Op 23 mei 2014 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Foodwatch Nederland en de staatssecretaris van Economische Zaken. Foodwatch had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, waarbij zij vroeg om openbaarmaking van gegevens over teruggeroepen vlees van slachthuis Van Hattem. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat Foodwatch niet aannemelijk heeft gemaakt dat de staatssecretaris op het moment van het verzoek beschikte over de verzochte gegevens. De staatssecretaris had wel informatie, maar deze was niet beschikbaar op het moment van het Wob-verzoek. De voorzieningenrechter benadrukte dat het bestuursorgaan niet verplicht is om informatie openbaar te maken die na de datum van het verzoek beschikbaar komt. Foodwatch kan echter een nieuw Wob-verzoek indienen voor de nieuwe gegevens. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen, omdat het bestuursorgaan niet op de stoel van de staatssecretaris kan gaan zitten. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.