Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[naam eiser 1],
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 november 2013;
- de akte overlegging producties van [eiser 1] en [eiser 2];
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 30 april 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 12 augustus 2014, met de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
andereoverheden die verband houden met de sanering van het onderhavige perceel. Bovendien willen zij er ook van verzekerd zijn dat na het totstandkomen van de onderhavige overeenkomst niet
opnieuwvan overheidswege een saneringsverplichting wordt opgelegd. (…). Zoals besproken zijn cliënten bereid om deze vrijwaringsverplichting voor toekomstige saneringskosten in tijd te beperken tot 5 jaren na het sluiten van deze overeenkomst. (…)”
3.Het geschil
- i) te verklaren voor recht dat Boekel jegens hen toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verbintenissen uit hoofde van de met hen gesloten overeenkomsten van opdracht;
- ii) veroordeling van Boekel tot betaling van de door [eiser 1] en [eiser 2] geleden schade, nader op te maken bij staat;
- iii) veroordeling van Boekel in de proceskosten en nakosten.