Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
- [links]
- [links]
- [links]
- [links]
- [links]
- .
3.Het geschil
“Sommige resultaten zijn mogelijk verwijderd op grond van Europese wetgeving inzake gegevensbescherming. Meer informatie.”te verwijderen en verwijderd te houden;
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid
De veroordeling voor een ernstig misdrijf zoals het onderhavige en de negatieve publiciteit als gevolg daarvan zijn in het algemeen blijvend relevante informatie over een persoon. De negatieve kwalificaties die daarbij kunnen voorkomen zullen slechts in zeer uitzonderlijke gevallen ‘buitensporig’ of ‘onnodig diffamerend’ zijn. Gedacht zou kunnen worden aan de situatie dat het gepleegde feit zonder duidelijke aanleiding opnieuw aan de orde wordt gesteld met kennelijk geen ander doel dan de betrokkene te schaden of de situatie dat niet zozeer van zakelijke berichtgeving sprake is, maar van een ‘scheldpartij’. Ten aanzien van de zoekresultaten die eiser verwijderd wil zien is in de dagvaarding in het geheel niet onderbouwd (behalve met de in 4.9 reeds weerlegde argumenten) waarom deze ‘irrelevant’, dan wel ‘buitensporig’ of ‘onnodig diffamerend’ zouden zijn.
nietmet zijn volledige naam wordt genoemd, maar in het boek van [auteur]
wel. Zo kunnen internetgebruikers hem alsnog aan dat feit linken, aldus eiser. Dit maakt echter naar het oordeel van de voorzieningenrechter nog niet dat de bestreden zoekresultaten (de sites waarop het boek te koop wordt aangeboden) als buitensporig negatief kwalificerend of bovenmatig ten aanzien van het doel van de verwerking door Google Inc zijn aan te merken. Verwezen zij hier allereest naar hetgeen in 4.11 is overwogen. Verder gaat eiser er kennelijk vanuit dat er een afdwingbare norm is die journalisten – en daarmee volgens eiser kennelijk ook zoekmachines als Google Search – onder alle omstandigheden verplicht tot het anonimiseren van een verdachte of veroordeelde van een strafbaar feit. Een dergelijke afdwingbare norm bestaat echter niet. Tot slot gaat de redenering van eiser eraan voorbij dat het boek een mix van fictie en werkelijkheid is en ook als zodanig aan het publiek wordt gepresenteerd. Dus anders dan door eiser is gesteld, kan niet als vanzelfsprekend worden aanvaard dat gebruikers van het internet door de berichten over het feit waarvoor eiser is veroordeeld (waarin eiser volgens in Nederland heersend journalistiek gebruik niet met zijn volledige naam wordt aangeduid) in combinatie met de verwijzingen naar het boek (waarin de opgevoerde opdrachtgever tot de moord dezelfde naam heeft als eiser) zullen weten dat eiser is veroordeeld voor poging tot het uitlokken van een huurmoord. De internetgebruiker die nog niet weet dat eiser voor dit strafrechtelijke feit is veroordeeld kan uit de zoekresultaten niet afleiden dat dit het geval is. Van bovenmatige zoekresultaten ten aanzien van het doel van de verwerking door Google is dan ook geenszins sprake.
“Sommige resultaten zijn mogelijk verwijderd op grond van Europese wetgeving inzake gegevensbescherming. Meer informatie.”heeft Google Inc aangevoerd dat zij deze mededeling sinds juni 2014 standaard vermeldt onder zoekresultaten voor zoekacties die zijn verricht op basis van een persoonsnaam, tenzij het de naam van een bekend persoon betreft. Volgens Google Inc staat deze mededeling volledig los van een al dan niet bij haar ingediend verwijderingsverzoek. Eiser heeft hier onvoldoende tegenover gesteld, zodat voorshands van de juistheid van hetgeen door Google Inc is aangevoerd wordt uitgegaan. Dat, zoals eiser stelt, met deze mededeling enige onjuiste suggestie wordt gewekt kan dan ook niet worden geconcludeerd. Deze vordering wordt derhalve afgewezen.
816,00