Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 december 2013, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 12 maart 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 8 juli 2014 met de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
De Koopprijs van € 155.000,- (…) wordt met inachtneming van het hierna bepaalde vermeerderd met een nabetaling (earn-out betaling), gelijk aan 30% van de gecumuleerde netto winst van de Vennootschap over de kalenderjaren 2008, 2009 en 2010, zoals deze netto winst blijkt uit de jaarrekeningen van de Vennootschap over het boekjaar 2008, 2009 en 2010. Deze nabetaling wordt gesteld op een minimumbedrag van € 105.000,- (…) en op een maximumbedrag van € 210.000,- (…) over de jaren 2008, 2009 en 2010. Indien de gecumuleerde netto winst over de jaren 2008, 2009 en 2010 derhalve minder bedraagt dan € 350,000,- (…) ontvangt de Koper van de Verkoper desondanks een bedrag van € 105.000,- (…), zijnde tenminste € 35.000,- (…) per jaar. Indien de gecumuleerde netto winst over de jaren 2008, 2009 en 2010 meer bedraagt dan een bedrag van € 700.000,- (…), zal de Koper slechts rechten kunnen doen gelden op een bedrag van maximaal € 210.000,- (…), zijnde ten hoogste € 70.000,- (…) per jaar.”
(…) Ingeval geen overeenstemming wordt bereikt over het bedrag van de earn-out betaling, wordt dit bedrag vastgesteld door de accountant van de Verkoper, de accountant van de Koper en een onafhankelijke accountant tezamen, aan te wijzen door de Verkoper en de Koper gezamenlijk.”
lening earn-out regeling conform overeenkomst 07.03.2008”
(…) Terzake van de vaststelling van de verschuldigde earn-out betaling was er slechts één geschilpunt tussen partijen, namelijk het al dan niet treffen van een reorganisatievoorziening op de balans van[bedrijf 1]per 31 december 2010 ter grootte van € 129.970,- (…) Helaas is er in voornoemde bespreking geen overeenstemming tussen de accountants van partijen en ondergetekende gekomen (…). Wel kan ik u terzake informeren over mijn mening in deze, onder verwijzing naar het vermelde in de terzake relevante artikelen.(…) Deze artikelen stellen voorwaarden aan het treffen van een reorganisatievoorziening waaraan in casu niet is voldaan. RJ [(...)] [aanduiding van een richtlijn van de Raad voor de Jaarverslaggeving, rechtbank] zegt zelfs letterlijk dat “in een reorganisatievoorziening dienen slechts die kosten te worden opgenomen die direct met de reorganisatie te maken hebben, dus die: als gevolg van de reorganisatie noodzakelijk zijn; en niet in verband staan met de doorlopende activiteiten van de rechtspersoon”. In het vervolg wordt nader toegelicht welke kosten hiermee worden bedoeld, daaronder bevinden zich ook de kosten van bijvoorbeeld marketing. De door partij [naam 2] aan mij ter beschikking gestelde specificatie van de reorganisatievoorziening, behelst voornamelijk dit soort kosten.
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.788,00(2 punten × tarief € 894,00)