Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juni 2014 in de zaak tussen
[naam], te [woonplaats], eiser
Procesverloop
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2014.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 juni 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor een huisvestingsvergunning door de gemeente Amsterdam. Eiser, die al zes jaar een woning onderhuurt, had een huisvestingsvergunning aangevraagd, maar deze werd afgewezen omdat de eigenaar van de woning geen toestemming had verleend. Eiser voerde aan dat de civiele procedure die de eigenaar had aangespannen om de huur te beëindigen, in zijn nadeel zou uitvallen als hij geen huisvestingsvergunning kon overleggen. De rechtbank oordeelde echter dat de gemeente terecht had afgewezen, omdat de eigenaar de aanvraag niet had ondersteund. De rechtbank benadrukte dat de privaatrechtelijke verhouding tussen huurder en eigenaar buiten beschouwing moet blijven bij de beoordeling van de aanvraag voor een huisvestingsvergunning. De gemachtigde van de gemeente had ter zitting bevestigd dat eiser een huisvestingsvergunning zou krijgen als hij in de civiele procedure in het gelijk werd gesteld, zelfs als de eigenaar toestemming bleef weigeren. De rechtbank concludeerde dat er geen motiveringsgebrek was en dat de beroepsgronden van eiser niet konden leiden tot vernietiging van het bestreden besluit. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht.