Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank NV
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
feiten en omstandigheden
Kredietnemer gedurende ten minste twee maanden achterstallig is in de betaling van een (1) vervallen maandbedrag en, na in gebreke te zijn gesteld, nalatig blijft in de volledige nakoming van zijn verplichtingen;
vordering
verweer
beoordeling
- [gedaagde] is een oud-werknemer van ABN AMRO;
- ABN AMRO heeft onbestreden gelaten dat [gedaagde] herstellende is van kanker en dat de door haar gebruikte medicijnen invloed hebben op haar gezondheid in die zin dat zij vergeetachtig wordt en vaak apathisch reageert;
- ABN AMRO heeft geen uitvoering gegeven aan artikel 10 van de kredietovereenkomst door vanaf het moment dat [gedaagde] 60 jaar was – derhalve vanaf december 2007 – het maximale krediet maandelijks met 1/120 deel te verlagen, zodat het maandelijkse rente- en aflossingsbedrag rond haar 65ste jaar gelet op haar inkomenspositie vanaf haar 65ste jaar (in ieder geval) belangrijk is verlaagd en door [gedaagde] in beginsel is op te brengen;
- hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft ABN AMRO in de akte na comparitie geen verklaring gegeven waarom zij van die contractuele mogelijkheid tot maandelijkse verlaging van het kredietplafond geen gebruik heeft gemaakt;
- de betalingsproblemen zijn ontstaan nadat [gedaagde] 65ste jaar was geworden;
- [gedaagde] laat zich voor haar financiële situatie inmiddels bijstaan door een gemachtigde die haar financiële situatie op orde brengt – en naar onbetwist is gebleven met overige schuldeisers in 2013 een regeling heeft getroffen – en herhaaldelijk (tevergeefs) heeft verzocht met ABN AMRO in overleg te treden voor een betalingsregeling van de openstaande achterstand in aflossingstermijnen, waarbij het gehele krediet op haar 70ste jaar (december 2017) wordt afgelost;
- hoewel ABN AMRO daartoe op de comparitie na antwoord in de gelegenheid is gesteld heeft blijkens de akte na comparitie na antwoord ABN AMRO niet alsnog het initiatief tot een dergelijk overleg genomen als hiervoor bedoeld en is zij daartoe ook niet bereid (ABN AMRO is kennelijk slechts bereid tot overleg over betaling/aflossing van het gehele krediet met rente en kosten);
- ABN AMRO heeft onbestreden gelaten dat [gedaagde] een bedrag aan maandelijkse inkomsten van ongeveer € 1.380,00 (bruto) heeft en thans geen vermogen heeft de schuld van circa € 20.000,00 ineens te voldoen, zodat [gedaagde] de schuld en de hoge rente over die schuld niet binnen een redelijke termijn kan aflossen, maar daaraan nog een groot aantal jaren gebonden is en de (incasso)kosten verder toenemen;
- [gedaagde] heeft met steun van haar gemachtigde in februari 2013 getracht haar schuld aan ABN AMRO voor de openstaande aflostermijnen in te lossen en wilde daarvoor onder meer gebruik maken van de overstapservice van ING, waaraan ABN AMRO geen medewerking heeft verleend en zelfs de financiële situatie van [gedaagde] ernstig heeft verslechterd door het krediet in zijn geheel opeisbaar te verklaren waardoor gezien de inkomenspositie van [gedaagde] naar verwacht mag worden dat zij nog zeer vele jaren een omvangrijke schuld aan ABN AMRO heeft met een substantiële rente last en naar verwacht mag worden substantiële executiekosten.