Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
[eiser 1]
[eiser 2]
[eiser 3]
[eiser 4]pro se en in hoedanigheid van haar minderjarige kind
,
[eiser 5]wonende te [plaats]
[eiser 6]
[eiser 7]
[eiser 9]wonende te [plaats]
[eiser 10]wonende te [plaats]
11.[eiser 11]
wonende te [plaats]
12.[eiser 12]
wonende te [plaats]
eisers
VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden
Vordering en verweer
a. € 7.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 oktober 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
b. € 847,00 ter zake van buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 oktober 2012;
c. de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het vonnis en de nakosten.
Beoordeling
Het enkele feit dat de vervoerder aan zijn onderhoudsverplichting heeft voldaan en dat het technische mankement niet tijdens het verrichten van dit onderhoud is geconstateerd, is daartoe onvoldoende (zie in gelijke zin het voornoemde arrest van het Gerechtshof Amsterdam d.d. 6 december 2011). Dat uit veiligheidsoverwegingen is teruggekeerd, maakt het voorgaande ook niet anders. Niet in lijn met het Wallentin-arrest en met de daarin genoemde voorbeelden is om (alle) onverwacht optredende technisch mankementen als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening aan te merken.
BESLISSING
€ 600,00 vanaf 12 juni 2013 (passagier 8), over € 600,00 vanaf 31 mei 2013 (passagier 9), over € 1.800,00 vanaf 31 juli 2013 (passagiers 10, 11 en 12) tot aan de voldoening;
verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het
vonnis heeft plaatsgevonden en de vervoerder niet binnen 14 dagen na aanschrijving
vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing,
inclusief btw;