Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
Ter zitting waren aanwezig, voor zover hier van belang:
2.De feiten
(…) Ik ga nu over tot het oprichten van de stichting Street Art Foundation. Daaraan worden, zoals afgesproken, de kunstwerken geschonken, en te gelde gemaakt, en vanuit die stichting kan dan een additionele geldstroom voor [eiser]([eiser], vzr.)
op gang komen.
De huidige situatie. We staan er financieel niet heel goed voor. Toen [gedaagde 1]([gedaagde 1], vzr.)
is gestart met helpen, zijn allereerst allerlei schulden uit het verleden (ca. 70.000 euro) weggewerkt. Vervolgens is Nouvelles Images als nieuwe galerie aangetrokken. Zij hebben in de afgelopen 18 maanden 2 schilderijen en een (…) tekening verkocht; dat was ver beneden de verwachting. Van de galerie uit Denemarken komt al sinds zomer 2012 geen geld meer. (…) Op basis van de verwachting dat Nouvelles Images wel een aantal schilderijen zou verkopen heeft [gedaagde 1] geld geleend voor:
De kantonrechter is van oordeel dat de rechthebbende([eiser], vzr.)
een zodanig zorgnetwerk heeft opgebouwd dat hij hiermee voldoende steun lijkt te hebben om zijn belangen te behartigen. Belangrijk is wel dat het huidige netwerk wordt voortgezet om problemen in de toekomst te voorkomen.”
Nog even concreet over de openstaande vordering van mij.
(…) wil ik nogmaals benadrukken dat alle afspraken die wij met betrekking tot [eiser] hebben gemaakt altijd via de Stichting Streetart Foundation zijn gemaakt en nooit direct met [eiser]. Gedurende de samenwerking met de Streetart Foundation zijn er in totaal drie werken verkocht. Twee schilderijen en een tekening. Een schilderij en de tekening zijn met de stichting afgerekend en het geld van het tweede schilderij is naar de derdengeldrekening van het advocatenkantoor Moszkowicz in Utrecht overgemaakt.”
Ik verklaar dat ik in de tijd dat ik bewindvoerder was van Dhr [eiser] ervan op de hoogte was dat de Stichting Street Art foundation, waar u voorzitter van bent, de kunststukken van Dhr [eiser] in eigendom had en daarmee veilig stelde met als doel de kunststukken te verkopen en de opbrengst hiervan te gebruiken om Dhr [eiser] te steunen in zijn leven. Daarnaast werd ook een deel van de opbrengst gebruikt voor het afbetalen van schulden die Dhr [eiser] zelf of zijn vorige bewindvoerders heeft gemaakt. (…) Ik was akkoord met de gang van zaken.”