In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening (TRP) door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De rechtbank Amsterdam heeft op 17 september 2014 uitspraak gedaan in deze zaak, waarin eiser valse documenten heeft ingediend. De rechtbank concludeert dat eiser opzettelijk valse documenten heeft opgemaakt, waaronder vervalste formulieren en stempels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvragen van eiser niet tijdig zijn ingediend en dat de SVB niet in verzuim is geweest om te beslissen. Eiser heeft verschillende brieven ingediend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat niet aannemelijk is dat deze aanvragen daadwerkelijk zijn ingediend op de door eiser gestelde data. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft ook verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar dit verzoek is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onredelijk gebruik van procesrecht en heeft geoordeeld dat eiser in de kosten van de procedure moet worden veroordeeld, maar omdat er geen kosten zijn gemaakt door de SVB, is dit verzoek niet toewijsbaar. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.