4.3.2Het oordeel over het onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 ten laste gelegde
De rechtbank is van oordeel dat het ten laste gelegde onder 1, 2, 3, 4, 6 en 7 bewezen kan worden verklaard. De rechtbank overweegt met betrekking tot de door de verdediging gevoerde verweren nog het volgende.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
Uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting blijkt dat hij tijdens het verrichten van ontuchtige handelingen met jongen 1 en jongen 2, samen met hen op zijn telefoon naar porno keek, waarbij mannen en vrouwen (in de woorden van verdachte) aan het ‘neuken’ waren. Door dergelijke beelden onder de geschetste omstandigheden aan zeer jonge jongens te tonen heeft verdachte minst genomen het risico genomen dat hierdoor schade bij deze jongens zou optreden.
Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde
Levering ontploft vuurwerk door verdachte
Uit het dossier blijkt dat jongen 1 gedurende een aanzienlijke periode veelvuldig vuurwerk van verdachte kreeg in ruil voor – samengevat – ontuchtige handelingen, zoals verdachte ook heeft bekend. Hieronder bevond zich ook een Super Cobra 6 2G. Jongen 1 heeft van meet af aan verklaard dat hij één, misschien twee Super Cobra’s 6 2G van verdachte heeft gekregen en dat één daarvan in zijn hand is ontploft. Op grond van onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) is vast komen te staan dat een Super Cobra 6 2G in de hand van jongen 1 is ontploft. Tijdens de doorzoeking van het huis van verdachte zijn 3 Super Cobra’s 2G aangetroffen.
Verdachte heeft aangevoerd dat evenwel niet met zekerheid kan worden aangenomen dat nu juist een door hem geleverde Super Cobra 6 2G is ontploft, omdat deze evengoed door een ander aan jongen 1 kan zijn geleverd. Verdachte heeft in dit verband gewezen op twee mogelijke andere leveranciers, namelijk enerzijds de broer van jongen 1 en anderzijds een zekere “Kostja”. Hieromtrent overweegt de rechtbank als volgt. Vooropgesteld wordt dat Jongen 1 steeds heeft verklaard dat hij uitsluitend vuurwerk van verdachte heeft gekregen, waaronder de door hem afgestoken Super Cobra 6 2G. De rechtbank ziet geen aanleiding aan de verklaringen van jongen 1 op dit punt te twijfelen. Het wordt bevestigd in de WhatsApp berichten afkomstig van de mobiele telefoon van jongen 1, waaruit blijkt van zeer veelvuldig contact met verdachte over het te leveren vuurwerk. Van een andere leverancier van vuurwerk aan jongen 1 is in die WhatsApp berichten geen enkele sprake.
Verdachte heeft geopperd dat een vriend van jongen 1 de ontplofte Super Cobra 2G van de hem bekende “Kotsja”, genaamd [naam 1] heeft gekocht en deze vervolgens aan jongen 1 heeft gegeven. Verdachte heeft aangegeven dit te hebben gehoord van een derde die aanwezig zou zijn geweest bij het ongeluk. De naam van deze derde wil verdachte om hem moverende redenen niet noemen. Dit door verdachte geschetste scenario, dat verder niet feitelijk is onderbouwd en in geen enkel opzicht wordt ondersteund door de verklaringen van jongen 1 of andere bewijsmiddelen, acht de rechtbank onaannemelijk. De door [naam 1] in dit verband afgelegde verklaring, wordt door de rechtbank betrouwbaar geacht, onder meer gezien het feit dat hij gedetailleerd heeft verklaard en daarbij ook zich zelf heeft belast. Nikanovitsj ontkent daarin vuurwerk te hebben geleverd aan een minderjarige jongen in Amsterdam Oost, behoudens eenmaal aan een jongen van 15 jaar, genaamd [naam 2].
De enige aanwijzing in het dossier voor een mogelijk andere leverancier van illegaal vuurwerk aan jongen 1 betreft een bericht op de Facebook pagina van jongen 1, waarin hij heeft geschreven dat hij er “een van zijn broer had gehad”. Daarmee geconfronteerd heeft jongen 1 verklaard tegen andere kinderen te hebben gezegd dat hij met zijn broer naar België zou gaan om het te kopen en zo wilde laten zien dat hij geen saaie broer had. In werkelijkheid heeft hij nooit vuurwerk met zijn broer gekocht aldus jongen 1. Deze verklaring van jongen 1 wordt bevestigd door de verklaring van zijn broer, die hier uitgebreid over is gehoord en gemotiveerd ontkent dat hij ooit vuurwerk heeft gekocht, laat staan met zijn broertje. Ook deze verklaring acht de rechtbank betrouwbaar, te meer nu zij wordt gesteund door de verklaring van jongen 1 en zijn uitleg dat hij graag wilde dat andere kinderen zouden denken dat hij een stoere broer heeft, de rechtbank aannemelijk voorkomt. Daar komt nog bij dat het dossier verder geen enkel aanknopingspunt biedt voor de stelling dat de ontplofte illegale en gevaarlijke Super Cobra 6 2G door zijn oudere broer aan de toen 11 jarige jongen 1 zou zijn gegeven. Ook dit scenario wordt door de rechtbank dan ook als onaannemelijk terzijde geschoven.
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is overwogen bewezen dat verdachte degene is geweest die de ontplofte Super Cobra 6 2G aan jongen 1 heeft geleverd.
Schuld van verdachte
De rechtbank ziet zich voorts voor de vraag gesteld of het aan de schuld van verdachte te wijten is dat jongen 1 ten gevolge van het ontploffen van de door hem geleverde Super Cobra 6 2G zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
Vast staat dat de Super Cobra 6 2G zeer gevaarlijk vuurwerk betreft en dat ontploffing hiervan, afhankelijk van de plaats van ontploffing en de positie ten opzichte van het lichaam, zelfs dodelijk zou kunnen zijn. Verdachte wist dat dit soort vuurwerk wordt aangemerkt als professioneel vuurwerk en in Nederland illegaal is, omdat het als zeer gevaarlijk wordt beschouwd. Met het openbaar ministerie is de rechtbank van oordeel dat reeds het enkele gegeven dat verdachte dit vuurwerk heeft gegeven aan een 11-jarige jongen – die dit vervolgens op verkeerde wijze tot ontploffing heeft gebracht en hierdoor zwaar letsel heeft opgelopen – schuld oplevert in de zin van artikel 308 van het Wetboek van Strafrecht. Naar algemeen bekend is, kan van een 11 jarige jongen immers niet verwacht worden dat hij zich gedraagt zoals een volwassen persoon dat zou doen. Zelfs indien verdachte duidelijke instructies had gegeven over de wijze van afsteken, waarvan overigens niets is gebleken, dan nog had hij er rekening mee moeten houden dat dergelijke instructies door een 11 jarige jongen niet zouden worden opgevolgd of dat deze anderzins onzorgvuldig met het gevaarlijke vuurwerk zou omspringen, zoals in casu ook is gebeurd. Verdachte had een dergelijk stuk vuurwerk hoe dan ook nooit aan een kind mogen verstrekken.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het ontstaan van zwaar lichamelijk letsel bij jongen 1 aan de schuld van verdachte te wijten is.
4.3.3Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
in de periode van 1 mei 2013 tot en met 11 december 2013 te Amsterdam,
- met jongen 1, geboren op 1 januari 2002, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
terwijl dat kind aan zijn waakzaamheid toevertrouwd was,
buiten echt een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft hij verdachte, telkens de penis van die jongen in zijn, mond gebracht en aan die penis gezogen;
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde
in de periode van 1 mei 2013 tot en met 11 december 2013 te Amsterdam, meermalen door giften, te weten het geven van een hoeveelheid gevaarlijk vuurwerk zoals Cobra 6 en/of Thunder Cracker en/of Flash Bangs, jongen 1, geboren op 1 januari 2002 en jongen 2, geboren op 22 november 2000, waarvan verdachte wist dat deze jongens de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te weten:
- het brengen van de penis van die jongen 1 in zijn, verdachte's, mond en
- het zuigen aan de penis van die jongen 1,
- het zichzelf (rb: jongen 1 en 2 ) in aanwezigheid van hem, verdachte, aftrekken
te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
in de periode van 1 mei 2013 tot en met 11 december 2013 te Amsterdam jongen 1, geboren op 1 januari 2002 en jongen 2, geboren op 22 november 2000, van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van zijn, verdachte’s seksuele handelingen, door
- in het bijzijn van die jongen 1 en die jongen 2 zijn broek te laten zakken en open te doen en
zijn penis uit zijn broek te halen en
- zich in het bijzijn van die jongen 1 en/of die jongen 2 af te trekken;
ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
in de periode van 1 mei 2013 tot en met 11 december 2013 te Amsterdam, telkens een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk was te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, heeft vertoond aan jongen 1, geboren 1 januari 2002 en jongen 2, geboren op 22 november 2000, van wie verdachte wist dat deze jongens jonger waren dan zestien jaar, immers heeft verdachte meermalen afbeeldingen met daarop seksuele handelingen tussen mannen en vrouwen op zijn telefoon laten zien;
ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde
in de periode van 1 januari 2013 tot en met 11 december 2013 te Amsterdam aanmerkelijk onvoorzichtig aan jongen 1 een Super Cobra 6 2G, heeft geleverd terwijl hij, verdachte, wist of had moeten weten dat:
- jongen 1 minderjarig was en
- de Super Cobra 6 2G, professioneel vuurwerk is en
- de Super Cobra 6 2G, bij onprofessioneel gebruik zeer gevaarlijk kan zijn en
jongen 1 deze Super Cobra 6 2G, heeft afgestoken en dat deze Super Cobra 6 2G tijdens of vlak na het afsteken in de hand, althans in de directe nabijheid van die jongen 1 is ontploft,
waardoor het aan verdachte’s, schuld te wijten is geweest dat die jongen 1 zwaar lichamelijk letsel, te weten een weggeslagen en/of geamputeerde (linker)hand en diepe (2e en/of 3e graads) brandwonden op de buik en letsel aan de milt en de darmen en de linker nier, heeft bekomen;
ten aanzien van het onder 7 ten laste gelegde
in de periode van 1 januari 2013 tot en met 19 december 2013 te Amsterdam opzettelijk,
professioneel vuurwerk dat bestemd was voor particulier gebruik,
(in een pand op de [adres])
3 Super Cobra's 6 en
3 Super Cobra‘s 6 2G en
1. vuurpijl Staway
(op het terrein van natuurspeelpark Jeugdland)
49 Super Cobra’s
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad,
1. Super Cobra 6 2G en
7 Super Cobra‘s 6 en
20 Thunder Crackers en
20 Flash Bangs en
19 strijkers (groen) en
19 Bermudas en
2 Scorpio‘s en
7 Vlinderbommen en
8 Jumping Thunders en
1. Smoke en 1 Green Smoke en 1 Black Smoke,
aan een ander, te weten jongen 1, ter beschikking heeft gesteld.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.