Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1],
[eiser 2],
TWENTY-NINE BEHEER B.V.,
[gedaagde 2],
1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- het vonnis in incident van 2 oktober 2013 van de rechtbank in de zaak met zaak- / rolnummer C/13/542375 / HA ZA 13-574, met de daarin vermelde gedingstukken, waarbij de rechtbank zich in het incident onbevoegd heeft verklaard om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen en in de hoofdzaak de zaak naar de kantonrechter heeft verwezen;
- het vonnis van de kantonrechter van 13 november 2013, waarbij een verschijning van partijen (hierna: de comparitie) is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 20 maart 2014;
- de (fax)brief van mr. Rebelo Oliveira dos Santos van 15 april 2014, met het verzoek de door haar overgelegde spreekaantekeningen aan het proces-verbaal te hechten.
2.DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
De feiten en omstandigheden
3.De beoordeling
Dit tezamen genomen met het feit dat 3 Kozijnen voor haar bedrijfsvoering afhankelijk was van de levering door de fabriek, zoals blijkt uit de verslagen van de curator en de omstandigheid dat, zoals [gedaagden gezamenlijk] onbetwist heeft gesteld, 3 Kozijnen nauwelijks over enige activa beschikte, leidt tot de slotsom dat in februari 2011 ook geen reële verhaalsmogelijkheden meer bestonden. Onder deze omstandigheden wist of behoorde TNB redelijkerwijze te begrijpen dat de door haar toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade. Op grond van artikel 2:11 BW rust de aansprakelijkheid van TNB als bestuurder van 3 Kozijnen tevens hoofdelijk op [gedaagde 2], als bestuurder van TNB.
4.DE BESLISSING
3 juni 2014opdat [gedaagden gezamenlijk] alsdan bij akte kan doen mededelen of zij van de gelegenheid tot bewijslevering gebruik wil maken en indien [gedaagden gezamenlijk] het bewijs niet door getuigen wil leveren, bewijsstukken en of andere bewijsmiddelen kan overleggen;