In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 4 juni 2014 een vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer C/13/524181 / HA ZA 12-1029. De rechtbank heeft geoordeeld dat de beslissing in de hoofdzaak volledig afhankelijk is van de uitkomst van de vrijwaringszaak. Dit betekent dat de rechtbank heeft besloten om iedere verdere beslissing in de hoofdzaak aan te houden totdat er in hoger beroep over de vrijwaringszaak is beslist. De rechtbank verwijst de hoofdzaak naar de parkeerrol, wat inhoudt dat de zaak tijdelijk wordt opgeschort. Dit besluit is genomen om te voorkomen dat er in de hoofdzaak een beslissing wordt genomen die later niet in stand kan blijven als gevolg van de uitkomst van de vrijwaringszaak.
De procedure is gestart door eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Visser, tegen gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.W. Veldhuijsen. De rechtbank heeft in eerdere vonnissen, waaronder een vonnis van 12 maart 2014, al aangegeven dat de meest gerede partij de hoofdzaak op de rol kan plaatsen voor akte uitlaten voortprocederen. Gedaagde heeft aangegeven dat zij pas verder wil procederen in de hoofdzaak zodra er duidelijkheid is over de vrijwaringszaak, terwijl eisers hebben verzocht om de procedure in de hoofdzaak voort te zetten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het belang van een efficiënte procesvoering zwaarder weegt dan het belang van eisers bij een snelle voortzetting van de procedure. De rechtbank heeft daarbij artikel 215 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in overweging genomen, dat bepaalt dat als de hoofdzaak en de vrijwaringszaak tegelijk in staat van wijzen zijn, er gelijktijdig beslist moet worden. In dit geval is dat echter niet aan de orde, waardoor de rechtbank heeft besloten de hoofdzaak aan te houden.