Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 februari 2013, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 19 juni 2013, waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van de op 27 september 2013 gehouden comparitie van partijen, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
op verzoekeen onderhoudsrapport voor het komend jaar te vervaardigen), ziet de rechtbank onvoldoende steun voor het standpunt van [eiser] dat Van Staveren doorlopend zelfstandig aanbevelingen moest doen met betrekking tot het onderhoud. Bovendien acht de rechtbank eveneens onvoldoende onderbouwd dat de (gestelde) slechte staat van onderhoud van de buitenkant van de panden zou zijn veroorzaakt door het uitblijven van dergelijke aanbevelingen. Nu [naam] zich blijkens de verklaring [naam 2] zelf (mede) bezig hield met het schilderwerk en hij groot onderhoud zo beperkt mogelijk wenste te houden, is alleszins aannemelijk dat [naam] bekend was met de staat van onderhoud en er bewust voor koos de buitenkant van de woningen niet op te knappen.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)