Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaardingen d.d. 26 maart 2013,
- de conclusie van antwoord van Aon d.d. 3 juli 2013,
- de conclusie van antwoord van HDI d.d. 3 juli 2013,
- het tussenvonnis van 14 augustus 2013, waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 25 november 2013 en de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
De dampdoorlatende waterkerende folie voldoet niet. Er trad op meerdere locaties vochtdoorslag op. De folie moet worden vervangen door een geschikt product.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De primaire vordering (tegen HDI)
ex nuncmoet worden getoetst of het ontwerp voldoet aan de daaraan te stellen eisen en niet
ex tuncmoet worden beoordeeld of de ontwerper destijds, gegeven de stand van de techniek op dat moment en de informatie waarover hij kon beschikken, anders had moeten of kunnen handelen. Dit leidt tot een ruime dekking voor ontwerpfouten, ook voor fouten die niet verwijtbaar zijn. Dat ligt ook voor de hand omdat de behoefte van een ontwerper om zich in te dekken tegen niet-verwijtbare fouten in zijn ontwerp normaal gesproken (nog) groter zal zijn dan zijn behoefte om zich tegen verwijtbare fouten in te dekken. Zonder een duidelijke uitsluiting in de tekst van de polis van niet-verwijtbare fouten, die in dit geval ontbreekt, kan dan ook niet worden aangenomen dat voor dekking is vereist dat de fout op enigerlei wijze aan de ontwerper kan worden verweten. In de reclamebrochure die Aon over de BOV heeft uitgebracht, zijn ook geen aanwijzingen te vinden voor een engere uitleg van het foutbegrip.
- vast recht € 589,-
- kosten advocaat