In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 4 februari 2014, staat de vraag centraal of de werkgever, ACK Zorgmaat Kraamzorg BV, het recht had om de werknemer, aangeduid als [eiseres], op staande voet te ontslaan tijdens haar ziekte. De werknemer was in dienst als kraamverzorgende en had zich ziek gemeld na een operatie. Tijdens haar ziekteverlof verzocht zij de werkgever om een arbo-arts in te schakelen, maar de werkgever eiste dat zij eerst op kantoor kwam om haar situatie te bespreken. De werknemer weigerde dit, met als argument dat zij ziek was en dat haar huisarts en specialist haar rust hadden voorgeschreven.
De kantonrechter oordeelde dat de verzoeken van de werkgever aan de werknemer om op kantoor te verschijnen niet redelijk waren, gezien de omstandigheden van de ziekte van de werknemer. De rechter benadrukte dat het inschakelen van een arbo-arts verplicht is volgens de Arbeidsomstandighedenwet en dat de werkgever niet het recht heeft om zich een medisch oordeel aan te matigen. De rechter concludeerde dat het ontslag op staande voet nietig was, omdat de werknemer niet in gebreke was gebleven en haar verzoek om een arbo-arts in te schakelen legitiem was.
De rechter wees de vorderingen van de werknemer toe, waaronder de doorbetaling van haar loon en de uitbetaling van de eindejaarsuitkering. De werkgever werd ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de rechten van werknemers tijdens ziekte en de verplichtingen van werkgevers in het kader van re-integratie en medisch advies.