Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van [eiseressen gezamenlijk], met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van Deutsche Bank, met producties,
- het tussenvonnis van 22 januari 2014 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 12 juni 2013, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
- een kredietfaciliteit verstrekt door Coöperatieve Rabobank Kromme Rijnstreek (Rabobank) bestaande uit een rekening-courant krediet en een drietal leningen; en
- een kredietfaciliteit verstrekt op 2 januari 2006 door ABN Amro Bank N.V. (ABN Amro).
- i) een rekening-courant krediet ten bedrage van maximaal € 200.000,--
- ii) een 8-jarige lening van € 1.486.000,--, af te lossen in één bedrag op 1 april 2019, tegen een rente van 4,00% per jaar
- iii) een 13-jarige lening ten bedrage van € 1.200.000,--, af te lossen in 156 opeenvolgende maandelijkse termijnen met ingang van 11 mei 2011, tegen een rente van 4,00% per jaar (deze lening en de onder (ii) genoemde lening worden samen de Vaste Renteleningen genoemd);
- iv) een 13-jarige EURIBOR lening ten bedrage van € 2.084.000,--, af te lossen in 156 opeenvolgende maandelijkse termijnen met ingang van 1 mei 2011, tegen een eenmaands EURIBOR rente vermeerderd met een opslag van 2,20% per jaar; en
- v) een 3-jarige EURIBOR lening ten bedrage van € 1.450.000,--, af te lossen in één bedrag op
- i) een 5-jarige EURIBOR lening met EIB rentekorting ten bedrage van € 60.000,-- af te lossen ineens op 1 juli 2016, tegen een driemaands EURIBOR rente vermeerderd met een opslag van 1,70% per jaar;
- ii) een 5-jarige EURIBOR lening ten bedrage van € 700.000,-- af te lossen in 15 opeenvolgende driemaandelijkse termijnen met ingang van 1 oktober 2012, tegen een driemaands EURIBOR rente vermeerderd met een opslag van 2,20% per jaar; en
- iii) een verhoging van het rekening-courant krediet met € 50.000,-- (derhalve tot € 250.000,--), op dezelfde voorwaarden als genoemd in Kredietovereenkomst II.
Voorwaarden voor continuering en uitbreiding
Zorgplicht
Bij voortijdige opzegging door de klant wordt rekening gehouden met de specifieke situatie van elke individuele klant. Deutsche bank houdt hierbij expliciet rekening met klanten waarbij langere commitments van kracht zijn (…) Deutsche Bank kan echter geen generieke toezeggingen doen omdat de feiten en omstandigheden per klant kunnen verschillen (…)
- Dat Deutsche Bank in het kader van de beëindiging van de kredietrelatie met [eiseressen gezamenlijk] de door [eiseressen gezamenlijk] gestelde zekerheden zal vrijgeven, tegen algehele voldoening door [eiseressen gezamenlijk] van hetgeen Deutsche Bank van hem te vorderen heeft blijkens de door haar op te stellen aflosnota;
- Dat van de algehele voldoening is uitgezonderd het bedrag van € 323.074,--, waarvan [eiseressen gezamenlijk] de verschuldigdheid betwist;
- Dat ABN Amro bank zich jegens Deutsche Bank garant stelt voor de betaling hiervan, tot een bedrag van (50% ervan) € 161.537,--
- Dat [eiseressen gezamenlijk] de verschuldigdheid van de aflossingsvergoeding inzet zal maken van een aanhangig te maken procedure.
3.Het geschil
in conventie
primairvoor recht te verklaren dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om [eiseressen gezamenlijk] de aflossingsvergoeding te laten betalen;
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
Deutsche Bank liet immers in verband daarmee weten dat zij in de komende periode afscheid zou nemen van een deel van haar klanten, dat zij voor [eiseressen gezamenlijk] niet langer de geschikte bank was en dat zij contact zou opnemen om de overgang naar een andere bank te bespreken. Kort en goed kwam het er op neer dat Deutsche Bank twee jaar na de overkomst van Rabobank niet langer de ‘huisbankier’ van [eiseressen gezamenlijk] wilde zijn. Van genoemde positieve grondhouding was geen sprake meer.