ECLI:NL:RBAMS:2014:4022
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplichtigheid aan de overval op geldtransportbedrijf Brink’s
Op 8 juli 2014 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan een gewapende overval op het geldtransportbedrijf Brink’s, gepleegd op 29 juni 2011 in Amsterdam Zuidoost. De rechtbank heeft het verkorte vonnis uitgesproken na een zitting op 13 juni 2014, waarbij de officieren van justitie, mr. H. Hoekstra en mr. R.A. Kloos, de vordering hebben gedaan en de raadsvrouw van de verdachte, mr. I.N. Weski, haar verweer heeft gevoerd. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van de overval, waarbij ongeveer twaalf miljoen euro werd gestolen, en van het voorhanden hebben van wapens en valse kentekenplaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat de enkele tenaamstelling van de vluchtauto op naam van de verdachte, in combinatie met andere omstandigheden, niet voldoende was om zijn betrokkenheid bij de overval vast te stellen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, waaronder de medeplichtigheid aan de overval en het voorhanden hebben van valse kentekenplaten. Tevens werd de benadeelde partij Brink’s Nederland B.V. niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd.