ECLI:NL:RBAMS:2014:6292

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 september 2014
Publicatiedatum
26 september 2014
Zaaknummer
HA RK 13-336
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executoriale verkoop van aandelen en de rol van de deurwaarder in het civiele recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 september 2014 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure met betrekking tot de executoriale verkoop van aandelen in de vennootschap Jupiter. De verzoeker, Macquarie Bank Limited, had eerder toestemming gekregen om de aandelen van Juno in Jupiter te verkopen, maar de verkooptermijn was meerdere keren verlengd. Macquarie verzocht de rechtbank om de aandelen onderhands aan zichzelf te verkopen voor een symbolisch bedrag van EUR 1 per aandeel, of om de aandelen openbaar te verkopen. De rechtbank oordeelde dat de deurwaarder belast zou worden met de uitvoering van de verkoop en dat deze de aandelen onderhands mocht verkopen, met de mogelijkheid van openbare verkoop indien nodig. De rechtbank benadrukte dat de deurwaarder de voorwaarden voor de verkoop zou vaststellen en dat Juno verplicht was om alle relevante informatie te verstrekken die nodig was voor de waardering en verkoop van de aandelen. De rechtbank wees het verzoek van Macquarie om de aandelen voor EUR 1 aan zichzelf te verkopen af, maar bevestigde dat de deurwaarder de verkoop zou coördineren. Daarnaast werden de verzoeken van de Coöperatie en [verweerster 4] pro forma aangehouden in afwachting van de verkoop. Juno werd veroordeeld in de proceskosten van Macquarie, die tot dat moment waren begroot op EUR 1.493,00.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/552465 / HA RK 13-336, C/13/556376 / HA RK 13-411 en C/13/556379 / HA RK 13-412
Beschikking van 11 september 2014
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
MACQUARIE BANK LIMITED,
gevestigd te Sydney (Australië),
verzoekster in de zaak met nummer C/13/552465 / HA RK 13-336,
advocaat mr. B.F.H. Rumora-Scheltema te Amsterdam,
tegen
1. de vennootschap naar buitenlands recht
JUNO HOLDINGS S.A.R.L.(voorheen Juno Holdings N.V.)
gevestigd te Luxemburg,
verweerster in de zaken met nummer C/13/552465 / HA RK 13-336, C/13/556376 / HA RK 13-411 en C/13/556379 / HA RK 13-412,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JUPITER HOLDINGS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verweerster in de zaak met nummer C/13/552465 / HA RK 13-336,
advocaat mr. M. Deckers te Amsterdam,
en
3. de coöperatie
[verweerster 3],
gevestigd te [plaats],
verweerster in de zaak met nummer C/13/552465 / HA RK 13-336 en tevens verzoekster in de zaak met nummer C/13/556379 HA RK 13-412,
4.
[verweerster 4],
wonende te [plaats] ([land])
verweerder in de zaak met nummer C/13/552465 / HA RK 13-336 en tevens verzoeker in de zaak met nummer C/13/556376 / HA RK 13-411,
advocaat mr. J.K.A. van Loo te Amsterdam.
Partijen zullen hierna ook Macquarie, Juno, Jupiter, de Coöperatie en [verweerster 4] worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen van Macquarie, ingekomen ter griffie op 23 oktober 2013;
  • de tussenbeschikking van 28 november 2013, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
  • het verzoekschrift met bijlagen van de Coöperatie, ingekomen ter griffie op 20 december 2013;
  • het verzoekschrift met bijlagen van [verweerster 4], ingekomen ter griffie op 20 december 2013;
  • het verweerschrift met bijlagen van Macquarie tegen de Coöperatie, ingekomen ter griffie op 21 januari 2014;
  • het verweerschrift met bijlagen van Macquarie tegen [verweerster 4], ingekomen ter griffie op 21 januari 2014;
  • een aanvulling dan wel wijziging van het verzoek van Macquarie, ingekomen ter griffie op 4 april 2014;
  • het verweerschrift van Juno en Jupiter, ingekomen ter griffie op 14 april 2014;
  • het verweerschrift tevens voorwaardelijk tegenverzoek met bijlagen van [verweerster 4] en de Coöperatie, ingekomen ter griffie op 15 april 2014;
  • de brief van 16 april 2014 van gerechtsdeurwaarder [naam 1] van het beslagleggende deurwaarderskantoor [naam kantoor] (thans: [naam kantoor]);
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 17 april 2014;
  • de brief van 14 mei 2014 van de zijde van Macquarie.
1.2. De beschikking is bepaald op heden. Partijen zijn van de gewijzigde beschikkingsdatum op de hoogte gesteld.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 11 november 2010 in de zaak met nummer 462191/HA RK 10-567 (hierna: ook de oorspronkelijke procedure) is Macquarie toegestaan over te gaan tot onderhandse dan wel openbare executoriale verkoop en levering van de ten laste van Juno in executoriaal beslag genomen aandelen in Jupiter en wel tot uiterlijk 11 november 2011. Deze termijn is bij beschikking van 8 december 2011 verlengd tot 11 november 2012.
2.2.
Bij beschikking van 10 januari 2013 is de termijn nogmaals verlengd tot 11 november 2013. In deze beschikking heeft de rechtbank bepaald dat deze termijn niet langer zal worden verlengd. Tegen dit oordeel van de rechtbank is Macquarie in hoger beroep gekomen. Bij beschikking in hoger beroep van 18 juni 2013 is bepaald dat deze termijn, indien nodig, op verzoek van Macquarie wederom door de rechtbank kan worden verlengd, waarbij geldt dat dit verzoek de rechtbank uiterlijk op 11 november 2013 dient te bereiken.
2.3.
Macquarie heeft in de oorspronkelijke procedure verklaard pas tot verkoop en levering van de aandelen in Jupiter over te gaan nadat in cassatie in haar voordeel is beslist (rechtsoverweging 5.4 van de beschikking van 11 november 2010). Op 13 september 2013 is in cassatie in het voordeel van Macquarie beslist.
2.4.
Op 21 november 2013 hebben [verweerster 4] en de Coöperatie eveneens executoriaal beslag laten leggen op alle door Juno gehouden aandelen in Jupiter.
2.5.
Jupiter, Juno en de Coöperatie behoren tot een groep vennootschappen waarvan [verweerster 4] (indirect) bestuurder en grootaandeelhouder is.

3.De verzoeken

Het verzoek van Macquarie
3.1.
Macquarie verzoekt, na wijziging dan wel aanvulling van haar verzoek, de rechtbank bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. [verweerster 4] en de Coöperatie in hun verzoeken op grond van artikel 474g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) niet ontvankelijk te verklaren, althans hun verzoeken af te wijzen;
subsidiair
II. [verweerster 4] en de Coöperatie te bevelen alle informatie, zoals onder 12 van het aanvullend verzoek omschreven, omtrent hun gestelde posities als crediteuren van Jupiter (
de rechtbank begrijpt: Juno)binnen een door de rechtbank te bepalen termijn over te leggen;
primair en subsidiair
III. Jupiter te bevelen alle informatie, zoals onder 22 van het aanvullend verzoek omschreven, binnen een door de rechtbank te bepalen termijn over te leggen;
IV. te bepalen dat het Macquarie is toegestaan de aandelen in Jupiter onder aanwezigheid van de deurwaarder die op de voet van artikel 474 Rv van de verkoop proces-verbaal zal opstellen, onderhands aan zichzelf te verkopen voor een bedrag van EUR 1 per aandeel; dan wel
V. te bepalen dat het Macquarie is toegestaan de aandelen in Jupiter openbaar te verkopen, onder aanwezigheid van de deurwaarder, die van de verkoop proces-verbaal zal opmaken met bepaling dat (i) Macquarie tevens als bieder en koper van de aandelen in Jupiter zal kunnen optreden en (ii) dat deze openbare verkoping kan geschieden zonder bemoeienis van een deskundige en (iii) dat Macquarie kan volstaan met publicatie van de openbare verkoping in een Nederlands landelijk gelezen dagblad, onder verwijzing naar de jaarrekening van Jupiter zoals gedeponeerd in het handelsregister; en
VI. te bepalen dat de verkooptermijn – zoals bepaald onder 3 van de beschikking van 18 juni 2013 – zal worden verlengd tot 11 november 2014, met dien verstande dat deze termijn opnieuw op tijdig verzoek van Macquarie kan worden verlengd;
VII. de beslissing op de hiervoor onder IV en V gedane verzoeken aan te houden tot op het onder III verzochte zal zijn beslist en, bij toewijzing, inzage en inzicht in als beoogd is verkregen;
VIII. met veroordeling van Juno in de kosten van deze procedure.
3.2.
Macquarie legt het volgende aan haar verzoek ten grondslag. Bij beschikking van 11 november 2010 heeft de rechtbank beslist dat de executie van de aandelen in Jupiter
mogelijk is door onderhandse dan wel openbare verkoop. Er bestaat echter geen enkel zicht op de waarde van de aandelen in Jupiter. Dit wordt mede veroorzaakt door het gebrek aan beschikbare gegevens over de onderneming. Daarnaast blijkt uit het door Macquarie overgelegde uittrekstel van de Kamer van Koophandel in Australië dat een van de meest waardevolle dochtervennootschap(pen), te weten [naam vennootschap] (hierna: [naam vennootschap]), is onttrokken aan het vermogen van Jupiter. Macquarie beschikt niet over andere informatie omtrent de waarde van de onderneming van Jupiter dan de laatste gedeponeerde jaarrekening . Macquarie heeft Juno verzocht om informatie te verstrekken, echter Juno heeft aan dat verzoek geen gevolg gegeven. Bij voorkeur wil Macquarie van haar bevoegdheid tot onderhandse verkoop van de aandelen Jupiter gebruik maken door de aandelen zelf voor een bedrag van EUR 1 per aandeel te kopen. Vervolgens zal Macquarie dan haar positie als aandeelhouder van Jupiter aanwenden om haar vordering van AUD 16 miljoen, te vermeerderen met kosten en rente, te incasseren. Indien de rechtbank mocht oordelen dat Macquarie niet onder die condities de aandelen in Jupiter zelf mag kopen, zal Macquarie een openbare verkoping organiseren als genoemd onder 3.1. onder V, met dien verstande dat in het geval er geen biedingen zijn die de vordering van Macquarie overstijgen, Macquarie zelf een bod op de aandelen zal uitbrengen, aldus steeds Macquarie.
De verzoeken van De Coöperatie en [verweerster 4]
3.3.
De Coöperatie en [verweerster 4] verzoeken ieder afzonderlijk de rechtbank te bepalen:
  • i) dat, en binnen welk termijn, tot verkoop en overdracht van de door haar in beslag genomen aandelen van Juno in Jupiter kan worden overgegaan, en op welke wijze en onder welke voorwaarden deze verkoop zal dienen plaats te vinden;
  • ii) dat toestemming wordt verleend om, indien nodig, de verkoop met behulp van nader aan te wijze derden te mogen uitvoeren;
  • iii) dat Juno wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, zulks met bepaling dat daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van veertien dagen na de te geven beschikking.
3.4.
De Coöperatie en [verweerster 4] leggen – kort weergegeven – het volgende aan hun verzoek ten grondslag. Verzoekers hebben executoriaal beslag gelegd op alle door Juno gehouden aandelen in Jupiter op grond van in executoriale vorm verleden grossen van twee notariële aktes van 14 november 2013. Op grond van deze aktes bedraagt de vordering van de Coöperatie op Juno US$21.649.313,00 en de vordering van [verweerster 4] op Juno US$19.134.601,00, beide hoofdsommen te vermeerderen met rente en kosten. De Coöperatie en [verweerster 4] wensen over te gaan tot verkoop en overdracht van de aandelen in Jupiter. Volgens de Coöperatie en [verweerster 4] kan verkoop van de aandelen – met inachtneming van alle wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding en overdracht van de aandelen en het bepaalde in artikel 474g lid 4 Rv – met de meeste kans op de hoogste opbrengst geschieden, door de aandelen eerst bij openbare verkoop aan te bieden en, indien zulks niet tot de verwachting van een genoegzame executieopbrengst mocht leiden, door middel van onderhandse verkoop aan te bieden, aldus steeds de Coöperatie en [verweerster 4].
3.5.
Partijen voeren verweer tegen elkaars verzoeken. Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij beschikking van 11 november 2010 heeft deze rechtbank Macquarie toestemming verleend om de aandelen van Juno in Jupiter onderhands dan wel via executoriale verkoop binnen een jaar na de datum van de beschikking, derhalve uiterlijk 11 november 2011, te verkopen. De rechtbank heeft daarbij geoordeeld dat Macquarie de wettelijke en statutaire bepalingen ter zake vervreemding van aandelen, met uitzondering van de in artikel 8 van de statuten van Jupiter opgenomen blokkeringsregeling, in acht dient te nemen en dat voor de aandelen geen prospectus beschikbaar hoeft te worden gesteld. De rechtbank heeft de beslissing tot verlenging van de verkooptermijn, alsmede tot benoeming van een deskundige aangehouden tot uiterlijk 11 november 2011. Hierna is de verkooptermijn tweemaal verlengd tot 11 november 2013. Bij verzoekschrift van 23 oktober 2013 heeft Macquarie aangegeven tot het vervolgen van de executie over te willen gaan. Macquarie heeft haar verzoek bij akte van 4 april 2014, zoals hiervoor onder 3.1 weergegeven, aangevuld dan wel gewijzigd.
Ten aanzien van het beslag van Macquarie
4.2.
Verweerders, te weten de Coöperatie, [verweerster 4], Juno en Jupiter voeren allereerst aan dat Macquarie niet-ontvankelijk is in haar verzoek, althans dat haar verzoek moet worden afgewezen omdat het niet-tijdig is ingediend waardoor het door Macquarie gelegde beslag is komen te vervallen. Verweerders voeren hiertoe aan dat het verzoekschrift van 23 oktober 2013 geen vervolg is op de eerdere beschikkingen van 11 november 2010, 8 december 2011 en 10 januari 2013. Het betreft een geheel nieuw verzoek. Dit blijkt uit het feit dat in het verzoekschrift van 23 oktober 2013 geen enkele keer wordt verwezen naar de oorspronkelijke procedure en dat het verzoek van 23 oktober 2013 door de rechtbank onder een nieuw zaaknummer in behandeling is genomen. Daarnaast verzoekt Macquarie in het laatste verzoekschrift niet om verlenging van de verkooptermijn en een beslissing inzake een benoeming van een deskundige, de twee punten waarover in de beschikking van 11 november 2010 nog niet was beslist, maar verzoekt Macquarie de rechtbank het verzoek tot verkoop van de in beslag genomen aandelen in zijn geheel opnieuw te beoordelen. Nu Macquarie de verkoop van de aandelen op een andere wijze wenst uit te voeren dan waarvoor zij bij eerder beschikking toestemming kreeg, dient het verzoek van 23 oktober 2013 als een geheel nieuw verzoek te worden gezien. Dit houdt in dat Macquarie de rechtbank tot op heden geen verlenging van de verkooptermijn heeft gevraagd. Het gevolg hiervan is dat de toestemming tot verkoop van de aandelen zoals in de oorspronkelijke procedure is verleend alsmede het beslag uit 2010 zijn komen te vervallen, aldus steeds verweerders.
4.3.
In geschil is of het verzoekschrift van 23 oktober 2013 dient te worden aangemerkt als een nieuw verzoek of dat het een voortzetting betreft van de oorspronkelijke procedure. Uit de inhoud van het verzoekschrift en de toelichting daarop ter zitting is voldoende duidelijk af te leiden dat Macquarie voortzetting van de procedure met zaaknummer 462191/HA RK 10-567 heeft beoogd. Dat aan dit verzoek een nieuw zaaknummer is toegewezen maakt dit niet anders. Dat de bewoordingen van het verzoekschrift van 23 oktober 2013 niet naadloos op de oorspronkelijke procedure aansluiten en nieuwe verzoeken zijn gedaan met betrekking tot de wijze en voorwaarden van verkoop heeft er niet toe geleid, althans dat is onvoldoende gesteld en gebleken, dat verweerders in hun belangen zijn geschaad. Het verzoek richt zich op de verdere invulling van de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de verkoop en overdracht van de aandelen dient plaats te vinden als bedoeld in artikel 474g lid 3 Rv. Het verweer gaat aldus niet op.
Ten aanzien van het verzoek van Macquarie
4.4.
De regeling in 474g Rv is erop gestoeld dat de rechtbank op verzoek de wijze en voorwaarden voor de verkoop vaststelt, dat wil zeggen zich bezighoudt met de procedurele kant van het verkoopproces, ten einde te waarborgen dat de aandelen tegen een zo hoog mogelijke prijs kunnen worden verkocht. De inhoudelijke kant, waaronder de waardebepaling van de aandelen en verdere uitvoering en afwikkeling van de verkoop, behoort in beginsel tot het takenpakket van gerechtsdeurwaarder. Dat zich een uitzondering op deze regel voordoet is niet gesteld of gebleken. De deurwaarder moet worden geacht, eventueel voorzien van de door hem ingeroepen hulp van een deskundige, op deze taken berekend te zijn en deze naar behoren te kunnen vervullen. Dat de deurwaarder zijn taak onafhankelijk, behoorlijk en zorgvuldig verricht is met voldoende waarborgen omkleedt. De gerechtsdeurwaarder is een openbare ambtenaar, bij koninklijk besluit benoemd (artikel 4 lid 1 Gerechtsdeurwaarderswet, hierna: Gdw) om bepaalde in de wet omschreven ambtshandelingen te verrichten, waaronder de onderhavige verkoop (artikel 2 lid 1 sub e Gdw). Deurwaarders staan onder toezicht van het Bureau Financieel Toezicht (artikel 30 lid 1 Gdw) en zijn onderworpen aan tuchtrechtspraak (34 lid 1 Gdw).
Deurwaarder [naam 1] van het de door Macquarie aangewezen deurwaarderskantoor [naam kantoor], dan wel een door hem aan te wijzen vervangende deurwaarder, zal met de uitvoering van de verkoop worden belast. De deurwaarder zal de leiding dienen te nemen bij de onderhandse dan wel openbare verkoop. Hij dient de verdere voorwaarden voor die verkoop vaststellen. Indien hij dat nodig acht zal hij zich kunnen laten bijstaan door een deskundige op het terrein van verkoop en prijsbepaling van aandelen.
4.5.
De rechtbank heeft, in tegenstelling tot hetgeen Juno en Jupiter hierover in hun verweerschrift stellen, in haar beschikking van 11 november 2010 niet reeds beslist dat een deskundige zal worden benoemd. De rechtbank heeft deze beslissing tot op heden aangehouden. De rechtbank zal evenwel niet tot de benoeming van een deskundige overgaan, omdat zoals hiervoor is overwogen de deurwaarder met de uitvoering van de verkoop zal worden belast.
4.6.
Alle partijen hebben belang bij een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst. Teneinde dit belang zo goed mogelijk te dienen zal de rechtbank bepalen dat de deurwaarder de aandelen onderhands kan verkopen. De praktijk leert dat een onderhandse verkoop veelal tot de hoogste prijs leidt. Mocht een onderhandse procedure niet tot verkoop en overdracht leiden dan zullen de aandelen openbaar verkocht kunnen worden.
Juno dient haar medewerking aan de verkoop te verlenen. Zij dient binnen de verzochte termijn aan de deurwaarder op diens verzoek alle voor de waardering en verkoop van de aandelen relevante (financiële) gegevens betreffende Jupiter ter beschikking te stellen. De deurwaarder zal, desgewenst ondersteund door een deskundige (zie onder 4.4 laatste zin), moeten bepalen welke informatie door Juno dient te worden verstrekt en - indien de deurwaarder dat met het oog op de vertrouwelijkheid van stukken nodig oordeelt - welke beschermingsmaatregelen dienen te worden getroffen ten einde de belangen van de bij verkoop betrokken partijen zo goed mogelijk te behartigen.
4.7.
De deurwaarder zal met de verdere uitvoering van de verkoop worden belast. Het verzoek van Macquarie aan de rechtbank om te bepalen dat het haar is toegestaan de aandelen in Jupiter onderhands voor een bedrag van 1 euro per aandeel aan zichzelf te verkopen zal dus worden afgewezen. Verweerders hebben verzocht te bepalen dat Macquarie de aandelen niet mag kopen. Ook dit verzoek wordt om voormelde reden afgewezen. Wie de aandelen uiteindelijk tegen welke prijs zal kunnen kopen is afhankelijk van het verkoopproces en de daaraan door de deurwaarder te verbinden verdere voorwaarden.
4.8.
Het voorschot in verband met de door de deurwaarder te maken kosten aangaande de verkoop van de aandelen, waaronder mede begrepen de kosten van een eventueel door de deurwaarder in te schakelen deskundige, dienen door Macquarie als executant te worden voldaan. Zij kan deze kosten te zijner tijd als executiekosten verhalen op de opbrengst.
4.9.
Het verzoek van Macquarie aangaande toepassing van artikel 22 Rv zal worden afgewezen. De informatie moet worden verstrekt aan de deurwaarder en dus wordt op andere wijze aan het verzoek tegemoet gekomen.
Ten aanzien van de verzoeken van de Coöperatie en [verweerster 4]
4.10.
Macquarie heeft betwist dat de vorderingen waarvoor de Coöperatie en [verweerster 4] beslag hebben gelegd daadwerkelijk bestaan. Uit de door de Coöperatie en [verweerster 4] overgelegde stukken, waaronder de twee notariële aktes, de volmacht van Juno aan haar advocaat te Curaçao, de “Converteerbare Obligaties” van 6 december 2012 en het overzicht van alle betalingen van Juno aan de Coöperatie en [verweerster 4] blijkt evenwel voldoende dat de Coöperatie en [verweerster 4] vorderingen op Juno hebben. Op de aandelen rusten aldus meerdere rechtsgeldig gelegde beslagen. Hoewel artikel 458 Rv niet uitdrukkelijk op executoriaal beslag op aandelen in een besloten vennootschap van toepassing is verklaard, zal de rechtbank de hierin vervatte regeling aangaande cumulatie van beslagen analoog toepassen. Dit betekent dat de aandelen kunnen worden verkocht door de beslaglegger die het oudste executoriale beslag heeft gelegd, te weten Macquarie. De opbrengst van de verkoop moet worden verdeeld onder de beslagleggers. Dit geschiedt op de wijze als geregeld in de artikelen 480 tot en met 490d Rv.
4.11.
De rechtbank zal de verzoeken ex 474g Rv van de Coöperatie en [verweerster 4] pro forma aanhouden met verwijzing naar de parkeerrol in afwachting van de afwikkeling van de verkoop op het verzoek van Macquarie.
Ten aanzien van het verzoek van Juno en Jupiter
4.12.
Het verzoek van Juno en Jupiter om de beslissing niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren wordt afgewezen omdat het niet voldoende is onderbouwd.
4.13.
De rechtbank ziet aanleiding om Juno te veroordelen in de proceskosten van Macquarie tot op heden begroot op EUR 589,00 aan griffiekosten en EUR 904,00 (2 punten tarief II) aan salaris advocaat.
4.14.
Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
inzake het verzoek van Macquarie C/13/552465 / HA RK 13-336
5.1.
wijst aan [naam 1], gerechtsdeurwaarder bij het gerechtsdeurwaarderskantoor [naam kantoor], dan wel een door hem aan te wijzen vervangende deurwaarder verbonden aan dit kantoor, als deurwaarder met de executie belast,
5.2.
bepaalt dat de deurwaarder de aandelen onderhands kan verkopen. Indien op deze wijze geen verkoop tot stand komt, kan openbare verkoop plaatsvinden.
5.3.
bepaalt dat de deurwaarder nadere voorwaarden en procedureregels met betrekking tot de verkoop kan vaststellen ten einde een zo hoog mogelijke opbrengst te verkrijgen,
5.4.
bepaalt de termijn waarbinnen de verkoop en overdracht van de aandelen Jupiter dient plaats te vinden op één jaar na heden,
5.5.
bepaalt dat Juno haar medewerking aan de verkoop van de aandelen dient te verlenen,
5.6.
draagt Juno op om op het eerste verzoek van de deurwaarder binnen 14 dagen aan hem ter beschikking te stellen alle naar het oordeel van de deurwaarder voor de waardering en verkoop van de aandelen relevante (financiële) gegevens betreffende de vennootschap,
5.7.
bepaalt dat de deurwaarder aan potentiële kopers van de aandelen inzage zal geven in de hiervoor onder 5.6 bedoelde gegevens, indien en voor zover deze (tijdig) aan hem ter beschikking zijn gesteld,
5.8.
veroordeelt Juno in de proceskosten van Macquarie, tot op heden begroot op EUR 589,00 aan griffierecht en EUR 904,00 aan salaris advocaat,
5.9.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.10.
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht,
inzake de verzoeken van de Coöperatie C/13/556379 / HA RK 13-412 en [verweerster 4] C/13/556376 / HA RK 13-411
5.11.
houdt de beslissing op de verzoeken aan en verwijst de zaak naar de (interne) parkeerrol voor rekesten van 8 oktober 2015 voor akte uitlating voortprocederen, dan wel doorhaling van de zaak.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. van der Veen en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2014.