Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
1.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregel
[persoon 1]een niet onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen geachte onder 1 en 2 primair rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert dit deel op
€ 16.181,91 (zestienduizendhonderdeenentachtig euro en eenennegentig eurocent) bestaande uit € 2.500,- aan immateriële schade en € 13.681,91 aan materiële schade (gouden ketting, Rolex horloge, ring met briljant, reparatiekosten eigen auto, twee telefoons, contant geld, bril, vergoeding reparatiekosten auto’s links en rechts). De vordering wordt dan ook tot dat bedrag bij wege van voorschot op de nog nader door de civiele rechter vast te stellen totale schade toegewezen.
[persoon 1]een bedrag van € 4.731,10 aan buitengerechtelijke kosten gevorderd. Ten aanzien van deze gevorderde kosten voor de rechtsbijstand zal de rechtbank aansluiting zoeken bij het geldende liquidatietarief zoals dat in civiele zaken wordt gehanteerd. Daarbij zal aansluiting worden gezocht bij liquidatietarief III. Dit tarief geldt met betrekking tot zaken van een geldswaarde tot € 40.000,- in hoofdsom. De hoogte van het toewijsbaar bedrag aan buitengerechtelijke kosten stelt de rechtbank op grond van dat liquidatietarief vast op € 1.158,- (tarief III: twee punten).
[persoon 1]voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
5 (vijf) jaar.
gevangenneming, welke beslissing afzonderlijk is geminuteerd.
Een proces-verbaal van aangifte met nummer 2011333553-1 van 29 december 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [persoon 2], doorgenummerde pagina 9 e.v.
Een verslag van het Nederlands Forensisch Instituut, d.d. 26 april 2013, nummer 2012.02.08.097, opgemaakt door [persoon 3] op de door haar als vast gerechtelijk deskundige afgelegde belofte en door [persoon 4] op de door hem als vast gerechtelijk deskundige afgelegde belofte, ongenummerde pagina.
Een verslag van het Nederlands Forensisch Instituut, d.d. 20 augustus 2012, nummer 2012.02.08.097, opgemaakt door [persoon 3] op de door haar als vast gerechtelijk deskundige afgelegde belofte, ongenummerde pagina.
Een proces-verbaal van verhoor getuigen met nummer 2011333553-3 van 30 december 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [persoon 5], doorgenummerde pagina 3 e.v.