ECLI:NL:RBAMS:2014:6491

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 september 2014
Publicatiedatum
6 oktober 2014
Zaaknummer
CV EXPL 14-19308
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid Nederlandse rechter in geschil over parkeerretributie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap KAV ConnectCar B.V. en het Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen, vertegenwoordigd door ACCS International B.V. De zaak betreft een parkeerretributie die is opgelegd aan ConnectCar voor het parkeren zonder geldig parkeerbewijs in Antwerpen op 1 augustus 2011. ConnectCar betwistte de rechtsmacht van de Nederlandse rechter en voerde aan dat de zaak niet onder de Nederlandse jurisdictie valt, maar onder de rechtbanken van Antwerpen moet worden behandeld, zoals vermeld in het retributiereglement van de Stad Antwerpen.

De kantonrechter oordeelde dat de retributie moet worden beschouwd als een besluit van een overheidsorgaan, waartegen bezwaar en beroep mogelijk zijn. ConnectCar had echter niet onderbouwd dat er geen rechtsmiddelen voor haar openstonden. De rechter concludeerde dat er geen bezwaar was gemaakt tegen de retributie en dat de bezwaartermijn inmiddels was verstreken, waardoor de retributie formele rechtskracht heeft gekregen. Dit betekent dat de procedure enkel gericht was op het verkrijgen van een executoriale titel voor de retributie, wat de Nederlandse rechter bevoegd maakt volgens de EEX-verordening.

De vordering van ConnectCar om de kantonrechter zich onbevoegd te verklaren werd afgewezen. ConnectCar werd veroordeeld in de kosten van het incident, en de zaak werd verwezen naar de rolzitting voor repliek aan de zijde van eiseres. De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in civiele zaken die voortvloeien uit buitenlandse retributies, mits aan de voorwaarden van de EEX-verordening wordt voldaan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 3225976 CV EXPL 14-19308
vonnis van: 22 september 2014
481

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e
De rechtspersooon naar buitenlands recht Gemeentelijk Autonoom Parkeerbedrijf Antwerpen, h.o.d.n. GAPA
gevestigd te Antwerpen, België
eiseres in de hoofdzaak/verweerster in het incident
gemachtigde: ACCS International B.V.
t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KAV ConnectCar B.V.

gevestigd te Amsterdam
gedaagde in de hoofdzaak/eiseres in het incident
nader te noemen: ConnectCar
gemachtigde: mr. J.B. Floor

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- de dagvaarding van 20 juni 2014 met producties;
- antwoord met producties, tevens de incidentele vordering van ConnectCar tot onbevoegdheid;
- antwoord in het incident;
- dagbepaling vonnis in het incident.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

In het incident
1.
ConnectCar vordert dat de kantonrechter zich onbevoegd verklaart, nu de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft.
2.
ConnectCar heeft aangevoerd dat de zaak zou gaan om het parkeren zonder geldig parkeerbewijs in Antwerpen op 1 augustus 2011. Volgens eiseres is ConnectCar een parkeerretributie verschuldigd (van € 23,-, vermeerderd met € 5,50 administratiekosten), onder toepassing van het geldend retributiereglement van de Stad Antwerpen. Blijkens dat reglement zijn “ingeval van betwisting de rechtbanken van Antwerpen bevoegd”. Eiseres zou dus haar vordering moeten indienen bij de rechtbanken te Antwerpen en niet bij de kantonrechter in Amsterdam.
3.
Voorts heeft de Nederlandse rechter geen rechtsmacht, nu het geen burgerlijke zaak betreft in de zin van de Wet RO. Het gaat om een belastingzaak. Verwezen wordt naar de artikelen 42, 43 en 44 Wet RO, alsook artikel 229 jo 231 Gemeentewet.
4.
Ook als gekeken wordt naar de EEX-verordening (Verordening (EG) nr 44/2001) moet volgens ConnectCar de conclusie zijn dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is; het gaat hier niet om een burgerlijke zaak, doch om een fiscale heffing van de Stad Antwerpen. Daarbij betwist ConnectCar dat haar een (toereikend) rechtsmiddel heeft opengestaan, c.q. dat daaraan toepassing is gegeven op een wijze die voldoet aan de vereisten die daaraan gesteld mogen worden, zoals de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de vereisten van artikel 6 EVRM.
5.
Eiseres heeft aangevoerd dat de Nederlandse rechter wel bevoegd is, nu het gaat om de incasso van retributies. Op die grond gaat het hier om een burgerlijke zaak in de zin van artikel 1 van de EEX-verordening. Eiseres verwijst hierbij naar twee uitspraken van de Rechtbank Oost Brabant uit 2013.
6.
De kantonrechter overweegt als volgt.
7.
Naar het oordeel van de kantonrechter dient de retributie van 1 augustus 2011 te worden beschouwd als een besluit van een overheidsorgaan, waartegen bezwaar en beroep kan worden ingesteld. ConnectCar heeft welswaar aangevoerd dat er voor haar geen (toereikend) rechtsmiddel heeft open gestaan, doch dat heeft zij niet op enigerlei wijze verder onderbouwd. Veeleer moet uit de voorhanden zijnde gegevens worden afgeleid dat tegen de retributie wel degelijk bezwaar en beroep mogelijk is. Uit de aan ConnectCar afgegeven retributie (dagvaarding productie 2) blijkt dat men zich tot eiseres kan wenden voor vragen of informatie, terwijl de website van eiseres (
www.parkereninantwerpen.be) uitdrukkelijk wijst op de mogelijkheid van bezwaar (en bij afwijzing daarvan) verzet bij de rechtbank. Op het bestaan van deze website is ConnectCar in elk geval in de aanmaning van eiseres d.d. 26 januari 2012 gewezen. De kantonrechter gaat ervan uit dat de verwijzing in artikel 15 van het retributiereglement naar de bevoegdheid van de rechtbanken van Antwerpen ziet op het in te stellen verzet.
8.
Mede gelet op het verweer van ConnectCar moet het er voor worden gehouden dat er tegen de retributie geen bezwaar is gemaakt én dat de bezwaartermijn inmiddels is verstreken. Dat betekent dat aan de retributie van 1 augustus 2011 formele rechtskracht toekomt. Op deze grond betreft de onderhavige procedure (slechts) het verkrijgen van een executoriale titel met betrekking tot de onderhavige retributie tot doel en dat betekent dat het een burgerlijke zaak betreft in de zin van artikel 1 EEX-verordening. Deze verordening maakt de Nederlandse burgerlijke rechter bevoegd. Nu ConnectCar gevestigd is in Amsterdam, betekent dit dat de kantonrechter te Amsterdam bevoegd is van de vordering kennis te nemen en daarop te beslissen.
9.
De vordering in het incident zal daarom worden afgewezen.
10.
ConnectCar wordt gelet op de uitkomst van de procedure veroordeeld in de kosten van het incident.

BESLISSING

De kantonrechter:
in het incident
wijst de vordering af;
veroordeelt ConnectCar in de kosten van het incident, aan de zijde van eiseres begroot op € 30,- aan salaris van de gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rolzitting van 20 oktober 2014 voor repliek aan de zijde van eiseres;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 september 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter