ECLI:NL:RBAMS:2014:6186

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 september 2014
Publicatiedatum
23 september 2014
Zaaknummer
13/730033-13 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweld, voorhanden hebben van vuurwapens en opzetheling van een auto

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 september 2014 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweld, het voorhanden hebben van drie vuurwapens, waaronder twee pistoolmitrailleurs, en het medeplegen van opzetheling van een auto. De verdachte werd op 14 november 2013 aangehouden na een achtervolging met een gestolen Volkswagen Golf GTI, waarin vuurwapens en andere inbrekerswerktuigen werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met medeverdachten, opzettelijk voorwerpen voorhanden had die bestemd waren voor het plegen van een misdrijf, en dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de diefstal van de auto, omdat het bewijs daarvoor ontbrak. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 36 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat de verdachte en zijn medeverdachten met zware vuurwapens en inbrekerswerktuigen op pad waren, wat een grote impact op de maatschappij kan hebben. De rechtbank vond het belangrijk om een langdurige vrijheidsbenemende straf op te leggen, gezien de ernst van de misdrijven en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/730033-13 (Promis)
Datum uitspraak: 4 september 2014
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
opgegeven verblijfadres [adres, te plaats],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring “[locatie]” te [plaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 augustus 2014.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. H. Oppe en van wat verdachte en zijn raadsman mr. M.L. van Gessel naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 november 2013 tot en met 14 november 2013 te Amsterdam en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, ter voorbereiding van het met anderen of een ander te plegen misdrijf van moord en/of doodslag en/of diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging, in elk geval een misdrijf waarop een gevangenisstraf van tenminste 8 jaren is gesteld, opzettelijk een (gestolen) auto (met valse/duplicaat kentekenplaten) en/of drie, in elk geval een of meer, (vuur)wapen(s) (een Walther pistool en twee Skorpion machine pistolen, waarvan een doorgeladen) en/of twee, in elk geval een of meer, breekijzer(s) en/of twee, in elk geval een of meer, vuisthamer(s) en/of een of meer handschoen(en) en/of een of meer pet(ten) en/of een of meer (donkere) kledingstuk(ken) en/of een of meer (plastic) (shopper)tas(sen), bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 14 november 2013 te Amsterdam en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer wapen(s) van categorie II, te weten een (doorgeladen en voor onmiddellijk gebruik gereed) pistoolmitrailleur (Zastava 84 Skorpion 7.65 mm Browning, met [serienummer 1]) en/of een pistoolmitrailleur (CZ 61 Skorpion 7.65 mm Browning, met [serienummer 2]), en/of een of meer wapen(s) van categorie III, te weten een pistool (Walther P99 .380 Auto (synoniem voor 9mm x 17 of 9mm Kort), oorspronkelijk 9mm P.A.K., met [serienummer 3]), en/of munitie van categorie III, te weten 17 patronen (.32 Auto (synoniem voor 7.65 mm Browning), volmantelrondneus) en/of 12 patronen (7.65 mm Browning en/of 9mm x 17 (synoniem 9mm Kort), volmantelrondneus) en/of 10 patronen (Sellier & Bellot 9mm x 17 of 9mm Kort, volmantelrondneus), voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 2 november 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto (Volkswagen Golf GTI met (origineel) [kenteken 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door voornoemde afgesloten personenauto open te breken en/of te forceren en/of met een (valse) transponderchip en/of (valse) knipsleutel te openen en/of (vervolgens) (met voornoemde (valse) knipsleutel) voornoemde personenauto te starten en/of (vervolgens) weg te rijden, in elk geval door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een of meer valse sleutel(s);
subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 november 2013 tot en met 14 november 2013 te Amsterdam en/of Arnhem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een personenauto (Volkswagen Golf GTI met (origineel) [kenteken 1]) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans
redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf, verkregen goed(eren) betrof.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Vrijspraak van het onder 3 primair ten laste gelegde
De rechtbank is – met de officier van justitie en de raadsman – van oordeel dat de onder 3 primair ten laste gelegde diefstal van de personenauto niet bewezen is, wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Verdachte dient daarvan te worden vrijgesproken.
4.2
Bewezenverklaring ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank is – met de officier van justitie en anders dan de raadsman – van oordeel dat de onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard, op grond van de bewijsmiddelen die in de aan dit vonnis gehechte bijlage zijn opgenomen. De rechtbank acht bewezen dat verdachte:
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
op 14 november 2013 in Nederland, ter voorbereiding van het met anderen te plegen misdrijf van diefstal met geweld en/of afpersing in vereniging, opzettelijk een gestolen auto met valse kentekenplaten en drie vuurwapens (een Walther pistool en twee Skorpion machine pistolen) en twee breekijzers en twee vuisthamers en handschoenen en petten en donkere kledingstukken en shoppertassen, bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
op 14 november 2013 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen wapens van categorie II, te weten een (doorgeladen en voor onmiddellijk gebruik gereed) pistoolmitrailleur (Zastava 84 Skorpion 7.65 mm Browning, met [serienummer 1]) en een pistoolmitrailleur (CZ 61 Skorpion 7.65 mm Browning, met [serienummer 2]) en een wapen van categorie III, te weten een pistool (Walther P99 .380 Auto (synoniem voor 9mm x 17 of 9mm Kort), oorspronkelijk 9mm P.A.K., met [serienummer 3]) en munitie van categorie III, te weten 17 patronen (.32 Auto (synoniem voor 7.65 mm Browning), volmantelrondneus) en 12 patronen (7.65 mm Browning en 9mm x 17 (synoniem 9mm Kort), volmantelrondneus) en 10 patronen (Sellier & Bellot 9mm x 17 of 9mm Kort, volmantelrondneus), voorhanden heeft gehad;
ten aanzien van het onder 3 subsidiair ten laste gelegde
op 14 november 2013 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen een personenauto, Volkswagen Golf GTI met (origineel) [kenteken 1], voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen wisten, dat het een door diefstal verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte de bewezen geachte feiten heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de onderstaande bewijsmiddelen zijn vervat.
5.1
De bewijsmiddelen
Zie bijlage.
5.2
De bewijsoverweging
Voor een bewezenverklaring van het plegen van voorbereidingshandelingen is vereist dat kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk voorwerpen bestemd tot het begaan van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, voorhanden heeft. Derhalve zal moeten worden bewezen dat de voorwerpen die verdachte en zijn medeverdachten bij zich droegen ‘bestemd zijn tot het begaan van een dergelijk misdrijf'. Het is vaste jurisprudentie (ECLI:NL:HR:2007:AZ0213) dat het daarbij van belang is dat de voorwerpen afzonderlijk dan wel gezamenlijk naar uiterlijke verschijningsvorm dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat verdachte voor ogen stond. De voorwerpen dienen in hun gezamenlijkheid en naar hun uiterlijke verschijningsvorm te worden beoordeeld, waarbij ook niet geabstraheerd mag worden van het doel dat verdachte met deze voorwerpen voor ogen had. Bij de beoordeling spelen in beginsel alle feiten en omstandigheden van het geval een rol.
Vorenstaande in acht nemende, stelt de rechtbank uit de hiervoor weergegeven inhoud van de bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 14 november 2013, omstreeks 19.43 uur, werd de Volkswagen Golf GTI – waarin verdachte en zijn medeverdachten zich bevonden
tot stoppen gedwongen. De Volkswagen Golf bleek gestolen en tevens voorzien van (gestolen) valse kentekenplaten. Er werd door de bestuurder gebruik gemaakt van een valse sleutel, een zogenaamde ‘knipsleutel’, voorzien van een transponderchip welke door zwartkleurig plakband aan de sleutel was bevestigd. Uit de OVC gesprekken – die op 14 november 2013 tussen 18.09.07 uur tot 19.51.37 uur in voornoemde auto zijn opgenomen – blijkt dat de verdachten in de auto aan de politie willen ontkomen zodra zij de politieauto’s zien. Op dat moment is namelijk te horen dat geroepen wordt: ‘scotu, scotu “ en “gas, gas, ga is naar rechts’. De Volkswagen reed via de berm langs de politieauto’s, maar kwam daarbij tot stilstand tegen een lichtmast. Drie inzittenden verlieten vliegensvlug de Volkswagen en renden weg. De bestuurder van de Volkswagen, verdachte [medeverdachte 1], bleef in de auto zitten en is aldaar aangehouden. De verdachte [medeverdachte 2] is vervolgens op korte afstand van de Volkswagen aangehouden en ook [verdachte] is later die avond aangehouden. Bij geen van de aangehouden verdachten zijn telefoons aangetroffen. [verdachte] vraagt een willekeurige passant of hij haar telefoon mag gebruiken. De vierde inzittende heeft weten te ontkomen. Op de vluchtroute van [medeverdachte 2] werd een stel ‘contacthandschoenen’ en een pet gevonden. In de Volkswagen werd een geopende tas op de achterbank aangetroffen, met twee vuurwapens en munitie. Op het aangetroffen pistool zit DNA van [verdachte]. In de berm naast de auto lag een doorgeladen en voor onmiddellijk gebruik gereed zijnde vuurwapen. Op de vloermat vlakbij de tas met vuurwapens, lag een tas met twee vuisthamers en twee shopper tassen. Ook werden in de Volkswagen twee breekijzers, handschoenen, zwarte onderbroeken en mutsen/petten aangetroffen. De verdachten droegen allen donkerkleurige kleding met hoofddeksels, waarbij opvalt dat [medeverdachte 1] meerdere kledinglagen over elkaar heen droeg. Uit de observatie en de OVC-gesprekken blijkt dat verdachten richting het centrum van Arnhem reden en dat [medeverdachte 2] kennelijk eerder met een ander op deze bestemming is geweest, nu hem werd gevraagd: “hoe lang hebben jullie er toen over gedaan”. Ook blijkt uit deze gesprekken dat tegen de bestuurder wordt gezegd dat hij op de snelweg rechts moet rijden, zodat zij de vluchtstrook kunnen nemen “wanneer er iets zou gebeuren”. Ook blijkt uit de gesprekken dat verdachten kennelijk van een ‘blaadje’ een route volgden, er was kennelijk geen navigatiesysteem in de auto want er wordt gezegd “Nooit doen met tom, nooit gelijk er naartoe, dit dat”. Tot slot constateert de rechtbank dat verdachten richting het centrum van Arnhem reden en dat het op 14 november 2013 koopavond was in het centrum van Arnhem.
De rechtbank komt tot de volgende conclusies.
Dat [verdachte], naast de in en nabij de Volkswagen aangehouden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1], één van de inzittenden is geweest van de Volkswagen Golf is een conclusie die dwingend volgt uit de bewijsmiddelen: zijn DNA is in de Volkswagen en op het in de Volkswagen aangetroffen pistool aangetroffen en verschillende getuigen hebben hem gezien op zijn vluchtroute.
De rechtbank stelt dan voorop dat de onder verdachten aangetroffen voorwerpen - een gestolen auto met valse kentekenplaten, drie vuurwapens (een Walther pistool en twee Skorpion machine pistolen), twee breekijzers, twee vuisthamers, handschoenen, petten en donkere kledingstukken en shopper tassen - afzonderlijk en gezamenlijk naar uiterlijke verschijningsvorm dienstig konden zijn voor het plegen van een diefstal met geweld dan wel afpersing. Zoals onder meer blijkt uit het in de bewijsmiddelen opgenomen proces verbaal over de modus operandi bij juweliersberovingen wordt bij dergelijke misdrijven doorgaans gebruik gemaakt van gestolen auto’s met gestolen kentekenplaten. Ook worden vuurwapens ter bedreiging gebruikt, vuisthamers en breekijzers om vitrineruiten in te slaan en big shopper tassen om buit in te doen. Daders van dergelijke feiten hullen zich veelal in donkere kleding met handschoenen en gezichtsbedekking/mutsen om opsporing te bemoeilijken.
Dat de in dit geval aangetroffen gezamenlijkheid van voorwerpen ook bestemd was voor het misdadige doel dat verdachten voor ogen stond, het in vereniging plegen van een diefstal met geweld dan wel afpersing, acht de rechtbank eveneens bewezen. Dat het opzet van verdachten ook daadwerkelijk gericht was op het voorhanden hebben van de vuurwapens (feit 2), een diefstal met geweld dan wel afpersing (feit 1) en de heling van de auto (feit 3) leidt de rechtbank in het bijzonder uit het volgende af.
De vuurwapens zijn in en vlak naast de Volkswagen Golf aangetroffen. Hoe de vuurwapens kort voor de aanhoudingen van verdachten werden vervoerd is niet duidelijk geworden, maar dit staat aan een bewezenverklaring niet in de weg. De Volkswagen Golf is een relatief kleine auto waar verdachten met z’n vieren in zaten. Eenvoudig over het hoofd zien van de verschillende tassen is op zich dus al niet erg aannemelijk. De aangetroffen vuurwapens waren ook relatief omvangrijk. Van [verdachte], staat vast dat hij in contact is geweest met het pistool. Hij weigert echter iets te zeggen over het feit dat zijn DNA op het pistool is aangetroffen. Daar komt bij dat de tas bij aanhouding geopend en duidelijk zichtbaar op de achterbank van de auto lag. De kolf van één van de beide vuurwapens stak uit die tas. Verder moet de in de berm aangetroffen – doorgeladen – pistoolmitrailleur in elk geval op het moment van verlaten van de auto niet in deze of een andere tas hebben gezeten en op enig moment in de auto zijn doorgeladen. Verder zijn nog de volgende constateringen van belang. Verdachten hadden op de bewuste avond ook nog de big shopper tassen, vuisthamers en breekijzers voorhanden en droegen - of hadden in de auto klaar liggen - de hierboven bedoelde verhullende kleding. Eén van hen droeg zelfs meerdere lagen kleding over elkaar. Ze reden met zeer hoge snelheid in een gestolen auto met valse kentekenplaten naar een – op voorhand door één van de inzittenden verkende – bestemming in het centrum van Arnhem, waar het op dat moment koopavond was. Daarbij werd blijkens de opgenomen gesprekken bewust rechts gereden, kennelijk om een snelle vlucht mogelijk te maken. Tevens werd bewust geen navigatiesysteem gebruikt en ook dat duidt op het willen verhullen van criminele activiteiten en bemoeilijken van de opsporing daarvan. Daarnaast is het opvallend dat er noch in de Volkswagen, noch bij verdachten, mobiele telefoons zijn aangetroffen, hetgeen er naar het oordeel van de rechtbank eveneens op duidt dat verdachten, met het oog op het misdadige doel dat zij voor ogen hadden, niet traceerbaar wilden zijn voor politie en justitie. Zodra verdachten in de auto de politie zien willen zij ontkomen.
Gelet op al deze omstandigheden is de rechtbank voorts van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachten wisten dat de Volkswagen Golf een gestolen auto betrof. De auto werd ook gestart met een zichtbaar geprepareerde autosleutel.
Verdachte heeft, tot slot, – ondanks dat vastgesteld gegeven dat zijn DNA is aangetroffen op het pistool om een verklaring schreeuwt – zich steeds op zijn zwijgrecht beroepen. Verdachte heeft geen redelijke, die redengevendheid ontzenuwende, verklaring gegeven voor de op het vuurwapen aangetroffen DNA sporen. Het is vaste jurisprudentie (vgl. HR 15 juni 2004, LJN: AO9639, NJ 2004, 464) dat het de rechter, in een dergelijk geval, vrij staat de zwijgende proceshouding van verdachte in zijn overweging omtrent het gebezigde bewijsmateriaal te betrekken.
Alles overwegende kan naar het oordeel van de rechtbank, uit de combinatie van de hiervoor vermelde aangetroffen voorwerpen, het waargenomen gedrag van verdachten en de overige genoemde omstandigheden van het geval, in het bijzonder de afgeluisterde gesprekken in de auto - alles in onderlinge samenhang en verband beschouwd - worden afgeleid dat verdachte en diens medeverdachten opzettelijk tezamen de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde voorwerpen voorhanden hebben gehad en bezig waren met de voorbereiding van een diefstal met geweld dan wel afpersing. Dat het exacte doelwit uiteindelijk niet bekend is geworden, doet hier niet aan af.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1, 2 en 3 subsidiair bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft primair verzocht verdachte vrij te spreken van de hem ten laste gelegde feiten en aan hem dus geen straf of maatregel op te leggen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht bij de straftoemeting rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank overweegt als volgt.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van voorbereiding van diefstal met geweld dan wel afpersing, het voorhanden hebben van drie vuurwapens – waaronder twee pistoolmitrailleurs – en bijbehorende munitie en het medeplegen van opzetheling van een auto. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij tezamen met zijn medeverdachten met dat doel dergelijke zwaar kaliber vuurwapens voorhanden heeft gehad, waarvan zelfs één pistoolmitrailleur was doorgeladen en voor onmiddellijk gebruik gereed was gemaakt. De wapens lagen binnen handbereik in de gestolen auto waarin zij zich bevonden. Het aantal en zware kaliber van de aangetroffen vuurwapens weegt strafverzwarend. Een uitvoering van de door verdachte en zijn mededaders beoogde plannen zou voorts een diepe impact op de mogelijke slachtoffers hebben gehad. Dergelijke geweldsmisdrijven brengen daarnaast sterke gevoelens van angst, onrust en onveiligheid in de maatschappij teweeg. Dat het in casu bij voorbereidingshandelingen is gebleven, is enkel te danken aan het adequate optreden van het onderzoeksteam van de politie.
Blijkens het hem betreffende Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 1 april 2014 is verdachte eerder veroordeeld voor vermogensdelicten en een geweldsdelict. Daarmee houdt de rechtbank hieronder in strafverzwarende zin rekening.
De rechtbank ziet voorts aanleiding om bij de strafoplegging acht te slaan op de afspraken zoals deze zijn neergelegd in de oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). In strafmatigende zin heeft te gelden dat het onder 1 bewezen verklaarde feit een voorbereiding betreft en geen voltooid delict. Gelet op de ernst van de misdrijven, kan niet worden volstaan met een andere dan een langdurige vrijheidsbenemende straf. Van de strafeis van de officier van justitie, wordt in matigende zin enigszins afgeweken.
Alle verdachten hebben gezwegen over hun betrokkenheid bij de bewezen verklaarde feiten. Nu geen van de verdachten ook maar enig inzicht heeft gegeven in hun beweegredenen ten tijde van de gepleegde misdrijven, ziet de rechtbank geen aanleiding om onderscheid te maken in de strafmaat.
Alles afwegende acht de rechtbank een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur passend en geboden.

9.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1.00 STK Pistoolmitrailleur
ZASTAVA
[nummer 1]
1.00 STK Pistoolmitrailleur Kl:zwart
CZ Mod 61 [serienummer 2]
[nummer 2]
Nu met behulp van en met betrekking tot deze voorwerpen de onder 1 en 2 bewezen geachte feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.

10.De vordering van de benadeelde partij [persoon 1]

Nu verdachte is vrijgesproken van het hem onder 3 primair ten laste gelegde, is [persoon 1] in de vordering niet-ontvankelijk.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 46, 47, 57, 312, 317 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet Wapens en Munitie.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

12.Beslissing

Verklaart het onder 3 primair ten laste gelegde feit niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van voorbereiding van diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen en/of afpersing;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
ten aanzien van feit 3 subsidiair:
medeplegen van opzetheling.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
1.00 STK Pistoolmitrailleur
ZASTAVA
[nummer 1]
1.00 STK Pistoolmitrailleur Kl:zwart
CZ Mod 61 [serienummer 2]
[nummer 2]
Verklaart [persoon 1] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.G. Tarlavski-Reurslag, voorzitter,
mrs. T.H. van Voorst Vader en M.B. de Boer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.R. Baart, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 september 2014.
Bijlage: de bewijsmiddelen
Ten aanzien van feit 1, 2 en 3 subsidiair:
1.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 21 maart 2014, luidende, zakelijk weergegeven, als volgt:
Ik beroep mij ten aanzien van alle vragen, ook die over het aangetroffen DNA op het pistool,
op mijn zwijgrecht.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van 15 en 19 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren AOT NW 04, AOT NW 20, AOT NW 28 en AOT NW 26, doorgenummerde pag. 153-155.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 14 november 2013 reden wij, verbalisanten, verdeeld over drie onopvallende politievoertuigen over de Apeldoornseweg te Arnhem. Wij waren belast met de opdracht om alle inzittenden van de personenauto, merk: Volkswagen, type: Golf GTI, voorzien van het kenteken: [kenteken 2] aan te houden. Ik, verbalisant AOT W 04, heb om 19.43 uur de opdracht gegeven genoemde personenauto tot stoppen te dwingen. Omdat wij de twee rijbanen met onze politievoertuigen in beide richtingen bezetten, veroorzaakten wij een gedwongen situatie met als doel de personenauto tot stilstand te brengen. Wij, verbalisanten, zagen dat de bestuurder van de Volkswagen, op het moment dat hij onze voertuigen naderde, enige snelheid minderde en vervolgens uitstuurde naar rechts en de berm in reed, kennelijk met de bedoeling langs de positie van onze voertuigen te rijden. Wij zagen dat de vrije doorgang voor de Volkswagen door de berm geblokkeerd werd door een lichtmast. Het gevolg was dat de bestuurder van de Volkswagen met zijn rechter voorzijde tegen deze lichtmast tot stilstand kwam.
Direct nadat de Volkswagen tot stiltand kwam zagen wij, verbalisanten, dat de inzittenden, via de portieren aan de rechter zijde van het voertuig, vliegensvlug, uitstapten en direct vanuit de Volkswagen de groenstrook invluchten. Door het team observatie en techniek was aangegeven dat er vier personen in de Volkswagen zaten. Hierop zijn wij, verbalisanten, ook direct uit onze voertuigen gestapt en hebben de achtervolging ingezet.
De bestuurder van de Volkswagen, verdachte [medeverdachte 1], was als enige in het voertuig op zijn positie achter het stuur gebleven en kon, nadat de ruiten aan die zijde van het voertuig waren geforceerd worden aangehouden.
Ik verbalisant, AOT NW 28, zag dat één van de verdachten voor mij uitrende door de bosschages gelegen tussen de Apeldoornseweg en de rijksweg A50. Deze verdachte, [medeverdachte 2], is door mij en verbalisant AOT NW 26, aangehouden. Ik, verbalisant AOT NW 28, heb op de gelopen route een stel ‘contacthandschoenen’ en een pet gevonden. Het viel mij op dat het leek dat deze goederen daar kort ervoor waren gevallen, omdat deze bovenop het gras lagen.
Ik, verbalisant AOT NW 04, zag op de Apeldoornseweg, in de richting van Arnhem, op een afstand van ongeveer vijftien meter van waar ik stond, een manspersoon de beide rijbanen over rennen in de richting van een hek. Ik zag dat de verdachte zonder onderbrekingen zijn vluchtweg vervolgde en razendsnel het hek over klom en in het bosgebied verdween.
3.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2013277670 van 14 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar S049, doorgenummerde pag. 7.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 14 november 2013 heb ik telefonisch contact gezocht met het telefoonnummer [telefoonnummer]. Dit telefoonnummer behoort toe aan [Autobedrijf A] te Arnhem. Met dit telefoonnummer is een taxi besteld voor een man die bij het bedrijf was binnengelopen.
[eigenaar autobedrijf A] vertelde mij het volgende: “Iets na negen uur kwam er een Marokkaanse jongen binnenlopen en die vroeg de weg naar Arnhem. Ik heb een taxi voor hem besteld. Ik wees de man erop dat hij het beste op het pleintje voor mijn bedrijf kon wachten dan zag de taxi hem staan. Dat wilde hij niet. Hij liep heen en weer in mijn zaak. Het was een Marokkaanse man, hij had een grijze joggingbroek aan die nat was en met groene strepen. Hij had krasjes in zijn gezicht. Toen hij was ingestapt heb ik, omdat ik dit vreemd vond, de politie gebeld.”
4.
Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2013277670 van 15 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren T075 en T134, doorgenummerde pag. 8-10.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [persoon 2], zakelijk weergegeven:
Ik werk in Arnhem als taxichauffeur. Op 14 november 2013 werd ik om 21.01 uur gebeld door een nummer, te weten [telefoonnummer]. Ik zag dat de man er als volgt uitzag: man van ongeveer 18/19 jaar oud, waarschijnlijk Turks/Marokkaanse afkomst, kort donker haar, droeg een groen camouflagepak, hij was behoorlijk vochtig. Ik heb hem om 21.21 uur afgezet aan het Centraal Station te Arnhem.
Op 15 november 2014 (de rechtbank begrijpt: 2013) werd een spiegelconfrontatie afgenomen in het arrestantenhuis aan het hoofdbureau te Arnhem. Bij het zien van de jongen die aan mij werd getoond herkende ik hem voor de volle 200%.
5.
Een proces-verbaal van bevindingen spiegelconfrontatie met nummer 2013277670 van 15 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T075, doorgenummerde pag. 11.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant, ben aanwezig geweest bij de spiegelconfrontatie waarbij taxichauffeur [persoon 2] werd geconfronteerd met de aangehouden verdachte [verdachte]. Ik hoorde [persoon 2] zeggen: “Oh ja, ik weet voor 200% zeker dat dit hem is. Ik heb zijn gezicht in de taxi duidelijk gezien. U hoeft hem niet om te draaien hoor. Ik weet zeker dat dit de man is die ik vanavond in mijn taxi heb gehad.”
6.
Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer 2013277670 van 28 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren T357 en T150, doorgenummerde pag.313ev.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [persoon 3], zakelijk weergegeven:
Op 14 november 2013 ging ik na 21.30 uur richting de bushalte in Arnhem. Er kwam toen een jongen op mij afgelopen. Hij was getint, Arabisch van afkomst, zwarte jas en grijze joggingbroek. Hij zag er verdwaald uit en hij was gehaast. De foto die u nu laat zien is van de man die mij aansprak (als bijlage aan dit proces-verbaal is een foto van [verdachte] gehecht). Hij sprak mij aan en vroeg of hij mocht bellen. Hij had een bezweet hoofd. Hij sprak in het Arabisch over de telefoon. Toen mijn bus eraan kwam vroeg hij of hij mee kon rijden en of ik zijn kaartje kon betalen. Hij zei dat hij geen geld en geen mobieltje bij zich had. Hij had een natte broek aan de achterkant. In de bus was hij heel stil en gespannen. Er kwamen politiemensen en de jongen werd aangehouden.
7.
Een proces-verbaal van aanhouding [verdachte] van 14 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar X108, doorgenummerde pag. 62-64.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 14 november 2013 bevond ik mij, omstreeks 21.51 uur, op de Roermondspleinbrug te Arnhem. Aldaar zag ik een man. Ik zag dat de man gekleed was in een donker jack, een wit shirt en een grijze joggingbroek. Ik zag dat de joggingbroek behoorlijk nat was. Tevens zag ik dat er groene en donkere vlekken op de joggingbroek zaten. Ook zag ik nog gras en aarde op de kleding van de man zitten. Ik zag dat de man de stadsbus instapte. Ik ben ook in de bus gestapt. In de stadsbus te Arnhem, hield ik, als verdachte aan: [verdachte].
8.
Een proces-verbaal van relaas met nummer 2013277670 van 14 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T-110, doorgenummerde pag. 004ev.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 14 november 2013, omstreeks 19.40 uur, werd de Volkswagen Golf met [kenteken 2], op afrit 21 van de A50, aangereden teneinde verdachten aan te houden. De verdachte [medeverdachte 1] werd als bestuurder aangehouden. Omstreeks 19.45 uur werd de verdachte [medeverdachte 2] aangehouden op de Rijksweg A50.
Op de achterbank van de Volkswagen Golf werd in een tas twee vuurwapens aangetroffen, gelijkend op 1 Skorpion, machinepistool en 1 pistool. In de berm nabij de Volkswagen Golf werd één vuurwapen aangetroffen, gelijkend op 1 Skorpion, machinepistool.
In dit proces-verbaal zijn voorts – op pagina 005 en 006 - twee foto’s opgenomen van de vuurwapens zoals deze werden aangetroffen.

9.Eigen waarneming rechtbank

De rechtbank neemt waar op de hiervoor benoemde, in het relaas weergegeven, foto’s dat de tas met vuurwapens op de achterbank van de Volkswagen Golf duidelijk zichtbaar is, geopend is en dat uit de opening van de tas een kolf van een vuurwapen steekt. Eveneens is op dezelfde foto zichtbaar dat vlakbij, op de vloermat rechtsachter van de Volkswagen, een witte plastic tas ligt met daaruit gestoken een deel van een vuisthamer. Ook liggen er opgevouwen shopper tassen in deze plastic tas op de vloermat.
10.
Een proces-verbaal van bevindingen van 4 juni 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren AOT NW 04, AOT NW 20, AOT NW 26 en AOT NW 33, doorgenummerde pag. 487.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
De in de Volkswagen aangetroffen vuurwapens zijn door de verbalisanten niet aangeraakt, verplaatst of gunstiger neergelegd. Dit betekent dat de vuurwapens zijn gefotografeerd zoals deze in en naast de Volkswagen zijn aangetroffen en zoals deze dus door verdachten daar zijn achtergelaten.
11.
Een proces-verbaal van sporenonderzoek met nummer 2013277670-36 van 18 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1], doorgenummerde pag. 110-113.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Na een achtervolging werden drie inzittenden van een Volkswagen Golf, voorzien van [kenteken 2], als verdachten aangehouden. In het voertuig zijn vuurwapens aangetroffen. Ik had de medewerkers van het arrestatie-eenheid telefonisch verzocht om de vuurwapens ‘veilig te maken’ en te verpakken in papieren zakken.
Het onderzoek werd verricht in een garage van de Forensische Opsporing te Amsterdam.
Op de achterbank, achter de rechter voorstoel, zag ik een kleine zwarte schoudertas. Ik trof in het grote vak van deze tas een pistoolmitrailleur zonder patroonmagazijn en een los patroonmagazijn aan. Ik zag dat in dit patroonmagazijn een onbekend aantal patronen aanwezig was. De pistoolmitrailleur (AAGI4356NL), het patroonmagazijn met de in het magazijn aanwezige, onbekend aantal, patronen (AAGI4354NL) werden veiliggesteld.
In het kleine vak van voornoemde tas zag ik een vuistvuurwapen van het merk ‘Walther’. Ik zag dat in het vuurwapen een patroonmagazijn aanwezig was. Ik zag dat in dit patroonmagazijn een onbekend aantal patronen aanwezig waren. Het vuistvuurwapen (AAGI4360NL) en het patroonmagazijn met een onbekend aantal patronen (AAGI4359NL) werden veiliggesteld.
In de kofferbak zag ik een papieren zak met daarin een pistoolmitrailleur. Ik zag dat de houder nog in het vuurwapen aanwezig was. Ik zag dat in het patroonmagazijn, een onbekend aantal patronen aanwezig waren. Tevens zag ik dat er één patroon in de kamer aanwezig was. De pistoolmitrailleur (AAGI4358NL) het patroonmagazijn met het onbekende aantal patronen en de patroon uit de kamer (AAGI4357NL) werden veiliggesteld.
12.
Een proces-verbaal van wapenonderzoek met nummer 2013277670 van 19 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 2], tevens Taakaccenthouder (vuur)wapens en munitie, doorgenummerde pag. 115-124.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 18 november 2013 heb ik, verbalisant, een onderzoek ingesteld naar de in beslag genomen vuurwapens en munitie. Ik verklaar het volgende:
Het aangetroffen pistool, met SIN: AAGI4360NL, betreft een pistool van het merk: Walther, model: P99, Kaliber: .380 Auto (synoniem voor 9mmx17 of 9mm Kort), oorspronkelijk 9mm P.A.K., met serienummer: [serienummer 3]. Dit pistool is een vuurwapen in de zin van artikel 1 lid 1 onder 3e, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1e van de Wet wapens en munitie.
De aangetroffen munitie uit het patroonmagazijn van het pistool Walther, met SIN: AAGI4359NL, betreft het Kaliber: 9mmx17 of 9mm Kort, van het merk: Sellier en Bellot en model projectiel: Volmantelrondneus. Er zijn 10 patronen aangetroffen. De patronen zijn munitie in de zin van artikel 1, onder 4e gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
Het aangetroffen pistool, met SIN: AAGI4358NL, betreft een pistoolmitrailleur van het merk: Zastava, model: 84 ‘Skorpion’, Kaliber 7.65 mm Browning, met serienummer: [serienummer 1]. De pistoolmitrailleur was niet alleen geladen, maar ook doorgeladen en voor onmiddellijk gebruik gereed. Deze pistoolmitrailleur is een vuurwapen in de zin van artikel 1 lid 1 onder 3e, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 2e van de Wet wapens en munitie.
De aangetroffen munitie uit deze pistoolmitrailleur, met SIN: AAGI4357NL, betreft het Kaliber .32 Auto (synoniem voor 7.65 mm Browning) en model projectiel: Volmantelrondneus. Er zijn 16 patronen in de patroonmagazijn aangetroffen en 1 in de kamer. De patronen zijn munitie in de zin van artikel 1, onder 4 e gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
Het aangetroffen pistool, met SIN: AAGI4356NL, betreft een pistoolmitrailleur van het merk: CZ, model: 61 ‘skorpion’, kaliber: 7.65 mm Browning, met serienummer: [serienummer 2]. Deze pistoolmitrailleur is een vuurwapen in de zin van artikel 1 lid 1 onder 3e, gelet op artikel 2 lid 1, categorie II onder 2e van de Wet wapens en munitie.
De aangetroffen munitie uit het patroonmagazijn van deze pistoolmitrailleur, met SIN: AAGI4354NL, betreft Kaliber: 7.65 mm Browning en 9mm x 17 (synoniem 9mm kort) en modelprojectiel: volmantel rondneus. Er zijn 12 patronen aangetroffen. De patronen zijn munitie in de zin van artikel 1, onder 4 e gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
13.
Een proces-verbaal sporenonderzoek met nummer 2013277670-40 van 18 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 3], doorgenummerde pag. 193-195.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op maandag 18 november 2013 werd door mij, verbalisant, forensisch onderzoek naar sporen verricht. Hierbij werd het volgende vuurwapen bemonsterd:
SIN: AAGP3463NL
Spooromschrijving: overige (contactsporen)
Plaats van veiligstellen: in en op voorzijde van loop pistool (AAGI4360NL)
14.
Een geschrift, te weten een NFI rapport, DNA onderzoek met nummer 2014.01.03.099 van 23 januari 2014, opgemaakt door rapporteur [rapporteur 1], doorgenummerde pag. 395-397.
Dit geschrift houdt onder meer in als verklaring van voornoemde rapporteur, zakelijk weergegeven:
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een standaard DNA-onderzoek: AAGP3463NL#01: een bemonstering in en op de voorzijde van de loop van een pistool.
Het celmateriaal, met SIN AAGP3463NL#01, kan afkomstig zijn van verdachte [verdachte]. Matchkans DNA-profiel van een ander persoon dan [verdachte] is kleiner dan 1 op 1 miljard.
15.
Een proces-verbaal sporenonderzoek met nummer 2013277670-27 van 16 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde [opsporingsambtenaar 4], doorgenummerde pag. 174-190 (inclusief bijlagen).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 15 november 2013 werd door ons verbalisanten een forensisch onderzoek verricht aan een Volkswagen Golf, met [kenteken 2] (valse kentekenplaten).
Uit informatie van de politiesystemen kwam naar voren dat dit [kenteken 2] afkomstig was van een Volkswagen Golf met Voertuig Identificatie Nummer (VIN-nummer): [VIN-nummer 1]. Bij onderzoek aan het voertuig zagen wij het volgende VIN-nummer: [VIN-nummer 2]. Voor dit VIN werd op 13 oktober 2010 in Nederland het [kenteken 1] afgegeven.
Bij onderzoek in het voertuig zagen wij dat een valse sleutel, een zogenoemde knipsleutel nog in het contactslot aanwezig was. Tevens zagen wij dat deze sleutel was voorzien van een transponderchip. Deze chip was middels zwartkleurig plakband aan de sleutel bevestigd.
Op een vloermat rechtsachter zagen wij een wit plastic tas. In deze tas zagen wij: twee hamers (vuistjes) en twee big shopper tassen. Op de achterbank zagen wij een zwarte onderbroek van het merk ‘Hema’. Op de achterbank van het voertuig zagen wij een zwarte pet. Op de achterbank lag een zwarte onderbroek met rode strepen van het merk ‘Fine Man’. Op de vloermat aan de bestuurderszijde zagen wij een zwarte pet. Op de zitting van de bestuurder zagen wij een afgetrokken/afgescheurde capuchon. In de kofferbak van het voertuig troffen wij een linker handschoen. In de kofferbak lagen twee breekijzers en een kentekenplaat met cijfer/lettercombinatie [kenteken 2].
De hierna genoemde sporen(dragers) werden omschreven, gewaarmerkt en voor nader onderzoek veiliggesteld:
SIN: AAEW7425NL: bemonstering hoofdsteun stoel rechtsvoor aan achterzijde.
16.
Een geschrift, te weten een NFI rapport, biologische sporenonderzoek met nummer 2014.01.03.099 van 31 januari 2014, opgemaakt door [rapporteur 2], doorgenummerde pag. 407-408.
Dit geschrift houdt onder meer in als verklaring van voornoemde rapporteur, zakelijk weergegeven:
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een standaard DNA-onderzoek: AAEW7425NL: bemonstering vanaf achterzijde hoofdsteun rechtervoorstoel. Het celmateriaal, met SIN AAEW7425NL, kan afkomstig zijn van verdachte [verdachte]. Matchkans DNA-profiel van een ander persoon dan [verdachte] is kleiner dan 1 op 1 miljard.
17.
Een geschrift, zijnde een niet ondertekend proces-verbaal aangifte met nummer 2013270608-1 van 2 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 5], doorgenummerde pag. 2-4.
Dit geschrift houdt onder meer in als verklaring van aangeefster [persoon 1], zakelijk weergegeven:
Tussen zaterdag 2 november 2013 te 02.58 uur en zaterdag 2 november 2013 te 03.02 uur werd mijn auto, een Volkswagen Golf GTI, zwart van kleur en voorzien van [kenteken 1], weggenomen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
18.
Een proces-verbaal van bevindingen OVC met nummer 2013277670 van 6 december 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T389, doorgenummerde pag. 349-356.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 10 november 2013 is in het navolgende voertuig: Volkswagen Golf GTI, voorzien van de valse kentekenplaten [kenteken 2] een technisch hulpmiddel ingebouwd om de communicatie gevoerd in het voertuig op te nemen en de locatie van het voertuig vast te stellen.
Dit proces-verbaal houdt voorts onder meer in als weergave van een uitgeluisterde gesprek:
Gesprek 21, gevoerd op 14 november 2013 van 18.09.07 uur tot 19.51.37 uur, waarbij aanvangslocatie van het voertuig is Akbarstraat te Amsterdam en eindlocatie van het voertuig is Apeldoornseweg te Arnhem.
18.09.56:
NN: Hé wie hebt die blaadje? [naam 1] (fon.) jij hebt die blaadje toch?...
(…)
18.15.13:
NN: Maar jij moet rechts, want jij moet de vluchtstrook kunnen pakken als er wat gebeurt he. NN: Jaaa.
NN: Dat moet jij altijd…als er wat gebeurt.
(…)
18.17.55:
NN: Hebben we maar één scrubie (fon.) niet twee? Hebben we maar één scrubie (fon)… met zijn vijven?
(…)
18.20.15:
(…)
NN: hoe lang hebben jullie er toen over gedaan? Hoe lang nog dan [medeverdachte 2]?
NN: als je een barkie rijdt ben je er in een uur. (…).
(…)
18.25.33:
NN:… afslag Watergraafsmeer… voor de A1…
(…)
19.30.52:
NN: hij was toch .. ntv.. Arnhem…ntv…om waarschijnlijk te doen..
NN: ntv …Apeldoornseweg N784…
19.31.10:
NN: Daar komt ie.
NN: Ja? … de Scotu…
NN: Ga, ga, gas, gas … snelweg…
(…)
19.31.30:
NN: Waar was hij dan?
NN: … Scotu… of niet … ja?
19.32.09:
NN:… je bent al te laat…
NN: het is niet die kant, je moet een andere weggetje hebben… Apeldoornseweg…
19.32.46:
NN:…bullshit…let gewoon op die ding, dit blaadje…
19.32.56:
NN:… let gewoon op die ding… en klaar, ik weet het klaar…
NN: Je kent hier de weg toch?
19.33.26:
NN: houdt rechts aan van Arnhem en voeg in voor Apeldoornseweg N784, pak verderop de Apeldoornseweg en sla linksaf naar de hoeksingel…
(…)
19.34.43:
NN: …Nooit doen met tom, nooit gelijk er naartoe, dit dat…
19.34.55:
(…)
NN: nee Scotu, Scotu. Gas, Gas, ga is naar rechts…
19.35.08:klap te horen, aanhouding van verdachten.
19.
Een proces-verbaal van stelselmatige observatie met administratienummer 266/13 van 15 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren X-10, X-63, X-78, X-97, X-101, X-108, X117 en X-120, doorgenummerde pag. 164-167.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisanten, zakelijk weergegeven:
18.09
uur: ziet X-78 dat de grijze Volkswagen Golf voorzien van [kenteken 2] staat geparkeerd op de Akbarstraat te Amsterdam. X-78 ziet dat er niemand in het voertuig zit.
18.12
uur: ziet X-78 dat de Golf rijdt. Uit informatie blijkt dat de Golf rijdt op de Rijksweg A10 in de richting van de Rijksweg A2.
18.45
uur: ziet X-101 dat er 4 personen in de Golf zitten.
Noot verbalisant: De route die de Golf rijdt is A10, A1, A30, A12 (Arnhem/Ede), A12 (Apeldoorn), A348, A12 en Apeldoornseweg (Arnhem). Gedurende de hele rit heeft de Golf verschillende hoge snelheden gereden waaronder 180 km/u en is een paar keer door rood licht gereden.
19.39
uur: wordt NN1 uit de Golf aangehouden op de Apeldoornseweg/Koningsweg te Arnhem. De andere drie mannen rennen weg.
20.
Een proces-verbaal met nummer 2013277670 van 14 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T-160, doorgenummerde pag. 20-26.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 14 november 2013 zijn op het hoofdbureau van politie foto’s gemaakt van de verdachte [medeverdachte 2] en de kleding (de rechtbank stelt op basis van kleurenfoto’s vast: donkere kleding) die hij droeg of bij zich had. Betreft een overjas, schoenen, trainingspak, een muts en handschoenen.
21.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2013277670 van 18 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T075, doorgenummerde pag. 104-109.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 14 november 2013 werd als verdachte aangehouden: [verdachte]. Tijdens zijn aanhouding was [verdachte] gekleed in kleding die drijfnat en vuil was. Hij was gekleed in de volgende kleding: zwarte handschoenen, grijze joggingbroek, grijs jogging jasje, zwart jack met capuchon, zwarte schoenen.
22.
Een proces-verbaal met nummer 2013277670 van 14 november 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T-160, doorgenummerde pag. 12-19.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 14 november 2013 zijn op het hoofdbureau van politie foto’s gemaakt van de verdachte [medeverdachte 1] en de kleding (de rechtbank stelt op basis van kleurenfoto’s vast: donkere kleding) die hij droeg of bij zich had. Betreft een overjas, schoenen, licht gekeurd trainingspak (rechtbank: volgens de foto’s kennelijk gedragen onder de zwarte kleding), trainingsbroek, shirt, T-shirt en handschoenen.
23.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 1412191 van 3 februari 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar T-016, doorgenummerde pag. 341-344.
Dit geschrift houdt onder meer in als verklaring van voornoemde opsporingsambtenaar, zakelijk weergegeven:
In de bovengenoemde vijf overvallen op juweliers uit de tweede helft van 2013 valt een bepaalde Modus Operandus op te maken. De volgende kenmerken zijn daarbij van belang:
  • Overval vindt plaats op een druk winkeltijdstip
  • Meerdere overvallers
  • Donkere kleding en het hoofd bedekt met muts, pet en/of capuchon
  • Gebruik van één of meerdere (automatische) vuurwapen(s)
  • Gebruik van mokers cq (vuist)hamers
  • Gebruik van sporttassen cq big shoppers
  • Gebruik van gestolen voertuigen met (ver)vals(t)e kentekenplaten.
Donderdagavond 14 november 2013 was het koopavond in Arnhem.