Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juni 2014 in de zaak tussen
[naam], te [plaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Op grond van artikel 17, eerste lid, van de WWB, voor zover hier van belang, doet de belanghebbende aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op bijstand. Het eerste lid van artikel 65 van de Abw bevatte een vrijwel identieke bepaling.
Op grond van artikel 54, derde lid, aanhef en onder a, van de WWB - voor zover hier van belang en zoals geldend ten tijde in geding - kan het college een besluit tot toekenning van bijstand herzien of intrekken indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting bedoeld in artikel 17, eerste lid heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand.
Op grond van artikel 58, eerste lid en onder a, van de WWB, zoals geldend ten tijde in geding, kan verweerder de kosten van bijstand terugvorderen, voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.
11 december 1997 tot en met 31 januari 2011 (de periode in geding) zijn woonplaats in Amsterdam heeft gehad. Hij heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de onderzoeksbevindingen onvoldoende zijn om tot intrekking en terugvordering te kunnen overgaan.
4. Eiser betoogt dat uit het onderzoek van Zoeklicht medio 2010 is gebleken dat hij wel op het uitkeringsadres [adres] te Amsterdam woont.
Beslissing
S.E. Reichert, leden, in aanwezigheid van mr. A. El Markai, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2014.