2.14.Bij brief van 19 september 2013 heeft [gedaagde 2] op briefpapier van de Stichting aan de houders van door haar ten behoeve van het project Opera Living uitgegeven obligaties het volgende geschreven, voor zover hier van belang:
“Langs deze weg willen wij u nader informeren over de huidige stand van zaken met betrekking tot het project Opera Living.
(…)
1. Verkoopsom uit overeenkomst (…)
De gebudgetteerde verkoopprijs voor het vastgoed bedroeg tussen EUR 13.000.000 en EUR 15.500.000 (…). De gerealiseerde verkoopprijs bedroeg (…) EUR 16.750.000 (minus een korting van EUR 150.000). (…)
2. Totale financiering van FGH Bank (…)
Naast het obligatiekapitaal van EUR 3.200.000 hebben wij geld aangetrokken van FGH Bank (…). In totaal hebben wij EUR 12.000.000 geleend.
Het initiële geleende bedrag van FGH Bank bedroeg EUR 9.500.000. FGH verbond aan de lening de voorwaarde dat een swap-arrangement zou worden afgesloten.
Medio april 2011 hebben wij het leningsbedrag met EUR 2.500.000 verhoogd. (…) Wij hebben de voorwaarden van FGH Bank geaccepteerd, inclusief een zogenaamde “exitfee” ten gunste van FGH Bank (…).
Op 18 april 2013 hebben wij de definitieve eindafrekening ontvangen van FGH Bank. In totaal bedroeg de eindafrekening niet EUR 12.000.000 maar EUR 14.895.865. Dit is EUR 2.895.865 hoger dan destijds begroot. Dit verschil komt door de volgende extra kosten:
Exitfee van EUR 500.000. Een exit fee is een vergoeding die verschuldigd is bij afloop van de lening. (…)
Bijgeschreven rente van EUR 527.561. (…) de verschuldigde rente zou worden toegevoegd aan de lening. (…)
Achterstand Swap van EUR 1.352.023. Een renteswap wordt aangegaan om een renterisico te verkleinen. Opera Living heeft haar variabele rente omgezet naar een vaste rente van 4,61% (plus 200 basispunten opslag). (…) Ten tijde van het afsluiten van de swap was de verwachting dat de rente gelijk zou blijven of zou stijgen. Zoals u weet is de rentestand, als gevolg van de financieel economische crisis, sterk gedaald. Dat betekent dat wij het verschil tussen de vaste en de variabele rente moeten betalen. Op de datum van de eindafrekening bedroeg dit in totaal EUR 1.352.023.
(…)
Negatieve waarde Swap van EUR 475.000. Als gevolg van de lage rentestand op de datum van de eindafrekening had de Swap een negatieve waarde (…).
(…)”