ECLI:NL:RBAMS:2014:4984
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 15 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.S. Vlieger, en verweerder, het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amstelveen, vertegenwoordigd door mr. R.R. Bisoen. Eiser had op 23 januari 2014 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Wet werk en bijstand. De rechtbank ontving op 4 juni 2014 een beroepschrift van eiser, waarin hij stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag.
De rechtbank overwoog dat het besluit op de aanvraag binnen de daarvoor geldende termijn was genomen, maar dat dit besluit niet aan de gemachtigde van eiser was toegezonden. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van niet tijdig beslissen, omdat eiser op de hoogte was gesteld van het besluit en het bedrag van € 196,- op zijn rekening was bijgeschreven. De omstandigheid dat het besluit niet aan de gemachtigde was verzonden, had alleen gevolgen voor de bezwaartermijn, die verschoonbaar kon zijn.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk was, omdat het besluit tijdig was genomen en eiser niet in zijn belangen was geschaad. De rechtbank wees erop dat de wetgeving, met name de artikelen 2:1 en 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht, de mogelijkheid biedt om een gemachtigde in te schakelen, maar dat dit niet leidde tot een andere uitkomst in deze zaak. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet in te stellen.