Voorts is de getuige [naam 1] gehoord. [naam 1] heeft – voorzover relevant – het navolgende verklaard:
Vanaf 1998 ben ik hoofd van de financiële administratie. De postkamer was eerst een onderdeel van IT en is op 1 januari 2010 onder de financiële administratie gebracht. Het kwam erbij. De leidinggevende bij IT was [naam 4] die toen op 1 januari 2010 vertrok. Volgens mij was [naam 5] de leidinggevende van [eiser] toen hij nog chauffeur was.
Toen ik leidinggevende werd heeft er met [naam 4] geen echte overdracht plaatsgevonden. Over [eiser] is wel aangegeven dat hij tijdelijk op de postkamer werkte ter ondersteuning wegens een zieke werknemer, [naam 2] geheten. Op dat moment werkte naast [eiser] ook [naam 3] op de postkamer. Ik heb met beiden een kennismakingsgesprek gehad. .... In dat gesprek heb ik niet met [eiser] gesproken over de tijdelijkheid van zijn functie.
Ik heb 1 functioneringsgesprek met [eiser] gehad. Volgens mij is dat in het voorjaar van 2012 geweest. Misschien is het ook wel eind 2011 geweest. In ieder geval is volgens mij toen niets vastgelegd over de functie van [eiser].
Vanaf 1 januari 2010 heb ik net als mijn voorganger nagenoeg wekelijks overleg met de postkamer gehad. Dat overleg was een werkoverleg, maar er kwamen ook andere onderwerpen aan de orde. Zo is er ook gesproken over de tijdelijkheid van de functie van [eiser]. ........ U moet weten dat de werknemer [naam 2] van de postkamer arbeidsongeschikt was. [eiser] verving hem tijdelijk. Het was niet duidelijk of en wanneer hij zou terugkeren zodat ik verwacht dat ik in ieder geval in 2010 niet over de tijdelijkheid van de functie heb gesproken. In 2011 is dat wel gebeurd en ik weet niet wie daartoe het initiatief heeft genomen. Wel heb ik van het gesprek op 31 mei 2011 een gespreksnotitie gemaakt en ondertekend. Die gespreksnotitie heb ik aan [eiser] overhandigd. .... U toont mij die notitie en ik zeg u dat dat inderdaad de notitie is waarover ik spreek.
U vraagt mij wat de zin betekent “Er is nog steeds sprake van een tijdelijke situatie, afgesproken is dat [eiser] de postkamer ondersteunt zolang [naam 2] ziek is”. Die zin betekent dat [eiser] als chauffeur terugkeert als [naam 2] hersteld is en weer op de postkamer komt werken. Als u mij vraagt wat de situatie is als [naam 2] niet terugkeert dan zeg ik u dat daar in algemene zin over is gesproken. De werkdruk op de postkamer was onvoldoende voor twee personen. Ik zag een afname in werk en het werk was niet genoeg voor twee fulltimers. ..... In september 2011 wist ik definitief dat [naam 2] niet zou terugkeren.
U houdt mij voor dat in het tussenvonnis staat dat ik op 19 oktober 2012 een gesprek met [eiser] heb gehad. U vraagt mij wat in dat jaar is gebeurd. Ik vertelde u al dat er niet genoeg werk was voor twee mensen op de postkamer. Ik heb toen gekeken naar de terugkeermogelijkheden van [eiser] als chauffeur. Er was toen geen vacature. Toen eind 2012 er wel een vacature was en ik van mening was dat 1 fulltimer op de postkamer voldoende was, heb ik [eiser] gemeld dat hij als chauffeur zou terugkeren. Dat heb ik toen ook tegen [eiser] gezegd.
In die tussenliggende periode van een jaar heb ik wel met [eiser] over de overbezetting op de postkamer gesproken, maar niet over terugplaatsen. Dat was toen niet concreet. Ik heb hem in die periode gezegd dat ik zie dat de werkdruk afneemt en dat op de postkamer met minder fulltimers moet worden gewerkt.
In het voorjaar van 2012 heb ik contact gehad met [naam 5], zijn vorige leidinggevende. Ik heb toen niet gezegd dat [eiser] niet meer op de postkamer nodig was en dat aan de tijdelijke functie een einde kwam zodat hij naar de afdeling van [naam 5], het distributiecentrum (DC), kon terugkeren. Dat was achteraf misschien wel beter geweest.
U vraagt mij naar de wijziging op de salarisspecificatie in maart 2011. Die wijziging had te maken met de urenregistratie. Ook was het praktisch handiger dat [eiser] administratief op mijn afdeling werd gezet. U moet daarbij onder meer denken aan mailing aan de afdeling en dergelijke. Ik heb [eiser] toen verteld dat hij administratief werd overgeplaatst naar het hoofdkantoor. Dat heb ik rond maart 2011 verteld. Ik heb dit niet per brief bevestigd.
U vraagt mij of het voor mij niet eerder dan september 2011 duidelijk was dat [naam 2] niet naar de postkamer zou terugkeren. Dat was voor mij niet eerder duidelijk. Zo heeft hij ook op arbeid therapeutische basis werkzaamheden verricht. Ik weet niet zeker wanneer de eerste ziektedag van [naam 2] was, maar ik denk september 2009.
........
Als u mij vraagt of ik mij dat gesprek met [naam 5] in het voorjaar van 2012 nog kan herinneren dan antwoord ik dat ik hem heb gevraagd of er voor [eiser] een mogelijkheid was op DC. Hij antwoordde mij toen: op dit moment niet, maar in het najaar wel. Als reden gaf hij op dat in het najaar een chauffeur met pensioen zou gaan.
[eiser] heeft mij niet gevraagd om een nieuwe arbeidsovereenkomst met hem aan te gaan.