ECLI:NL:RBAMS:2014:287

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 januari 2014
Publicatiedatum
29 januari 2014
Zaaknummer
KK 13-1957
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens werkweigering in de horeca

In deze zaak heeft de kantonrechter te Amsterdam op 23 januari 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap The Albus B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer vorderde wedertewerkstelling na een ontslag op staande voet, dat was gegeven vanwege zijn weigering om tafels voor het ontbijt te dekken, een taak die volgens de werkgever tot zijn functie behoorde. De werknemer was sinds 11 jaar in dienst bij The Albus en had nooit eerder deze taak hoeven uitvoeren. De werkgever voerde aan dat het dekken van de ontbijttafels een onmiskenbaar onderdeel van de bedongen arbeid was en dat er meerdere gesprekken waren gevoerd om de werknemer te bewegen deze taak uit te voeren. De werknemer stelde dat het ontslag niet onverwijld was gegeven en dat er geen dringende reden was voor het ontslag.

De kantonrechter oordeelde dat het dekken van de tafels voor het ontbijt inderdaad tot de werkzaamheden van de werknemer behoorde, zoals vastgelegd in het Handboek Referentiefuncties Bedrijfstak Horeca. Ondanks dat de werknemer 11 jaar lang deze taak niet had hoeven uitvoeren, was het redelijk om deze werkzaamheden van hem te verlangen. De rechter concludeerde dat het ontslag op staande voet niet onterecht was en dat de vordering van de werknemer werd afgewezen. De werknemer werd in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van The Albus tot op heden waren begroot op € 400,- aan salaris van haar gemachtigde.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM AFDELING PRIVAATRECHT
TEAM KANTON - KORT GEDING
Kenmerk : KK 13-1957
Datum : 23 januari 2014
364
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam op de vordering in kort geding in de zaak van:

[verweerder]

wonende te [woonplaats]
verweerder, nader te noemen [verweerder]
gemachtigde: mr. J.C.R. de Lyon.
t e g e n:

de besloten vennootschap THE ALBUS B.V.

gevestigd te Amsterdam
verzoekster, nader te noemen The Albus
gemachtigde: [gemachtigde]

HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 10 december 2013 heeft [verweerder] een voorziening gevorderd. Ter terechtzitting van
9 januari 2014 is de zaak mondeling behandeld, tegelijkertijd met een door The Albus ingediend verzoekschrift tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Voorafgaand aan de zitting heeft [verweerder] nog producties ingediend.
The Albus is verschenen bij [naam 1], [naam 2] en [naam 3]
en de gemachtigde. [verweerder] is verschenen, vergezeld door mr. A.P. Wasscher namens zijn gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten nader toegelicht aan de hand van een pleitnota en vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt, welke aan het dossier zijn toegevoegd. De zaak is daarna enkele dagen aangehouden in verband met schikkingsonderhandelingen. Bij fax van 13 januari 2014 hebben partijen laten weten dat geen regeling is getroffen en hebben vonnis gevraagd.
Vonnis is bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1.
Als uitgangspunt in dit geding geldt het navolgende
1.1.
[verweerder], thans [leeftijd], is sedert [datum] (parttime) in dienst van (de rechtsvoor-gangster van) The Albus, laatstelijk als [functie]. Het salaris bedraagt € 1.804,58 bruto per maand exclusief vakantietoeslag en toeslagen.
1.2.
Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Horeca van toepassing. [verweerder] krijgt meer salaris betaald dan waartoe de CAO Horeca verplicht.
1.3.
De CAO Horeca verplicht de werkgever gebruik te maken van het Handboek Referentiefuncties Bedrijfstak Horeca (verder: het Handboek). In de arbeidsovereenkomst tussen partijen wordt bij de functie van [verweerder] verwezen naar het Handboek. Bij de uit te voeren taken behorende bij de [functie] is in het Handboek onder meer vermeld:
● op verzoek serveren van dranken en klaarmaken / serveren van koffie, thee en eenvoudige gerechten (bijvoorbeeld broodjes)● zo nodig klaarmaken en serveren van het ontbijt.
1.4.
In The Albus werken ongeveer 44 medewerkers. The Albus is een vier sterren hotel met
74 kamers, drie appartementen en een restaurant waar ontbijt, lunch en diner wordt verzorgd. Zonder restaurant kan een hotel niet worden gekwalificeerd als een vier sterren hotel. Het restaurant van The Albus biedt plaats aan ongeveer 32 gasten.
1.5.
Op 9 september 2013 hebben [naam 1] (verder: [naam 1]) en [naam 3]
(verder: [naam 3]), leidinggevende van [verweerder], een gesprek met hem gevoerd over het tijdens de nachtdienst dekken van de tafels voor het ontbijt.
1.6.
[verweerder] heeft de werkzaamheden niet uitgevoerd. Bij brief van 16 september 2013 heeft The Albus [verweerder] een officiële waarschuwing gegeven voor werkweigering in verband met het niet willen dekken van de tafels in de nacht van 13 op 14 september 2013 en de twee nachten daarna. The Albus stelde in de brief dat [verweerder] de werkzaamheden per komende nacht zou gaan uitvoeren. [verweerder] heeft dat niet gedaan.
1.7.
Bij brief van 27 september 2013 heeft [verweerder] The Albus geschreven – samengevat – dat hij het niet eens is met de officiële waarschuwing.
1.8.
Op 11 oktober 2013 is opnieuw met [verweerder] gesproken over het dekken van de tafels tijdens de nachtdienst. De huidige gemachtigde van The Albus was ook bij het gesprek. Het gesprek duurde kort en is niet goed geëindigd. [verweerder] bleef bij zijn standpunt de werkzaamheden niet te hoeven uitvoeren. [verweerder] is daarna met vakantie gegaan.
1.9.
Op 5 november 2013 heeft [naam 1], in het bijzijn van [naam 3] en [naam 2], een laatste keer met [verweerder] gesproken over de werkzaamheden ten behoeve van het ontbijt. [verweerder] heeft (uiteindelijk) gezegd de werkzaamheden te willen uitvoeren, maar dan tegen een extra vergoeding.
1.10.
Bij brief van dezelfde dag heeft The Albus [verweerder] op staande voet ontslagen, met als reden dat hij die dag had geweigerd de tafels voor het ontbijt te dekken en daarover met hem eerder op
9 september, 25 september en 11 oktober 2013 was gesproken.
1.11.
Bij brief van 15 november 2013 heeft [verweerder] het ontslag op staande voet vernietigd, zich beschikbaar gehouden voor werkzaamheden en gesommeerd tot loondoorbetaling en wedertewerkstelling.
Vordering en verweer
2.
[verweerder] vordert The Albus te veroordelen hem binnen twee dagen na betekening van het vonnis weder te werk te stellen in de functie van [functie] op straffe van een dwangsom en het salaris te voldoen vanaf 5 november 2013, te vermeerderen met de respectievelijke toeslagen, totdat het dienstverband rechtsgeldig is geëindigd, genoemde bedragen te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente. Tot slot vordert [verweerder] hem binnen twee werkdagen na betekening van het vonnis een deugdelijke bruto/netto specificatie te doen toekomen van de bedragen op straffe van een dwangsom.
3.
[verweerder] stelt dat hij al 11 jaar bij The Albus zijn huidige werkzaamheden als nachtreceptionist vervult, zonder dat hij de tafels voor het ontbijt hoefde te dekken. Dat is nooit een probleem geweest. Volgens [verweerder] hoeft een werknemer minder snel akkoord te gaan indien zijn takenpakket een structurele wijziging en verzwaring ondergaat dan bij een tijdelijke wijziging van zijn takenpakket. [verweerder] hoefde met een structurele wijziging van zijn taken niet akkoord te gaan indien er geen financiële tegemoetkoming tegenover stond. Er was daarom geen dringende reden hem te ontslaan. Voorts is het ontslag op staande voet niet onverwijld gegeven.
4.
The Albus voert tegen de vordering aan – kort gezegd – dat het dekken van de ontbijttafels onmiskenbaar tot de bedongen arbeid behoort, dan wel deze taak in redelijkheid en billijkheid aan [verweerder] kon worden opgedragen. Er zijn vier gesprekken geweest om [verweerder] er toe te bewegen de hem opgedragen restauranttaak uit te voeren. Verwijzingen naar het inwinnen van juridisch advies met betrekking tot de gehoudenheid om het opgedragen werk te verrichten, heeft [verweerder] in de wind geslagen. The Albus heeft steeds met welhaast eindeloos geduld uiterste coulance betoond, totdat geen andere keus resteerde dan het dienstverband vanwege een dringende reden en dus met onmiddellijke ingang te beëindigen. De vordering van [verweerder] moet dan ook worden afgewezen.

Beoordeling

5.
In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de vordering van [verweerder] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
6.
De tekst in het Handboek ten aanzien van de [functie] is duidelijk over de in die functie uit te voeren taken, waaronder het (zo nodig) klaarmaken en serveren van het ontbijt. Ook de memo die in oktober 2003 kennelijk aan [verweerder] is overhandigd, zo is niet weersproken, bevat (nagenoeg) dezelfde tekst. Vooralsnog kan niet worden ingezien dat het dekken van tafels voor het ontbijt buiten de genoemde werkzaamheden valt. Klaarmaken van het ontbijt en het vervolgens serveren ervan impliceert dat daarvoor de tafels gedekt moeten zijn. [verweerder] heeft ondanks meerdere gesprekken met The Albus niet kunnen of willen inzien dat het redelijk was de hem opgedragen werkzaamheden, bestaande uit het dekken van de tafels voor het ontbijt, waarmee, zo is niet weersproken, ongeveer 15 minuten gemoeid is, uit te voeren.
7.
Anderzijds heeft [verweerder] de betreffende werkzaamheden 11 jaar lang niet hoeven te verrichten en werd hij misschien overvallen door de opdracht van zijn werkgever. The Albus heeft [verweerder] echter na het eerste gesprek de tijd gegeven alsnog akkoord te gaan met de hem gegeven opdracht, zodat [verweerder] heeft kunnen wennen aan het idee dat hij tijdens de nachtdienst (ook) werkzaamheden voor het ontbijt diende uit te voeren. Ook toen heeft [verweerder] niet ingestemd met de hem gegeven taak tot het dekken van het ontbijt.
8.
Dat [verweerder] onmogelijk 15 minuten tijdens zijn dienst kan vrijmaken om de werkzaamheden uit te voeren wordt voorshands niet aannemelijk geacht. Daarbij weegt mee dat [verweerder] (uiteindelijk) heeft gezegd de werkzaamheden wel te willen uitvoeren wanneer daar een extra vergoeding tegenover stond. Ook wordt daarbij nog in aanmerking genomen dat niet gebleken is dat [verweerder] ooit opmerkingen over de werklast heeft gemaakt, terwijl de andere [functie] volgens The Albus voldoende tijd over heeft om deze werkzaamheden erbij te doen.
9.
Gezien het voorgaande is het op voorhand onvoldoende aannemelijk geworden dat het ontslag op staande voet in een bodemprocedure geen stand zou houden. Dat het ontslag niet onverwijld is gegeven is voorshands ook niet gebleken, nu The Albus na het laatste gesprek met [verweerder] hem dezelfde dag een brief heeft gestuurd. Dat betekent dat de vordering van [verweerder] wordt afgewezen.
10.
[verweerder] wordt in het ongelijk gesteld en wordt daarom veroordeeld in de proceskosten gevallen aan de zijde van The Albus.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt [verweerder] in de kosten van het geding aan de zijde van The Albus tot op heden begroot op
€ 400,- aan salaris van haar gemachtigde;
verklaart de betalingsveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
23 januari 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter