artikel III (Roosterkenmerken) en artikel IV onder (5) en (6) van bijlage 3D luiden als volgt:
“
III ROOSTERKENMERKEN
(1) Algemeen
Roosterkenmerken geven de randvoorwaarden aan die bij de vaststelling van een basisrooster, bij wijziging van het persoonlijk rooster en bij dienstruiling in acht moeten worden genomen.
(2) Algemene roosterkenmerken
a. Werktijd
De werktijd in een dienst bedraagt ten minste 7 en ten hoogste 10 uur. Voor werk-
nemers in deeltijd bedraagt de werktijd ten minste 3 uur.
De werktijd in een nachtdienst bedraagt ten hoogste 8 uur.
De werktijd in een supervroege dienst bedraagt ten hoogste 7 uur.
Een basisrooster moet - berekend over de roosterlengte - gebaseerd zijn op een
gemiddeld 5-daagse werkweek die uit gemiddeld 40 werkuren bestaat. Voor werk-
nemers in deeltijd wordt het gemiddelde aantal werkuren per week berekend naar
rato van hun deeltijdpercentage. De minimale werktijd van 3 uur is niet van toepassing op bij de KLM werkzame uitzendkrachten.
Meerdere opkomsten per dag zijn uitgesloten.
b. Inkorten/verlengen van diensten
Met inachtneming van de onder a genoemde maximum resp. minimum werktijden
kan de KLM - zowel bij als na de totstandkoming van het basisrooster - de werktijd
in een dienst als volgt verlengen resp. inkorten.
1. Afgezien van de supervroege dienst kan verlenging of inkorting alleen plaats
vinden, indien de bedrijfsdrukte daartoe aanleiding geeft.
2. In geval van een benodigde verlenging moet de werktijd in een of meer andere diensten dienovereenkomstig worden ingekort.
3. In geval van een benodigde inkorting (daaronder begrepen een supervroege dienst) moet
- hetzij de werktijd in een of meer andere diensten dienovereenkomstig worden verlengd voor zover de bedrijfsdrukte daartoe aanleiding geeft,
- hetzij de inkorting ten laste worden gebracht van het saldo extra rust (tot ten hoogste 32 uur per kalenderjaar), met dien verstande dat deze inkorting 1 uur of een veelvoud daarvan moet bedragen. Voor werknemers in deeltijd wordt genoemd maximum berekend naar rato van hun deeltijdpercentage.
Indien de bedrijfsdrukte geen aanleiding geeft tot verlenging van de werktijd in een andere dienst en het saldo extra rust niet toereikend is voor het verrekenen van de inkorting, kan de KLM niettemin de werktijd in een dienst inkorten. Deze inkorting wordt alsdan niet elders verrekend.
4. Ingekorte en verlengde werktijden in diensten worden eventueel in het basisrooster vermeld, doch in ieder geval in het persoonlijk rooster.
c. Reeks
Het aantal opeenvolgende diensten in een reeks bedraagt ten minste 2 en ten hoogste 7. Voor werknemers in deeltijd kan een reeks uit 1 dienst bestaan.
Het aantal wisselingen per reeks bedraagt ten hoogste 2.
d. Nachtdienst/supervroege dienst
Het totale aantal nachtdiensten en/of supervroege diensten bedraagt over een periode van 12 maanden ten hoogste 87, waarbij het totale aantal supervroege diensten ten hoogste 32 bedraagt.
Overeenkomstig punt IV. 5 kan van deze maxima worden afgeweken.
e. Reservedienst
Het aantal reservediensten in een basisrooster bedraagt - berekend over de roosterlengte - gemiddeld ten hoogste 0,75 per week.
Reservediensten worden bij de bekendmaking van het persoonlijk rooster omgezet
in benoemde diensten. Deze diensten moeten voorkomen in het basisrooster.
Reservediensten zijn bedoeld voor de opvang van te verwachten bedrijfsverstoringen en/of structurele afwijkingen in het geplande arbeidsverzuim. Reservediensten
mogen niet worden gebruikt als extra (dubbele) diensten om eventuele afwezigheid
door arbeidsverzuim, verlof enz. op te vangen. De volgende factoren zijn belangrijk voor het hanteren van reservediensten.
- Een reservedienst wordt altijd omgezet in een benoemde dienst.
- Indien een reservedienst wordt omgezet in een nachtdienst, worden de vergoedingen niet aangepast; indien de praktijk echter uitwijst dat regelmatig een reservedienst moet worden omgezet in een nachtdienst, moet een representatief aantal reserve-nachtdiensten in het basisrooster worden opgenomen.
t. Rusttijd/pauzetijd
1. De pauzetijd voor diensten met een aanwezigheidstijd van meer dan 41/2 uur
bedraagt ten minste ½ uur. De pauzes worden ingedeeld in de periode tussen
2 uur na aanvang en 2 uur voor het einde van de dienst.
2. De ononderbroken rusttijd tussen twee opeenvolgende diensten bedraagt ten
minste 12 uren. Na het verrichten van arbeid in een nachtdienst welke eindigt
na 01.00 uur, of in een supervroege dienst, bedraagt de ononderbroken rusttijd
ten minste 14 uren.
De KLM en de werknemersorganisaties kunnen na een desbetreffend verzoek
van de bedrijfsleiding en/of de groepscommissie in overleg een afwijking van
de rusttijd tussen twee diensten toestaan. Deze afwijking kan gelden voor de
basis- en persoonlijke roosters. De dagelijkse rusttijd dient in geval van een
dergelijke afwijking minimaal 11 uren te bedragen (in de persoonlijke roosters
lx per aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren in te korten tot 8 uur).
3. De ononderbroken rusttijd per week bedraagt ten minste 36 uren. De rusttijd
wordt in de regel binnen deze week toegekend of - indien dit niet het geval is
- in ieder geval in de loop van de 3 etmalen direct voorafgaand aan de op
komsttijd van de eerste dienst in de betreffende week.
In het kader van de Arbeidstijdenwet zullen de KLM en de werknemersorganisaties nader overleg voeren over verruiming van bovenstaande regeling.
4. De rusttijd direct na een reeks van 2 nachtdiensten bedraagt ten minste 47
uren. De rusttijd na een reeks van 3 of meer elkaar opvolgende diensten, die
zijn gedefinieerd als een supervroege, een superavond- of een nachtdienst, bedraagt ten minste 48 uur.
g. Vrije weekenden
Een vrij weekend bestaat in de regel uit de combinatie zondag en zaterdag, doch in
dien de bedrijfsdrukte daartoe aantoonbaar aanleiding geeft, kan een vrij weekend
incidenteel ook bestaan uit de combinatie zondag en maandag.
Een Vrij weekend Vangt aan uiterlijk na de superavonddienst eindigend op de eerste weekenddag en loopt door tot 06.00 uur op de dag volgend op de tweede weekenddag.
Het aantal vrije weekenden bedraagt per periode van 12 maanden ten minste 17.
E.e.a. is niet van toepassing op werknemers in deeltijd die specifiek zijn aangesteld
om vooral gedurende weekenden werkzaamheden te verrichten.”
En
“IV(…..)
(5) Afwijking van de CAO
Aangezien bij de toepassing van punt III naar verwachting niet in alle gevallen bedrijfseconomisch en sociaal verantwoorde basisroosters kunnen worden gerealiseerd, zal het in dergelijke situaties noodzakelijk zijn van de CAO af te wijken.
Indien de bedrijfsleiding en de groepscommissie (of één van beide) afwijking van de CAO noodzakelijk achten, wordt hierover in overleg tussen de KLM en de werknemersorganisaties zo spoedig mogelijk een beslissing genomen. Een goedgekeurde afwijking geldt voor de looptijd van een basisrooster, tenzij anders wordt aangegeven.