Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juli 2014 in de zaak tussen
[naam], te [woonplaats], eiser
Procesverloop
(het verwijderingsbevel).
Overwegingen
2.7. Artikel 2 van de Opiumwet bepaalt onder meer dat het verboden is een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I:
A. binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen;
B. te telen te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren;
C. aanwezig te hebben;
D. te vervaardigen.
Op lijst I staat cocaïne genoemd.
10 december 2013 (ECLI:NL:HR:2013:1742) deze bevoegdheid weliswaar heeft aangenomen voor de (lichte) verblijfsverboden op grond van artikel 2.9 van de APV, maar dat het zwaardere ‘verblijfsverbod dealers’ voor drie maanden of meer niet onder de bevelsbevoegdheid van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet valt.
proces-verbaal is daarmee onvoldoende duidelijk om aan het bevel ten grondslag te leggen.
Beslissing
mr. A. El Markai, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2014.
D: B