ECLI:NL:RBAMS:2014:5364

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 juli 2014
Publicatiedatum
26 augustus 2014
Zaaknummer
HA ZA 13-817
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling facturen en erkenning verschuldigdheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 juli 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Jetsupport B.V. en Livigno Financial Services B.V. Jetsupport vorderde betaling van onbetaalde facturen ter hoogte van € 79.944,63, vermeerderd met rente en kosten. Jetsupport stelde dat LFS gehouden was tot betaling omdat zij de verschuldigdheid van de facturen had erkend en betalingstoezeggingen had gedaan. LFS voerde verweer en betwistte de erkenning van de verschuldigdheid en de betalingsverplichting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat uit de e-mailcorrespondentie en gespreksverslagen niet blijkt dat LFS de verschuldigdheid van de facturen heeft erkend. De rechtbank oordeelde dat Jetsupport onvoldoende bewijs had geleverd dat LFS de facturen had ontvangen en dat de betalingstoezeggingen betrekking hadden op de in geding zijnde facturen. Daarnaast werd de stelling van Jetsupport dat LFS gebonden was aan de betalingsverplichting uit de overeenkomst verworpen, omdat LFS niet had getekend voor de overeenkomst.

Verder werd het beroep van Jetsupport op schuldoverneming afgewezen, omdat er geen overeenstemming was tussen LFS en Solid-aiR over de overname van de schuld. Ook het beroep op ongerechtvaardigde verrijking werd afgewezen, omdat niet was komen vast te staan dat LFS door het onderhoud van Jetsupport was verrijkt. De rechtbank concludeerde dat er geen rechtsgrond aanwezig was voor de vorderingen van Jetsupport en wees deze af. Jetsupport werd veroordeeld in de proceskosten van LFS, die op € 3.624,00 werden begroot, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/547017 / HA ZA 13-817
Vonnis van 30 juli 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JETSUPPORT B.V.,
gevestigd te Haarlemmermeer,
eiseres,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LIVIGNO FINANCIAL SERVICES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. drs. R.V. van den Wildenberg te ‘s-Hertogenbosch.
Partijen zullen hierna Jetsupport en LFS worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 juli 2013, met producties,
  • de conclusie van antwoord,
  • het tussenvonnis van 20 november 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
  • het proces-verbaal van comparitie, welke heeft plaatsgehad op 10 april 2014, en de daarin genoemde stukken,
  • het verzoek zijdens Jetsupport van 28 april 2014 tot aanpassing van het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
LFS was eigenaar van een vliegtuig van het merk Dassault, type Falcon (hierna: de PH-LCG) en van een vliegtuig van het merk Cessna, type Citation (hierna: de PH-MFX en hierna gezamenlijk: de vliegtuigen).
2.2.
Solid-aiR B.V. (hierna: Solid-aiR) was de operator van de vliegtuigen op basis van een zogeheten AOC-vergunning.
2.3.
Jetsupport is een bedrijf dat zich richt op het onderhoud en reparaties aan (kleinere) vliegtuigen en heeft onderhoud uitgevoerd aan de vliegtuigen.
2.4.
Bij e-mail van 8 oktober 2008 van [naam 1] aan Jetsupport (cc aan onder meer Solid-aiR) is geschreven:
“(…)
Ik ga vanmiddag alle facturen met bijbehorende correspondentie deponeren bij onze administratie. Daar zal nog eens nauwgezet worden beoordeeld of tot betaling kan worden overgegaan. Ik verzoek je vanaf heden alle facturen en correspondentie te richten aan:
Livigno Financial Services B.V.
(…)”
2.5.
Een gespreksverslag van een gesprek dat tussen [naam 2] (LFS), [naam 3] (Solid-aiR), [naam 4] (Jetsupport) en [naam 5] (Jetsupport) heeft plaatsgevonden op 10 september 2009 luidt als volgt:
“(…)
2. Overzicht openstaande nota’s
JetSupport overlegt een overzicht met openstaande nota’s.(…)
[naam 2] geeft aan dat Livigno alleen de facturen kent die reeds door Solid zijn goedgekeurd.
(…)
4. Betalingsafspraak
[naam 2] spreekt de intentie uit om de reeds goedgekeurde facturen zo snel mogelijk te betalen, het signaal dat JetSupport afgeeft is duidelijk. JetSupport en Solid Air spreken uit om zo snel mogelijk de resterende facturen goedgekeurd te krijgen en in de toekomst dit proces zo kort mogelijk te houden.
2.6.
Op 17 februari 2010 is de PH-MFX verkocht aan PH-MFX Exploitatie B.V. (hierna: MFX Exploitatie).
2.7.
Bij e-mail van 22 februari 2010 van LFS aan Jetsupport is geschreven:
“(…)
Ik ga er vanuit dat de facturen in origineel per post volgen. Je hoeft wat mij betreft dan ook niet de factuur meer te emailen.(…)”
2.8.
Op 30 januari 2011 is tussen Solid-aiR en Jetsupport een “maintenance-agreement” (hierna: de overeenkomst) tot stand gekomen, op grond waarvan Jetsupport onderhoud heeft uitgevoerd aan (onder meer) de vliegtuigen. In artikel 4.3 van de overeenkomst is voor de wijze van betaling verwezen naar Annex 1 bij de overeenkomst (hierna: Annex 1). Annex 1 luidt als volgt, voor zover van belang:
“(…)
Services to be performed by JetSupport
(…)
3. Payments
3.1
All payments due by Solid aiR/Owner as a result of this Agreement shall be made in Euro’s within 30 days (thirty) adter the date of invoice into JetSupport’s account.
(…)
3.5
If an arrangement has been made that the Owner pays invoices directly to JetSupport and the Owner fails to pay his invoices on time, it is agreed that Solid aiR is entitled to withhold aircraft lease payments to the Owner and pay JetSupport invoices directly.
2.9.
In Annex 2 bij de overeenkomst (hierna: Annex 2) is een overzicht opgenomen met de vliegtuigen waarop de overeenkomst ziet. Op een van de pagina’s van Annex 2, die betrekking heeft op de PH-LCG, staat de naam van LFS vermeld, waaronder een ruimte is gelaten voor ondertekening door [naam 1].
2.10. Bij e-mail van 9 september 2011 van LFS aan Jetsupport is geschreven:
“(…)
Ik zal de nota’s die ik ontvangen heb volgende week voldoen.(…)”
2.11.
Bij e-mail van 13 september 2011 van LFS aan Jetsupport is geschreven:
“(…)
Wij hebben gistermiddag met elkaar gesproken over de openstaande nota’s en daarover afspraken gemaakt. Jij zou zorgen voor een toelichting op onderdelen (per email later aan je voorgelegd) en ik zou daarna voor een snelle betaling zorgdragen. Gisteravond krijg ik onderstaande email die ik niet kan plaatsen in de afspraken die we eerder die dag gemaakt hadden. Helaas ontbreekt nog steeds de toelichting bij de facturen. Daarnaast stuur je me facturen die ik niet ken en niet geaccordeerd zijn.(…)”
2.12.
Op 6 oktober 2011 is Solid-aiR in staat van faillissement verklaard.

3.Het geschil

3.1.
Jetsupport vordert na vermeerdering van eis - samengevat - veroordeling van LFS tot betaling van € 79.944,63, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Jetsupport legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij in opdracht van Solid-aiR onderhoudswerkzaamheden heeft verricht aan de vliegtuigen en dat een aantal van de facturen daarvoor onbetaald zijn gebleven. Jetsupport stelt dat LFS gehouden is tot betaling van de facturen, omdat zij de verschuldigdheid daarvan heeft erkend en betalingstoezeggingen heeft gedaan. Subsidiair stelt Jetsupport dat LFS gebonden is aan de betalingsverplichting die voortvloeit uit de overeenkomst. Meer subsidiair stelt Jetsupport dat LFS de schuld van Solid-aiR uit hoofde van de overeenkomst heeft overgenomen. Tot slot stelt Jetsupport meest subsidiair dat LFS ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van Jetsupport.
3.3.
LFS voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Erkenning/betalingstoezegging

4.1.
Jetsupport betoogt dat uit de hiervoor onder 2.10 en 2.11 weergegeven e-mails en uit het onder 2.5 weergegeven gespreksverslag blijkt dat LFS de verschuldigdheid van de facturen van Jetsupport heeft erkend, althans ten aanzien daarvan een betalingstoezegging heeft gedaan. LFS betwist dat zij met de betalingstoezeggingen heeft erkend dat zij alle facturen van Jetsupport zou betalen en betwist, zo begrijpt de rechtbank, dat de betalingstoezeggingen betrekking hadden op de in het geding zijnde facturen.
4.2.
Uit de bewoordingen van voornoemde e-mails en het gespreksverslag volgt niet dat LFS heeft toegezegd dat zij alle facturen van Jetsupport zou voldoen en zulks heeft Jetsupport ook redelijkerwijs niet uit de bewoordingen mogen afleiden. LFS heeft in de onder 2.10 weergegeven e-mail immers slechts toegezegd dat zij de
nota’s die zij heeft ontvangenzal betalen. Jetsupport heeft niet, althans onvoldoende onderbouwd, gesteld dat LFS de facturen die thans in het geding zijn op dat moment had ontvangen, zodat niet kan worden geoordeeld dat de betalingstoezegging op deze facturen zag. Hetzelfde geldt ten aanzien van de betalingstoezegging die zou zijn gedaan in het gesprek op 10 september 2009. In het verslag staat slechts dat LFS heeft toegezegd
de reeds goedgekeurde facturen(die op een overzicht stonden vermeld) te zullen betalen. Jetsupport heeft hieruit niet mogen afleiden dat de toezegging zag op alle facturen van Jetsupport en zij heeft onvoldoende gesteld dat de thans in het geding zijnde facturen behoorden tot de reeds op dat moment goedgekeurde facturen uit het overzicht. Ook ten aanzien van de onder 2.11 weergegeven e-mail kan niet worden geoordeeld dat de daarin gedane betalingstoezegging ziet op alle facturen van Jetsupport en/of op de facturen die thans in het geding zijn. Sterker nog, uit de e-mail blijkt dat LFS kennelijk niet over alle facturen beschikte waarvan Jetsupport betaling wenste. Bovendien blijkt uit die e-mail dat Jetsupport eerst een toelichting op de facturen diende te geven, alvorens tot betaling zou worden overgegaan en niet gesteld of gebleken is dat Jetsupport deze toelichting heeft gegeven. Dat LFS de verschuldigdheid van de thans in het geding zijnde facturen heeft erkend of heeft toegezegd deze facturen te betalen, is dus niet komen vast te staan.
Overeenkomst
4.3.
In de dagvaarding heeft Jetsupport gesteld dat LFS gebonden is aan de betalingsverplichting die voortvloeit uit de overeenkomst, omdat LFS Annex 2 heeft ondertekend. De door Jetsupport overgelegde Annex 2 bevat echter geen handtekening namens LFS, zodat deze stelling van Jetsupport geen stand houdt. De enkele vermelding van LFS in Annex 2 en de opengelaten ruimte voor ondertekening door haar leidt er niet toe dat LFS gebonden is aan Annex 2, laat staan aan de overeenkomst (Annex 2 gaf immers alleen een overzicht van de vliegtuigen waar de overeenkomst betrekking op had). Ook uit het enkele feit dat in artikel 3 van Annex 1 wordt gesproken over “
payments due to Solid aiR/Owner” volgt niet dat op LFS de betalingsverplichting uit de overeenkomst rustte, aangezien daarvoor dient komen vast te staan dat LFS gebondenheid aan de overeenkomst heeft aanvaard.
4.4.
Jetsupport voert aan dat LFS uitvoering heeft gegeven aan de overeenkomst en de betalingsverplichting uit de overeenkomst als eigen schuld heeft aanvaard, omdat zij heeft verzocht de facturen voor onderhoudswerkzaamheden aan de vliegtuigen rechtstreeks aan LFS te sturen en facturen rechtstreeks aan Jetsupport heeft voldaan. Jetsupport verwijst daarbij naar de hiervoor onder 2.4 en 2.7 weergegeven e-mails. Dat LFS facturen rechtstreeks aan Jetsupport heeft voldaan impliceert op zichzelf niet dat LFS de bedoeling had zich tegenover Jetsupport als schuldenaar te verbinden voor de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting. Hetzelfde geldt voor de betalingstoezeggingen die LFS ten aanzien van bepaalde facturen heeft gedaan. Immers, op grond van artikel 6:30 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een ander dan de schuldenaar een verbintenis voldoen. LFS heeft ook aangevoerd dat zij de facturen als derde heeft voldaan. Dat is verzocht om facturen rechtstreeks aan LFS te versturen, ongeacht of Solid-aiR daarna nog betrokken was bij de facturatie, maakt niet dat Jetsupport toch redelijkerwijs mocht begrijpen dat LFS zich als schuldenaar had verbonden. Uit dat verzoek kan slechts worden afgeleid dat de wens bestond dat LFS over de facturen zou beschikken, daarmee is niet gezegd dat LFS die facturen ook zou betalen. Jetsupport heeft verder geen nadere – zich van de rechtsfiguur van artikel 6:30 BW onderscheidende – feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat LFS de betalingsverplichting als eigen schuld heeft aanvaard en/of dat Jetsupport dat redelijkerwijs zo heeft mogen begrijpen. Om die reden wordt LFS dan ook niet in haar stelling gevolgd.
4.5.
Voor zover Jetsupport nog heeft willen betogen dat het de gewoonte was dat LFS haar facturen betaalde en dat LFS daarom op grond van artikel 6:6 jo 6:7 BW hoofdelijk schuldenaar is geworden, geldt dat artikel 6:6 BW een regeling geeft voor de verbondenheid van schuldenaren in de situatie waarin een prestatie door twee of meer schuldenaren verschuldigd is. Zoals hiervoor is overwogen, is er in het onderhavige geval geen sprake van een prestatie die ook door LFS verschuldigd is. Het betoog van Jetsupport faalt derhalve.
Schuldoverneming
4.6.
Het beroep van Jetsupport op schuldoverneming faalt ook. Voor schuldoverneming is ingevolge artikel 6:155 BW vereist dat de oude en de nieuwe schuldenaar zijn overeengekomen dat de nieuwe schuldenaar de schuld van de oude schuldenaar overneemt, zij hiervan kennis hebben gegeven aan de schuldeiser en die daarmee heeft ingestemd. Jetsupport stelt dat de wilsovereenstemming tussen LFS en Solid-aiR en de toestemming van Jetsupport besloten ligt in de e-mailcorrespondentie tussen partijen en de handelingen van partijen, die hiervoor onder 4.4 ook aan de orde zijn geweest. Uit hetgeen in 4.4 is overwogen volgt dat die gedragingen (ook) niet de gevolgtrekking rechtvaardigen dat LFS en Solid-aiR de bedoeling hadden dat LFS de schuld van Solid-aiR zou overnemen en dat Solid-aiR van die verplichting zou worden ontslagen. Jetsupport verwijst verder nog naar het onder 2.5 weergegeven gespreksverslag en de daarin opgenomen betalingstoezegging door LFS. Zoals reeds hiervoor onder 4.2 is overwogen, kan daaruit redelijkerwijs niet worden afgeleid dat LFS alle facturen van Solid-aiR zou betalen, laat staan dat Solid-aiR van haar betalingsverplichting uit de overeenkomst zou zijn ontslagen.
Ongerechtvaardigde verrijking
4.7.
Jetsupport stelt tot slot dat LFS ongerechtvaardigd is verrijkt, omdat haar vliegtuigen door de werkzaamheden van Jetsupport in onderhouden staat zijn gebleven en die werkzaamheden onbetaald zijn gebleven. LFS betwist dat zij ongerechtvaardigd is verrijkt. Ten aanzien van de PH-MFX voert zij aan dat deze op 17 februari 2010 verkocht is en dat in de koopprijs geen rekening is gehouden met het thans geclaimde onderhoud, omdat ervan werd uitgegaan dat alle onderhoudswerkzaamheden tot de leveringsdatum waren betaald. Jetsupport heeft deze stelling niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken. Jetsupport heeft verder ook niet, althans onvoldoende onderbouwd, gesteld dat voor de PH-MFX een hogere koopprijs is overeengekomen dan het geval was geweest zonder het geclaimde onderhoud, zodat niet is komen vast te staan dat LFS door het onderhoud is verrijkt.
Ten aanzien van de PH-LCG heeft LFS aangevoerd dat Solid-aiR de opbrengsten van de door haar uitgevoerde commerciële vluchten in 2011 niet of nauwelijks aan LFS heeft afgedragen. Volgens LFS was de PH-LCG vervolgens niet meer luchtwaardig, omdat Solid-aiR de boorddocumenten niet aan LFS heeft verschaft, en is het vliegtuig geveild voor twee miljoen dollar terwijl de openstaande financiering ruim 20 miljoen dollar bedroeg. Jetsupport heeft de door LFS aangevoerde omstandigheden niet weersproken. Dat van verrijking door LFS sprake is, is in het licht van deze omstandigheden niet komen vast te staan. LFS heeft immers geen profijt gehad van het onderhoud, nu zij de opbrengsten voor de uitgevoerde vluchten van de PH-LCG niet heeft ontvangen en bovendien niet is gesteld noch gebleken dat de PH-LCG voor een hoger bedrag is verkocht dan het geval was geweest indien het onderhoud niet zou zijn uitgevoerd. De stelling van Jetsupport dat LFS wel is verrijkt omdat de huur voor het (onderhouden) vliegtuig wel in rekening kon worden gebracht (de rechtbank begrijpt dat hiermee wordt bedoeld de vergoedingen voor de commerciële vluchten) kan niet worden gevolgd, aangezien LFS die bedragen niet heeft ontvangen, Solid-aiR thans in staat van faillissement verkeerd en gesteld noch gebleken is dat LFS nog enige betaling uit de boedel tegemoet kan zien.
Conclusie
4.8.
De slotsom is dat er geen rechtsgrond aanwezig is voor de vorderingen van Jetsupport jegens LFS. De vorderingen zullen daarom worden afgewezen.
4.9.
De opmerkingen van Jetsupport naar aanleiding van het proces-verbaal behoeven – voor zover die niet aan de orde zijn geweest – geen nadere bespreking, omdat deze opmerkingen geen betrekking hebben op hetgeen ten grondslag is gelegd aan de hiernavolgende beslissing en de daaraan voorafgaande beoordeling.
4.10.
Jetsupport zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van LFS worden begroot op:
- griffierecht € 1.836,00
- salaris advocaat €
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 3.624,00
4.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen, nu daartegen geen verweer is gevoerd.
4.12.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Jetsupport in de proceskosten, aan de zijde van LFS tot op heden begroot op € 3.624,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Jetsupport in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Jetsupport niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.H. Vink en in het openbaar uitgesproken op 30 juli 2014. [1]

Voetnoten

1.type: WAB