Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[naam 1],
[naam 1],
1.De procedure in de zaak 13-878
- het tussenvonnis van 23 oktober 2013 waarin een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 10 juli 2014.
- het tussenvonnis van 23 april 2014 waarin is bepaald dat de zaak op de parkeerrol zal komen,
- het ter gelegenheid van de comparitie in de zaak 13-878 gedane verzoek van mr. Wytema om in deze zaak vonnis te wijzen.
3.De feiten
- € 25.000,00 op 16 augustus 2011 en
- € 25.000,00 op 31 augustus 2011.
4.Het geschil
in de zaak 13-878
4.5.1. € 190.701,64 aan hoofdsom,
5.De beoordeling
in de zaak 13-878
€ 75.000,00 (zie 3.6) onverschuldigd door [naam 1] aan Overweg is betaald.
De herkomst van het zich op de en/of-rekening bevindende vermogen doet daarbij – in de verhouding tot derden – niet ter zake.
1.788,00(2,0 punt × tarief € 894,00)
894,00(1,0 punt × tarief € 894,00)
6.De beslissing
€ 2.053,21 aan wettelijke rente berekend tot 8 augustus 2013 alsmede een bedrag van
€ 3.245,24 aan buitengerechtelijke incassokosten,