Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1],
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
1.[naamloze vennootschap],
[gedaagde 1],
1.De procedure
2.Het beroep van [gedaagde 1] op zijn verschoningsrecht van advocaat
- er is sprake van een sterk vermoeden van samenspanning bij vermogensonttrekking en verhaalsbenadeling en van het optreden als advocaat met het oog op het eigen belang om openstaande declaraties betaald te krijgen;
- de cliënten van [naamloze vennootschap] hebben geen enkel rechtens relevant belang bij geheimhouding (de rechtspersonen [bedrijf 3] en [bedrijf 4] zijn bovendien failliet en hebben aldus geen ander belang dan het belang van de boedel);
- het belang van de cliënten is juist gediend met het achterhalen van de volledige waarheid;
- alle relevante personen (vertegenwoordigers van cliënten van [naamloze vennootschap]) hebben zonder enig voorbehoud als getuigen verklaard;
- [gedaagde 1] heeft zelf (in processtukken, fax aan curatoren, tijdens de comparitie in de pauliana-procedure) al allerlei verklaringen afgelegd, standpunten ingenomen, stellingen geponeerd en curatoren mogen hem toch minst genomen vragen deze onder ede te bevestigen.
- het enkele feit dat [gedaagde 1] zelf procespartij is geldt niet als voldoende bijzondere omstandigheid;
- dat cliënten van [gedaagde 1]/[naamloze vennootschap] geen enkel rechtens relevant belang hebben bij geheimhouding is ook geen reden om het verschoningsrecht te beperken;
- dat [gedaagde 2], [naam 1] en [naam 2] al vrijwillig een verklaring hebben afgelegd (en dus geen gebruik hebben gemaakt van hun afgeleide verschoningsrecht) is ook geen reden om het verschoningsrecht te beperken; bovendien komen de verklaringen van de getuigen niet op alle punten overeen;
- ontslag van de verschoningsgerechtigde uit de geheimhoudingsplicht (door cliënt) doet niet af aan de bevoegdheid van de verschoningsgerechtigde om zich op zijn verschoningsrecht te beroepen en hieruit volgt dat een eigen belang van de cliënten bij geheimhouding niet noodzakelijk is;
- ook het feit dat cliënt niet meer bestaat (failliet is) is niet relevant.
3.De beoordeling
4.De beslissing
22 oktober 2014voor uitlating curatoren of zij [gedaagde 1] als getuige willen doen horen of dat het getuigenverhoor aan hun zijde gesloten kan worden.