Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
3 [naam gedaagde 3],
4 [naam gedaagde 4],
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 maart 2013
- de akte inbreng producties van Fa-Med
- de conclusie van antwoord, met producties
- het tussenvonnis van 9 oktober 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 10 februari 2014, met de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
bestuurdersaansprakelijkheid
contractenmet verzekeraars. Ook andere aanknopingspunten dat TBP had kunnen weten dat met
contractenslechts
zorgcontractenwerden bedoeld ontbreken. Daarnaast is het volgende van belang. In het vragenformulier staat dat een kopie van de contracten met verzekeraars moet worden overgelegd aan Fa-Med; onbetwist is dat TBP de betaalafspraken, voor zover deze schriftelijk waren bevestigd, aan Famed heeft aangeleverd. De rechtbank houdt het er dus voor dat Fa-Med bekend was, of had kunnen zijn, met de inhoud van de afspraken van TBP met de verzekeraars. Fa-Med had dus ten tijde van het aangaan van de overeenkomst kunnen weten dat TBP slechts betaalafspraken en geen zorgcontracten had afgesloten. Ten slotte, zelfs als er veronderstellenderwijs van wordt uitgegaan dat wél verwijtbaar onjuiste informatie door TBP aan Famed zou zijn verschaft, dan is onvoldoende toegelicht welke nadelige gevolgen dit voor Fa-Med heeft gehad. Vaststaat dat Fa-Med naar aanleiding van de reclamemeldingen van de verzekeraars in februari 2012 een full factoring overeenkomst met TBP is aangegaan, onder meer teneinde het niet verzekerde deel van het de vorderingen bij patiënten te kunnen incasseren en daarmee haar risico te beperken. Dat het gestelde nadeel van Fa-Med hiermee niet voldoende is gecompenseerd is niet gesteld of gebleken.
chief financial officervan Fa-Med, van 29 november 2012 (productie 24 bij conclusie van antwoord). Daarin zegt [naam 1] dat sprake is van een fout in de software, met als gevolg foutieve aanlevering door TBP. Onduidelijk blijft waarom Fa-Med op dit standpunt is teruggekomen. Noch het door Fa-Med in het geding gebrachte rapport van [naam 2], noch andere na de datum van voormelde mail beschikbaar gekomen informatie wijzen in de richting van misleiding door TBP.