Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 oktober 2013, met producties,
- de conclusie van antwoord van [gedaagden 1, 2 en 3], met producties,
- de conclusie van antwoord van [gedaagde 4], met producties,
- het tussenvonnis van 26 maart 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 17 juli 2014, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
in 2010 substantieel achter (…) bij de verwachtingen (zoals toegelicht op 26 en 27 april jl.). Deze trend zet zich door (…) Opnieuw blijkt de zeer benarde liquiditeitspositie op korte termijn. (…) Opnieuw zal zowel in juli als augustus het liquiditeitstekort opgevangen moeten worden door uitstel van crediteurenbetalingen. De directie kan niet overzien of dit laatste redmiddel ([(...)] tonen opnieuw geen enkele bereidheid te overbruggen) ook in Q3 voldoende zal zijn.’
zijn wij bereid om naar het, op eerste indruk positieve, nieuwe businessplan te kijken, doch uitsluitend indien Thieme er in slaagt om haar liquiditeit te managen.’
- De door Thieme voorgenomen verkoop van een dochteronderneming, Wyt Gevaarsetiketten, was niet van de grond gekomen.
- De betaling van (a) de salarissen van het personeel en (b) de belastingschulden over de lopende periode zou niet tijdig kunnen plaatsvinden binnen de bestaande kredietlimieten.
- De belastingschulden waren in de zomerperiode aanzienlijk opgelopen.
- De belastingdienst was niet bereid in te stemmen met een nader uitstel van betaling, waardoor sprake was van een acute dreiging van fiscale maatregelen tot invordering.
- [gedaagden 1, 2 en 3] was niet bereid opnieuw overstanden toe te staan ten behoeve van de betaling van de salarissen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Thieme loopt op korte termijn veel risico als gevolg van onzekerheid omtrent omzet, winst en flexibiliteit van crediteuren,
- de huidige en verwachte liquiditeitspositie is uiterst risicovol,
- alleen verder door crediteuren te verlenen uitstel van betaling of een aanvullende financiering op korte termijn lijkt een oplossing te kunnen bieden,
- de omzet in de sector heeft zijn laagste punt bereikt en herstel lijkt naar verwachting pas op zijn vroegst in 2011 in te zetten.
- de grafische sector kampt met overcapaciteit en vooral kleine spelers gaan failliet (Thieme was een grote speler),
- synergievoordelen in de onderneming van Thieme zijn niet benut,
- het bestuur ([naam 4] en [naam 5]) lijken de juiste prioriteiten te stellen,
- de gehele organisatie, en in het bijzonder de verkooporganisatie, wordt in Q3-Q4 gereorganiseerd, met een reductie van 163 FTE, tijdige doorvoering is afhankelijk van de slagvaardigheid van het bestuur en het bestuur lijkt op schema te liggen,
- de voorgenomen kostenbesparingen lijken niet onrealistisch (industrie-benchmark), nu er nu veel inefficiëntie in de organisatie aanwezig lijkt te zijn,
- Thieme zou de best presterende concurrent in 2012 kunnen benaderen (EBITDA benchmark),
- de bodem in de omzet lijkt bereikt en herstel lijkt op zijn vroegst in 2011 in te zetten,
- de nieuwe verkoopstrategie lijkt in te spelen op huidige klantbehoeften en algemene trends in de markt voor grafimedia.
5.160,00(2 punten × tarief € 2.580,-)
5.160,00(2 punten × tarief € 2.580,-)
5.De beslissing
- aan de zijde van [gedaagden 1, 2 en 3] tot op heden begroot op € 8.875,- en
- aan de zijde van [gedaagde 4] tot op heden begroot op € 5.749,- en € 131,- voor nakosten indien dit vonnis niet wordt betekend, dan wel € 199,- indien dit vonnis wordt betekend, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten met inbegrip van de nakosten vanaf veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,