23 oktober 2014 gegeven door mr. P.H.A. Knol, in aanwezigheid van griffier mr. M. van Looij.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 14/6162

beslissing van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

de stichting Stichting De Faunabescherming,te Amstelveen, verzoekster
(gemachtigde: A.P. de Jong),
en
de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder
(gemachtigde: mr. J.E.W. Tieleman).

Als derde-partij neemt aan het geding deel: Staatsbosbeheer

(gemachtigde: mr. H. van der Burg).

Procesverloop

Bij besluit van 20 december 2013 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek om handhaving van verzoekster afgewezen.
Bij besluit van 15 september 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij fax van 22 oktober 2014 heeft verzoekster de voorzieningenrechter gevraagd een ordemaatregel te treffen.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), voor zover hier van belang, kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt, op verzoek een voorlopige voorziening worden getroffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Indien onverwijlde spoed dit vereist en partijen niet in hun belang worden geschaad, kan de voorzieningenrechter op grond van artikel 8:83, vierde lid, van de Awb uitspraak doen zonder toepassing van het eerste lid. Ten aanzien van het onderhavige verzoek om een ordemaatregel te treffen beslist de voorzieningenrechter met toepassing van deze bepaling.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de weigering handhavend op te treden tegen beheer en schadebestrijding ten aanzien van konijnen (
Oryctolagus cuniculus) in het duingebied van het Waddeneiland Terschelling, gehandhaafd.
4. Nadat de rechtbank aan partijen heeft bericht dat de geplande behandeling van het verzoek op 23 oktober 2014 geen doorgang kon vinden, heeft verzoekster bij fax van 22 oktober 2014 verzocht een ordemaatregel te treffen. Deze ordemaatregel zou er toe moeten strekken dat de afschot door Staatsbosbeheer van konijnen in het duingebied van Terschelling wordt stilgelegd tot aan de mondelinge behandeling van het verzoek op 12 november 2014.
5. Vooruitlopend op de inhoudelijke juridische beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening ziet de voorzieningenrechter aanleiding de gevraagde ordemaatregel te treffen. Daarvoor is uitsluitend bepalend dat, indien zou blijken dat de toegestane afschot van konijnen in strijd is met de Flora- en Faunawet, de gevolgen van die afschot niet meer teniet gedaan kunnen worden. Voorts blijkt uit het dossier dat Staatsbosbeheer de met de afschot beoogde beheers- en schadebestrijdende maatregelen kan laten plaatsvinden in de periode van september tot en met februari, derhalve gedurende zeven maanden. De periode waarover deze ordemaatregel wordt getroffen, te weten, bijna drie weken, is in relatie daarmee relatief beperkt en overzichtelijk. Gezien de korte duur van de ordemaatregel, gaat het belang van het tegengaan van een onomkeerbare situatie boven het belang tot het nemen van beheers- en schadebestrijdende maatregelen in die periode.
6. Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter de ordemaatregel treffen zoals door verzoekster is gevraagd en bepalen dat het Staatsbosbeheer tot aan de mondelinge behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening op 12 november 2014 wordt verboden beheers- en schadebestrijdende maatregelen te nemen ten aanzien van konijnen in het duingebied van Terschelling.
7. Ter voorlichting van partijen wordt benadrukt dat deze beslissing geen juridisch inhoudelijke beoordeling betreft van het verzoek om een voorlopige voorziening en dus evenmin een voorlopig oordeel is over de rechtmatigheid van de besluiten van verweerder.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
-treft de ordemaatregel dat het Staatsbosbeheer tot aan de mondelinge behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening op 12 november 2014 wordt verboden beheers- en schadebestrijdende maatregelen te nemen ten aanzien van konijnen in het duingebied van Terschelling;
- gelast verweerder toe te zien op de naleving van deze ordemaatregel;
- bepaalt dat deze ordemaatregel vervalt indien het verzoek om voorlopige voorziening wordt ingetrokken;
- houdt iedere verdere beslissing aan met betrekking tot het verzoek om voorlopige voorziening, geregistreerd onder zaaknummer AMS 14/6162.
Deze beslissing is gegeven op 23 oktober 2014 door mr. P.H.A. Knol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. van Looij, griffier, en bekendgemaakt door verzending aan partijen op de hieronder vermelde datum.
de griffier
de voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.