Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
[rekeningnummer]”.
EUR 50.000,- op de beleggingsrekening ontvangen. Die betaling heeft (ook) als extra mededeling: “[rekeningnummer, rechtbank]
[rekeningnummer]”.
[rekeningnummer]”
’ ‘4 participaties*s a e50.000’ ‘fti trading conform afspraak’”
3.Het geschil
4.De beoordeling
19 februari 2013, zodat op 17 april 2013, zijnde datum van de brief waarmee [eiser] de verjaring heeft willen stuiten, de vordering van [eiser] reeds was verjaard. Binckbank wordt hierin niet gevolgd. Anders dan Binckbank stelt, blijkt uit de overgelegde stukken namelijk dat mr. Pelle, namens [eiser], bij faxbericht 20 mei 2008 (zie 2.15) Binckbank nogmaals heeft gesommeerd tot betaling van het in de brief van 18 februari 2008 vermelde bedrag. De relevante verjaringstermijn is dus niet gaan lopen op 18 februari 2008, maar op 21 mei 2008, zodat met de brief van 17 april 2013 de verjaring door [eiser] binnen vijf jaar en dus tijdig is gestuit.
12 oktober 2005 heeft gegeven, wel het doel van die storting [eiser]’
‘4 participaties*s a e50.000’ ‘fti trading conform afspraak) en wijkt de hoogte van het daarbij gestorte bedrag (EUR 200.000,-) ook duidelijk af van de eerder door [eiser] verrichte stortingen. Naar aanleiding daarvan heeft Alex Beleggersbank [naam 1] en [eiser] uitgenodigd voor een gesprek, welk gesprek vervolgens op
25 oktober 2005 heeft plaatsgevonden. Bij brief van 1 november 2005 heeft Alex Beleggersbank vervolgens de bankrelatie met [naam 1] per 1 december 2005 beëindigd (zie 2.12). Uit het voorgaande blijkt dat Alex Beleggersbank onverwijld na de storting op 12 oktober 2005 tot onderzoek is overgegaan en dat zij ook onverwijld nadat zij op 25 oktober 2005 van de beleggingsactiviteiten van [naam 1] in strijd met de Wft op de hoogte raakte, tot het beëindigen van de bankrelatie met [naam 1] is overgegaan. Anders dan door [eiser] aangevoerd, is hier naar het oordeel van de rechtbank niet sprake van een situatie waarbij Alex Beleggersbank in strijd met haar bijzondere zorgplicht jegens [eiser] de activiteiten van [naam 1] op zijn beloop heeft gelaten en [eiser] onnodig heeft blootgesteld aan de risico’s ‘die de Wft beoogt uit te sluiten’. Toen Alex Beleggersbank met de activiteiten van [naam 1] op de hoogte raakte heeft zij, zoals door Binckbank onvoldoende weersproken aangevoerd, immers onverwijld de bankrelatie met [naam 1] beëindigd. De slotsom is daarom dat [eiser] onvoldoende heeft onderbouwd dat Alex Beleggersbank, althans Binckbank, onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld. De vorderingen van [eiser] kunnen daarom niet slagen en dienen te worden afgewezen.
4.000,00(2,0 punt × tarief EUR 2.000,00)