ECLI:NL:RBAMS:2014:2849

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 mei 2014
Publicatiedatum
20 mei 2014
Zaaknummer
13/738101-13 en 13/701199-13
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstallen van auto’s en inbraak met bijzondere voorwaarden

Op 8 mei 2014 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van een groot aantal diefstallen van auto’s, pogingen daartoe en een inbraak. De rechtbank heeft de zaken, die onder de parketnummers 13/738101-13 en 13/701199-13 zijn geregistreerd, gevoegd behandeld. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder elektronische controle door middel van een gps-enkelband. De feiten die aan de verdachte zijn ten laste gelegd, omvatten onder andere de diefstal van negen auto’s, pogingen tot diefstal van acht auto’s, en de inbraak in een supermarkt waarbij sigaretten zijn gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op professionele wijze te werk ging en dat hij een groot aantal auto’s heeft geheeld. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie grotendeels gevolgd, maar heeft in sommige gevallen vrijspraak verleend. De verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan deze misdrijven, wat heeft geleid tot een aanzienlijke materiële schade voor de slachtoffers. De rechtbank heeft de straffen gemotiveerd door te verwijzen naar de ernst van de feiten en de impact op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummers: 13/738101-13 (A) en 13/701199-13 (B)
Datum uitspraak: 8 mei 2014
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres, te plaats 1], gedetineerd in het Huis van Bewaring “[locatie]” te [plaats 1].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit verkorte vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 24 april 2014.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A en zaak B aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. de Klerk en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J.M.M. Heilbron, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte zijn - na wijziging op zitting, kort samengevat - de volgende feiten ten laste gelegd:
Zaak A
- Feit 1: diefstal van negen auto’s door middel van een valse sleutel tezamen en in vereniging met een ander of anderen gepleegd in de periode van 3 oktober 2012 tot en met 8 november 2013en/of heling van zes auto’s in de periode van 16 november 2012 tot en met 12 september 2013.
- Feit 2: poging tot diefstal van acht auto’s door middel van een valse sleutel in de periode van 26 mei 2013 tot en met 15 november 2013.
- Feit 3: diefstal van sigaretten door middel van braak dan wel inklimming uit de [supermarkt] te Hoofddorp tezamen en in vereniging met een ander of anderen gepleegd op 30 januari 2013.
- Feit 4: diefstal van twee navigatiesystemen door middel van braak dan wel verbreking in de periode van 26 mei 2013 tot en met 2 juni 2013.
en/of heling van twee navigatiesystemen in de periode van 26 mei 2013 tot en met 12 september 2013.
- Feit 5: diefstal van een laptop, rugtas en koptelefoon door middel van braakdan wel inklimming op 25 mei 2013.
subsidiair: helling van een laptop in de periode van 25 mei 2013 tot en met 19 november 2013.
- Feit 6: valse kentekenplaten heeft aangebracht, of heeft doen aanbrengen, op vijf motorrijtuigen in de periode van 16 november 2012 tot en met 29 september 2013.
Zaak B
verduistering van een auto in de periode van 23 januari 2013 tot en met 31 januari 2013.
subsidiair: heling van een auto op 31 januari 2013.
meer subsidiair: diefstal van een auto op 23 januari 2013.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft vrijspraak ten aanzien van de diefstal van de Toyota Aygo, in zaak A onder 1 ten laste gelegd, gevorderd. Zij heeft zich op het standpunt gesteld dat de poging tot diefstal bij [Autoverhuurbedrijf 1]. ook niet bewezen kan worden, zoals in zaak A onder 2 ten laste gelegd.
Ten aanzien van het in zaak A onder 1 ten laste gelegde kunnen de diefstallen van de volgende auto’s bewezen worden: de Mercedes Vito, de Ford Tourneo met daarin een navigatiesysteem, de Opel Insignia en de Citroën C3. Bij de volgende auto’s kan de opzetheling bewezen worden: de Renault Clio, de Renault Master, de Ford Focus en de Volkswagen Golf.
De in zaak A onder 2 ten laste gelegde pogingen tot diefstal kunnen, met uitzondering van de poging tot diefstal bij [Autoverhuurbedrijf 1], bewezen worden.
Voorts heeft de officier van justitie gerekwireerd tot bewezenverklaring van de in zaak A ten laste gelegde feiten 3, 4 alternatief/cumulatief, 5 primair en 6.
Ten aanzien van het in zaak B ten laste gelegde heeft zij bewezenverklaring van de diefstal van de BMW gevorderd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de volgende ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank: de diefstal van de Mercedes Vito, de diefstal van de Ford Tourneo met daarin een navigatiesysteem, de diefstal van de Citroën C3, de diefstal van de Opel Insignia, de opzetheling van de Renault Clio, de opzetheling van de Renault Master, de opzetheling van de Ford Focus, de opzetheling van de Volkswagen Golf, de pogingen tot diefstal zoals in zaak A onder 2 ten laste gelegd, met uitzondering van de poging tot diefstal van [Autoverhuurbedrijf 1], de in zaak A onder 3 ten laste gelegde inbraak en de onder 4 alternatief/cumulatief ten laste gelegde heling van twee navigatiesystemen.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het in zaak A onder 5 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. Er is geen bewijs voorhanden, waaruit blijkt dat verdachte betrokken is geweest bij het plegen van de inbraak in de vakantiewoning van aangever [persoon 1] op 25 mei 2013. Het primair ten laste gelegde kan daarom niet bewezen worden. Verdachte en zijn vriendin hebben verklaringen, die met elkaar in overeenstemming zijn, afgelegd over de herkomst van de laptop die in hun huis is aangetroffen. Niet kan worden vastgesteld dat verdachte wist of redelijkerwijs had moeten weten dat de laptop van misdrijf afkomstig was. Hij heeft het goed bij een commerciële partij gekocht voor een normale prijs, waardoor hij niet hoefde te twijfelen aan de rechtmatige herkomst van het goed. Verdachte moet dan ook van het subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het in zaak A onder 6 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw eveneens vrijspraak bepleit. De kentekenplaten op de in de tenlastelegging opgesomde auto’s zijn weliswaar vals, maar niet kan worden vastgesteld dat verdachte deze kentekenplaten heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Partiële vrijspraak van het in zaak A onder 1 en 2 ten laste gelegde en vrijspraak van het in zaak A onder 5 ten laste gelegde
De rechtbank is, met de raadsvrouw en de officier van justitie, van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte de Toyota Aygo, in zaak A onder 1 ten laste gelegd, heeft gestolen en een poging tot diefstal heeft gepleegd bij [Autoverhuurbedrijf 1], zoals in zaak A onder 2 ten laste gelegd.
Verdachte zal ook van het in zaak A onder 5 ten laste gelegde worden vrijgesproken. Er is geen rechtstreeks bewijs voorhanden, waaruit blijkt dat verdachte betrokken is geweest bij het plegen van deze inbraak. Daarom kan niet bewezen worden dat verdachte de gekwalificeerde diefstal heeft gepleegd. Verdachte heeft een verklaring afgelegd over de herkomst van de laptop. Het dossier bevat geen aanwijzingen op grond waarvan vastgesteld kan worden dat deze verklaring niet juist is. De heling van de laptop kan daardoor niet bewezen worden.
4.3.2
Ten aanzien van het in zaak A onder 1, 2, 3, 4 alternatief/cumulatief, 6 en in zaak B meer subsidiair ten laste gelegde
Ten aanzien van het in zaak A onder 6 ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Tijdens het onderzoek is verdachte geobserveerd door verbalisanten. Tijdens deze observaties is verdachte drie keer gezien in een auto, terwijl hij korte tijd later in dezelfde auto’s werd gezien, maar dan met een ander kenteken. Door medeverdachte [medeverdachte] is omschreven hoe verdachte door hem gestolen auto’s “kloont” met behulp van valse kentekenplaten en heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij valse kentekens inkocht. De kentekenplaten zijn aangetroffen op auto’s die door verdachte zijn gestolen of geheeld. Uit de bewezen verklaarde feiten volgt dat verdachte een professionele autodief is. Gestolen auto’s voorzien van valse kentekenplaten gaat hiermee samen. De rechtbank acht het wettig en overtuigend bewezen dat de ten laste gelegde valse kentekenplaten door of namens verdachte zijn aangebracht.
Gelet op de referte van de raadsvrouw en het requisitoir van de officier van justitie behoeven de overige feiten geen nadere bespreking.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Zaak A
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
op 8 november 2013 te Haarlem tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (Zaak 1C) een Mercedes Vito, kenteken [kenteken 1], toebehorend aan een autoverhuurbedrijf, waarbij hij, verdachte, en zijn mededader die weg te nemen auto onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel
en
op tijdstippen in de periode van 3 oktober 2012 tot en met 8 november 2013 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
-Zaak 2A/B: 3 oktober 2012 en zaak 7: 10 mei 2013, een Ford Tourneo, kenteken [kenteken 2], met daarin een navigatiesysteem, en een Citroën, kenteken [kenteken 3], en
-Zaak 6A: 15 september 2013, een Opel Insignia, kenteken [kenteken 4],
toebehorend aan
-Zaak 2A/B en 7, [Autoverhuurbedrijf 10] Amsterdam, en
-Zaak 6A, [Autoverhuurbedrijf 3] Amsterdam,
waarbij hij, verdachte, die weg te nemen auto’s onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
en
op tijdstippen in de periode van 16 november 2012 tot en met 12 september 2013 in Nederland:
-Zaak 3A: een Renault Clio, kenteken [kenteken 5], en
-Zaak 4A: een Renault Master, kenteken [kenteken 6], en
-Zaak 4C: een Ford Focus, kenteken [kenteken 7], en
-Zaak 5A: een Volkswagen Golf, kenteken [kenteken 8],
voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen wist, dat het een door misdrijf verkregen goederen betrof.
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
op tijdstippen in de periode van 8 november 2013 tot en met 15 november 2013 te Haarlem ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen auto's toebehorend aan [Autoverhuurbedrijf 2] (Zaak 1C en 9), en die weg te nemen auto's onder hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, opzettelijk met zijn mededader naar dat autoverhuurbedrijf is toegegaan, waarna hij, verdachte, en zijn mededader:
(Zaak 1C: 8 november 2013)
- een briefje op de sleutel deponeer brievenbus van [Autoverhuurbedrijf 2] hebben bevestigd met daarin het verzoek de sleutel in een andere gewone brievenbus te deponeren en
- vervolgens een sleutel behorende bij een Mercedes Sprinter, kenteken [kenteken 9], uit voornoemde gewone brievenbus hebben gehaald en
(Zaak 9: 15 november 2013)
- een briefje op de sleutel deponeer brievenbus van [Autoverhuurbedrijf 2] hebben bevestigd met daarin het verzoek de sleutel in een andere gewone brievenbus te deponeren
en
op tijdstippen in de periode van 26 mei 2013 tot en met 15 november 2013 te Amsterdam en Almere en Amstelveen en Purmerend ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen auto's toebehorend aan [Autoverhuurbedrijf 3] (Zaak 1A) en [Autoverhuurbedrijf 4] (Zaak 1B) en [Autoverhuurbedrijf 5] (Zaak 1B) en [Autoverhuurbedrijf 6] (Zaak 4B) en [Autoverhuurbedrijf 7] (Zaak 6B), en die weg te nemen auto's onder zijn bereik te brengen door middel van een valse sleutel, opzettelijk, naar die autoverhuurbedrijven is toegegaan, waarna hij, verdachte:
(Zaak 1A: 20 oktober 2013)
- een briefje op de sleutel deponeer brievenbus van [Autoverhuurbedrijf 3] heeft geplakt met de tekst: "Beste klant, in verband met een defect deponeer apparaat graag de autosleutel in brievenbus nummer 4 bij de ingang deponeren. Excuus voor het ongemak. Directie [Autoverhuurbedrijf 3]" en
(Zaak 1B: 31 oktober en/of 1 november 2013)
- een briefje op de sleutel deponeer brievenbus van autoverhuurbedrijf [Autoverhuurbedrijf 4] Amsterdam heeft geplakt met daarin de tekst "Beste klant, i.v.m. een defect deponeerapparaat graag de autosleutel in de brievenbus bij de ingang deponeren. Excuus voor het ongemak. Directie [Autoverhuurbedrijf 4]" en
- tape heeft bevestigd in de brievenbus van autoverhuurbedrijf [Autoverhuurbedrijf 5], teneinde ingeleverde autosleutels op te vangen, en
- later is teruggekomen teneinde te kijken of er sleutel zijn opgevangen en vervolgens voornoemde tape heeft verwijderd en
(Zaak 4B: 26 mei 2013)
- de sleutelkluis van [Autoverhuurbedrijf 6] met een breekijzer heeft bewerkt en tegen voornoemde sleutelkluis heeft getrapt en
(Zaak 6B: 29 september 2013)
- de sleutels behorende bij twee auto's van [Autoverhuurbedrijf 7] heeft weggenomen van [Autoverhuurbedrijf 7].
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:
(Zaak 3E)
op 30 januari 2013 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit supermarkt [supermarkt], vestiging: [straat], heeft weggenomen een grote hoeveelheid sigaretten, totale waarde ongeveer 3500 euro, toebehorende aan [supermarkt], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
ten aanzien van het onder 4 alternatief/cumulatief ten laste gelegde:
(Zaak 4D)
op tijdstippen in de periode van 26 mei 2013 tot en met 12 september 2013 in Nederland twee navigatiesystemen voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde:
op tijdstippen in de periode van 16 november 2012 tot en met 29 september 2013 in Nederland,
-
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 5], een teken, te weten een valse kentekenplaat met nummer [kenteken 10] (Zaak 3B), heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen en
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 11], een teken, te weten een valse kentekenplaat met nummer [kenteken 12] (Zaak 3D) heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen en
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 7], een teken, te weten een valse kentekenplaat met nummer [kenteken 13] (Zaak 4E), heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen, en
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 8], tekens, te weten valse kentekenplaten met de nummers [kenteken 14] en [kenteken 15] (Zaak 5C en 5D), heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen, en
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 4], tekens, te weten valse kentekenplaten met de nummers [kenteken 16] en [kenteken 17]) (Zaak 6C en 6D), heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen,
telkens met het oogmerk de herkenning, daaronder begrepen de herkenning met behulp van technische voorzieningen, van het ingevolge artikel 40 van de Wegenverkeerswet 1994 gevoerde kenteken, te bemoeilijken.
Zaak B
meer subsidiair:
op 23 januari 2013 te [plaats 2], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een BMW, met kenteken [kenteken 11], toebehorende aan [Autoverhuurbedrijf 8].

5.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 21 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en een taakstraf voor de duur van 240 uren, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen. Verder heeft zij gevorderd bijzondere voorwaarden op te leggen, zoals die in de reclasseringsrapporten van 8 en 23 april 2014 worden geadviseerd, waaronder elektronische controle.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting verklaard dat voornoemde reclasseringsadviezen tot stand zijn gekomen in overleg met verschillende hulpverlenende instanties. Verdachte behoort tot de aanpak Top 600 van de Gemeente Amsterdam. Hij bevindt zich momenteel aan het eind van het traject en er is een duidelijk plan van aanpak opgesteld. Het verleden heeft uitgewezen dat onvoorwaardelijke gevangenisstraffen niet het gewenste resultaat met zich brengen. Gelet op deze omstandigheden alsmede de (deels) bekennende proceshouding van verdachte op zitting, acht zij het de moeite waard verdachte een kans te geven door een onvoorwaardelijk gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest te vorderen met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf met elektronisch controle, alsmede een werkstraf van de maximale duur.
Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen heeft de officier van justitie gevorderd:
- retour aan verdachte van de voorwerpen die op de beslaglijst zijn genummerd onder 15, 32, 33 en 35;
- retour aan de rechtmatige eigenaar van het voorwerp dat op de beslaglijst is genummerd onder 4;
- verbeurdverklaring van de voorwerpen die op de beslaglijst zijn genummerd onder 1 tot en met 14 en 16 tot en met 31.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij [Autoverhuurbedrijf 9] af te wijzen, omdat zij geen bewezenverklaring van diefstal, maar van heling ten aanzien van het in zaak A onder 1 ten laste gelegde (zaak 3A) heeft gevorderd.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij [Autoverhuurbedrijf 2] hoofdelijk toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, zoals opgenomen in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht in sterke mate rekening te houden met de persoon van de verdachte. Voor het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring mocht komen, acht zij een deels voorwaardelijke straf met de bijzondere voorwaarden, waaronder elektronische controle, passend.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Autoverhuurbedrijf 9] op het standpunt gesteld dat de vordering afgewezen dient te worden omdat enkel de heling en niet de diefstal, in zaak A onder 1 (zaak 3A) ten laste gelegd, bewezen kan worden. De vordering van de benadeelde partij [Autoverhuurbedrijf 2] kan toegewezen worden tot een bedrag van op € 317,86. Het overige deel van de vordering komt niet voor toewijzing in aanmerking omdat onvoldoende is onderbouwd dat de auto zeven dagen niet verhuurd kon worden.
De raadsvrouw heeft de vordering van de officier van justitie ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen niet betwist.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. Verdachte heeft zich gedurende een periode van ruim een jaar schuldig gemaakt aan een groot aantal diefstallen van auto’s en pogingen daartoe. Hij is daarbij gewiekst en op professionele wijze te werk gegaan. Daarbij heeft verdachte een groot aantal auto’s geheeld. Bovendien heeft verdachte een aantal van deze auto’s voorzien van valse kentekenplaten. Het gebruik van valse kentekenplaten hangt vaak samen met het afdekken van criminele feiten. Het spreekt voor zich dat de door deze feiten ontstane materiële schade groot is geweest. Het betreffen hier vaak wat nieuwere auto’s en bussen die een substantiële waarde vertegenwoordigen. Verdachte heeft kennelijk geen moment stil gestaan bij de hinder en de overlast die de slachtoffers van zijn handelen ondervinden. Hij heeft slechts aan zijn eigen financiële gewin gedacht. Bovendien dragen feiten als de onderhavige bij aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Verder heeft verdachte bij de inbraak in de [supermarkt] samen met zijn mededader veel schade aangericht om zich een groot aantal sigaretten te kunnen toe-eigenen.
Uit het vorenstaande blijkt dat verdachte zich op professionele wijze in het criminele circuit begeeft. Uit het uittreksel van zijn Justitiële Documentatie volgt dat verdachte verschillende malen voor vermogensdelicten is veroordeeld en daarvoor ook al eens een lange gevangenisstraf heeft uitgezeten. Het lijkt erop dat verdachte door het plegen van strafbare feiten in overwegende mate in zijn levensonderhoud voorziet.
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met oplegging van een nagenoeg volledig voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van de wettelijk toegestane maximale duur. Hierbij neemt de rechtbank de aard, ernst en omvang van de feiten in aanmerking. Verder ziet de rechtbank een verdachte die ondanks eerder opgelegde vrijheidsstraffen op grote schaal en op professionele wijze misdrijven is blijven plegen. Hierbij past uit het oogpunt van vergelding en normhandhaving slechts een gevangenisstraf, waarvan het onvoorwaardelijk deel van substantiële duur dient te zijn. Bij de bepaling van de aan verdachte op te leggen straf dient de rechtbank acht te slaan op de straffen die door rechtbanken in het land in vergelijkbare gevallen worden opgelegd. In dit kader houdt de rechtbank rekening met de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht). Op grond daarvan ligt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van minimaal 36 maanden in de rede.
De eis van de officier van justitie wijkt van een dergelijke strafmaat aanzienlijk af in het voordeel van verdachte. De rechtbank vindt in de door de officier van justitie aangehaalde omstandigheden - te weten het zich bevinden aan het einde van het Top 600 traject, de gebleken ineffectiviteit van eerdere onvoorwaardelijke gevangenisstraffen en de proceshouding van verdachte op zitting - onvoldoende aanknopingspunten om zonder meer met deze eis mee te gaan.
Wel ziet de rechtbank - met de officier van justitie en de raadsvrouw - het belang, uit oogpunt van preventie en resocialisatie, van een strikt gereguleerde en gecontroleerde terugkeer van verdachte in de samenleving. De rechtbank staat voorts in beginsel welwillend tegenover de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering en andere hulpverleningsinstanties in samenspraak met het openbaar ministerie, mede binnen de Top 600 aanpak, zijn geformuleerd. Dit geldt ook voor zover deze voorwaarden zien op tamelijke nieuwe instrumenten, waarvan de effectiviteit van executie en controle nog beproefd dienen te worden, zoals een locatieverbod (voor 13 locaties waar zich, zo begrijpt de rechtbank, autoverhuurbedrijven bevinden) en een locatiegebod (waarbij is voorzien in een gereguleerde dagbestedingsverplichting), een en ander te controleren middels een elektronische gps-enkelband. Een proeftijd van drie jaar acht de rechtbank daarbij eveneens noodzakelijk, gelet op de verwachte tijd die verdachte nodig zal hebben om zijn leven in te richten zonder terug te vallen in recidive.
Gelet op de diverse te dienen strafdoelen als bovenomschreven, acht de rechtbank het geëigend deze bijzondere voorwaarden binnen het kader van een voorwaardelijke gevangenisstraf eerst op te leggen aan het einde van een aanzienlijk langer durende onvoorwaardelijke detentie dan geëist door de officier van justitie.
Genoemde elementen brengen met zich dat de rechtbank, ondanks dat zij minder feiten bewezen acht dan de officier van justitie, tot een hogere straf is gekomen dan door de officier van justitie is geëist.
De rechtbank acht - alles afwegende – een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met de bijzondere voorwaarden zoals die in het reclasseringsrapport van 23 april 2014 worden geadviseerd, passend en geboden. Met het oog op de door de reclassering in haar voornoemde rapport geadviseerde bijzondere voorwaarden en om verdachte in de toekomst ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen zal aan de voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf een proeftijd van 3 jaar worden verbonden.

9.Beslag

Onder verdachte zijn voorwerpen zoals vermeld op de beslaglijst, die aan dit vonnis is gehecht, in beslag genomen.
9.1
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen onder 1 tot en met 14 en 16 tot en met 31 op de aangehechte beslaglijst, dienen verbeurd te worden verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met betrekking tot die voorwerpen het in zaak A onder 1 en 2 bewezen geachte is begaan.
9.2
Teruggave van in beslag genomen goederen
De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen genoemd onder nummer 15, 32, 33, en 35 van de beslaglijst.
Verder gelast de rechtbank de teruggave aan [persoon 1], van de laptop genoemd onder nummer 34 van de aangehechte beslaglijst.
10. Ten aanzien van de benadeelde partijen
10.1
De benadeelde partij [Autoverhuurbedrijf 9]
Aan verdachte is – zonder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht – ten aanzien van het in zaak A onder 1 (zaak 3A) geen straf of maatregel opgelegd ten aanzien van de ten laste gelegde diefstal. Hierdoor is de benadeelde partij in haar vorderingen niet-ontvankelijk.
10.2
De benadeelde partij [Autoverhuurbedrijf 2]
De benadeelde partij [Autoverhuurbedrijf 2] heeft zich gevoegd in deze procedure met een vordering tot vergoeding van materiële schade. Deze vordering bedraagt € 968,86.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de behandeling van de vordering van [Autoverhuurbedrijf 2] niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor in zaak A onder 2 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 317,86.
De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald. Het overige deel van de vordering vormt een onevenredige belasting van het strafgeding. De rechtbank verklaart de benadeelde partij daarom voor dat deel niet-ontvankelijk in haar vordering. De benadeelde partij kan dat deel desgewenst bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van [Autoverhuurbedrijf 2] voornoemd wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd tot een bedrag van € 317,86.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht en het artikel 41 van de Wegenverkeerswet 1994.

12.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in zaak A onder 5 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het in zaak A onder 1, 2, 3, 4 alternatief/cumulatief, 6 en in zaak B ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezen geachte:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
en
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd
en
Opzetheling, meermalen gepleegd
Ten aanzien van het onder 2 bewezen geachte:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd
en
Poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd
ten aanzien van het onder 3 bewezen geachte:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
ten aanzien van het onder 4 alternatief/cumulatief bewezen geachte:
Opzetheling, meermalen gepleegd
ten aanzien van het onder 6 bewezen geachte:
Overtreding van artikel 41, eerste lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, meermalen gepleegd
Zaak B
meer subsidiair bewezen geachte:
Diefstal
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
36 maanden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 24 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde
Meldplicht en houden aan aanwijzingen
1. zich gedurende de opgelegde proeftijd houdt aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarden. Daartoe moet veroordeelde zich binnen drie werkdagen na vrijlating melden bij het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering aan de [adres 1] te [plaats 3]. Hierna moet veroordeelde zich gedurende perioden blijven melden zo frequent als Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering nodig acht en zich houden aan de aanwijzingen;
Behandelverplichting – Ambulante begeleiding & aansluitende behandeling
2. wordt verplicht om zich te laten begeleiden door Topzorgteam De Waag of IFA en indien noodzakelijk wordt geacht aansluitend een behandeling;
Locatieverbod met het elektronisch controlemiddel de gps-enkelband
3. wordt verboden zich gedurende de proeftijd te bevinden op de na te noemen locaties met een straal van 100 meter rond de locaties. Het locatieverbod zal worden gecontroleerd door middel van het elektronisch controlemiddel de GPS-enkelband. Als de reclassering het noodzakelijk acht om voor een doelmatige uitvoering van het toezicht op naleving van de bijzondere voorwaarden de periode, tijd of locatie aan te passen, dan zal zij hiervoor een verzoek indienen bij de opdrachtgever;
[adres 2] te Purmerend
[adres 3] te Purmerend
[adres 4] te Hoofddorp
[adres 5] te Purmerend
[adres 6] te Amsterdam
[adres 7] te Amsterdam
[adres 8] te Almere
[adres 9] te Amsterdam
[adres 10] te Haarlem
[adres 11] Heerhugowaard
[adres 12] Hengelo
[adres 13] te Amsterdam
[adres 14] te Amsterdam
Locatiegebod met het elektronische controlemiddel de gps-enkelband
4. wordt geboden zich gedurende de proeftijd te bevinden op het [adres 15], [te plaats]. Daarbij heeft hij op doordeweekse dagen een aaneengesloten blok van veertien uur ter invulling van zijn dagbesteding. In de weekenden heeft veroordeelde acht uur vrij te besteden. Wanneer veroordeelde op doordeweekse dagen geen dagbesteding heeft, krijgt hij twee uur vrij te besteden. Alle uren worden vooraf vastgesteld, in overleg met de reclassering. Als de reclassering het noodzakelijk acht om voor een doelmatige uitvoering van het toezicht op naleving van de bijzondere voorwaarden de periode, tijd of locatie aan te passen dan zal zij hiervoor een verzoek indienen bij de opdrachtgever. Het locatiegebod zal worden gecontroleerd door middel van het elektronisch controlemiddel de GPS-enkelband;
Andere voorwaarden het gedrag betreffende
5. wordt verplicht om de volgende bijzondere voorwaarden na te leven en zich te houden aan de opdrachten van de reclassering die in het kader van het toezicht op de naleving van deze voorwaarden noodzakelijk zijn, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- de veroordeelde wordt verplicht deel te nemen aan het (leer-werk) traject van de DWI;
- de veroordeelde wordt verplicht deel te nemen aan het schuldhulpverleningstraject via de DWI.
Verklaart verbeurd de onder 1 tot en met 14 en de onder 16 tot en met 31 vermelde voorwerpen op de aangehechte beslaglijst.
Gelast de teruggave aan verdachte van de onder 15, 32, 33 en 35 vermelde voorwerpen op de aangehechte beslaglijst.
Gelast de teruggave aan [persoon 1] van het onder 34 vermelde voorwerp op de aangehechte beslaglijst.
Voorts ter zake van het onder 1 in zaak A bewezen geachte
Verklaart de benadeelde partij [Autoverhuurbedrijf 9] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Voorts ter zake van het onder 2 in zaak A bewezen geachte
Wijst de vordering van de benadeelde partij [Autoverhuurbedrijf 2], per adres [adres, te plaats 2], toe tot een bedrag van € 317,86 (driehonderdzeventien euro en zesentachtig cent).
De rechtbank verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Veroordeelt verdachte aan [Autoverhuurbedrijf 2] voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen, behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op, aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Autoverhuurbedrijf 2] te betalen de som van € 317,86 (driehonderdzeventien euro en zesentachtig cent), behoudens voor zover deze vordering reeds door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 6 (zes) dagen, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte heeft voldaan aan een van voornoemde betalingsverplichtingen, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.T. Beuving, voorzitter,
mrs. P.J. van Eekeren en W.C.J. Robert, rechters,
in tegenwoordigheid van M.R.F. van Raab van Canstein, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 mei 2014.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
De tenlastelegging
Zaak A
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 3 oktober 2012 tot en met 8 november 2013 te Amsterdam en/of Haarlem en/of Hengelo en/of Purmerend en/of Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
-(Zaak 1C: 8 november 2013) een Mercedes Vito (kenteken [kenteken 1]) en/of
-(Zaak 2A/B: 3 oktober 2012 en zaak 7: 10mei2013,) een Ford Tourneo (kenteken [kenteken 2]) (met daarin een navigatiesysteem) en/of een Citroen (kenteken [kenteken 3],) en/of
-(Zaak 3A: 16/17 november 2012) een Renault Clio (kenteken [kenteken 5]) en/of een Toyota Aygo (kenteken [kenteken 18]) en/of
-(Zaak 4A: 8 mei 2013) een Renault Master (kenteken [kenteken 6])en/of
-(Zaak 4C: 26 mei 2013) een Ford Focus (kenteken [kenteken 7]) en/of
-(Zaak 5A: 9 mei 2013) een Volkswagen Golf (kenteken [kenteken 8])
-(Zaak 6A: 15 september 2013) een Opel Insignia (kenteken [kenteken 4]),
in elk geval een of meer auto(‘s), geheel of ten dele toebehorend aan
- (Zaak 1C) [Autoverhuurbedrijf 10] (Amsterdam) en/of
-(Zaak 2A/B en 7) [Autoverhuurbedrijf 10] (Amsterdam) en/of,
-(Zaak 3A) [Autoverhuurbedrijf 11] (Hengelo)
-(Zaak 4A) [Autoverhuurbedrijf 10] (Amsterdam) en/of
-(Zaak 4C) [Autoverhuurbedrijf 1] (Purmerend) en/of
-(Zaak 5A) [Autoverhuurbedrijf 12] (Almere) en/of
-(Zaak 6A) [Autoverhuurbedrijf 3] (Amsterdam)
in elk geval een of meer autobedrij(f)(ven) en/of perso(o)n(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot die/dat auto(‘s) heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen auto(‘s) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, in elk geval een sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) niet is/zijn/was/waren gerechtigd.
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 november 2012 tot en met 12 september 2013 te Hengelo en/of [plaats 2] en/of Almere en/of Purmerend en/of Amsterdam, in elk gevat in Nederland, (telkens):
-(Zaak 3A:) een Renault Clio (kenteken [kenteken 5]) en/of een Toyota Aygo (kenteken [kenteken 18]) en/of
-(Zaak 4A:)een Renault Master (kenteken [kenteken 6]) en/of
-(Zaak 4C:) een Ford Focus (kenteken [kenteken 7]) en/of
-(Zaak 5A:) een Volkswagen Golf (kenteken [kenteken 8]) en/of
-(Zaak 6A:) een Opel Insignia (kenteken [kenteken 4],)
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door diefstal in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(‘eren) betrof.
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 mei 2013 tot en met 15 november 2013 te Amsterdam en/of Almere en/of Amstelveen en/of Purmerend en/of Haarlem, in elk geval in Nederland, (telkens) ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een of meer auto('s) geheel of ten dele toebehorend
aan [Autoverhuurbedrijf 3] (Zaak 1A) en/of [Autoverhuurbedrijf 4] (Zaak 1B) en/of [Autoverhuurbedrijf 5] (Zaak 1B) en/of [Autoverhuurbedrijf 2] (Zaak 1C en 9) en/of [Autoverhuurbedrijf 6] BV (Zaak 4B) en/of [Autoverhuurbedrijf 1] (Zaak 4C) en/of [Autoverhuurbedrijf 7] (Zaak 6B), in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die/dat te verschaffen en/of die/dat weg te nemen auto('s) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, in elk geval een sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s) niet is/was/waren gerechtigd, opzettelijk met zijn mededader(s), althans alleen, naar die/dat autoverhuurbedrij(f)(ven) is toegegaan, waarna hij, verdachte, en zijn mededader(s), althans een of meer van hen:
(Zaak 1A: 20 oktober 2013)
- een briefje op de sleutel deponeer brievenbus van [Autoverhuurbedrijf 3] (Almere) heeft/hebben geplakt met de tekst: "Beste klant, in verband met een defect deponeer apparaat graag de autosleutel in brievenbus nummer 4 bij de ingang deponeren. Excuus voor het ongemak. Directie [Autoverhuurbedrijf 3]", althans woorden van gelijke aard en/of strekking" en/of
(Zaak 1B: 31 oktober en/of 1 november 2013)
- eenmaal of meermalen een briefje op de sleutel deponeer brievenbus van autoverhuurbedrijf [Autoverhuurbedrijf 4] (Amsterdam) heeft/hebben geplakt met daarin de tekst "Beste klant, i.v.m. een defect deponeerapparaat graag de autosleutel in de brievenbus bij de ingang deponeren. Excuus voor het ongemak. Directie [Autoverhuurbedrijf 4]", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- eenmaal of meermalen tape heeft/hebben bevestigd in de brievenbus van autoverhuurbedrijf [Autoverhuurbedrijf 5] (teneinde ingeleverde autosleutels op te vangen) en/of
- later eenmaal of meermalen is/zijn teruggekomen teneinde te kijken of er (een) sleutel(s) is/zijn opgevangen en/of (vervolgens) voornoemde tape heeft/hebben verwijderd en/of
(Zaak 1C: 8 november 2013)
- een briefje op de sleutel deponeer brievenbus van [Autoverhuurbedrijf 2] (Haarlem) heeft/hebben bevestigd met daarin het verzoek de sleutel in een andere gewone brievenbus te deponeren, althans een verzoek van gelijke aard en/of strekking en/of
- vervolgens een sleutel behorende bij een Mercedes Sprinter (kenteken [kenteken 9]) uit voornoemde gewone brievenbus heeft/hebben gehaald en/of
(Zaak 9: 15 november 2013)
- een briefje op de sleutel deponeer brievenbus van [Autoverhuurbedrijf 2] (Haarlem) heeft/hebben bevestigd met daarin het verzoek de sleutel in een andere gewone brievenbus te deponeren, althans een verzoek van gelijke aard en/of strekking en/of
(Zaak 4B: 26 mei 2013)
- de sleutelkluis van [Autoverhuurbedrijf 6] BV (Amstelveen) met een breekijzer heeft bewerkt en/of tegen voornoemde Sleutelkluis getrapt en/of geschopt en/of
(Zaak4C: 26 mei 2013)
- de sleutelkluis en/of brievenbus van [Autoverhuurbedrijf 1] (Purmerend) heeft/hebben vernield en/of opengebroken en/of

-(vervolgens) de sleutel behorende bij een Ford Transit (kenteken [kenteken 19]) heeft/hebben weggenomen;

(Zaak 6B: 29 september 2013)
- de sleutel(s) behorende bij twee, althans een of meer auto('s) van [Autoverhuurbedrijf 7] (Purmerend) weggenomen uit een deponeringskluis van [Autoverhuurbedrijf 7];
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde:
(Zaak 3E)
hij op of omstreeks 30 januari 2013 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit supermarkt [supermarkt] (vestiging: [adres 4]) heeft weggenomen een grote hoeveelheid sigaretten (totale waarde ongeveer 3500 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
(Zaak 4D)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 mei 2013 tot en met 02 juni 2013 te Amsterdam en/of Bloemendaal, in elk geval in Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een of meer auto('s) heeft weggenomen twee, althans een of meer navigatiesyste(e)m(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 2] en/of [persoon 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij hij, verdachte, zich de toegang tot voornoemde auto heeft verschaft en/of voornoemd navigatiesysteem van [persoon 3] onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of
verbreking;
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 mei 2013 tot en met 12 september 2013 te Amsterdam en/of Bloemendaal en/of Purmerend, in elk geval in Nederland, (telkens) twee, althans een of meer navigatiesyste(e)m(en) heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde:
hij op of omstreeks 25 mei 2013 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een (vakantie)woning heeft weggenomen een laptop en/of rugtas en/of koptelefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [persoon 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van inklimming en/of braak op en/of verbreking van een ruit van voornoemde woning.
subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 25 mei 2013 tot en met 19 november 2013 te Amstelveen en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) een laptop heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 16 november 2012 tot en met 29 september 2013 te Hengelo en/of [plaats 2] en/of Amsterdam en/of Almere en/of Zaandam en/of Purmerend en/of Den Haag, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 5], een teken en/of middel, te weten een (valse) kentekenplaat met nummer [kenteken 10] (Zaak 3B), heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen en/of
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 11], een teken en/of middel, te weten een (valse) kentekenplaat met nummer [kenteken 12] (Zaak 3D) heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen en/of
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 7], een teken en/of middel, te weten een (valse) kentekenplaat met nummer [kenteken 13] (Zaak 4E), heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen,
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 8], een of meer teken(s) en/of middel(en), te weten een of meer (valse) kentekenpla(a)t(en) met (de) nummer(s) [kenteken 14] en/of [kenteken 15]) (Zaak 5C en 5D), heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen,
- op een motorrijtuig met kenteken [kenteken 4], een of meer teken(s) en/of middel(en), te weten een of meer (valse) kentekenpla(a)t(en) met (de) nummer(s) [kenteken 16] en/of [kenteken 17]) (Zaak 6C en 6D), heeft aangebracht of heeft doen aanbrengen,
telkens met het oogmerk de herkenning, daaronder begrepen de herkenning met behulp van technische voorzieningen, van het ingevolge artikel 40 van de Wegenverkeerswet 1994 gevoerde kenteken, te bemoeilijken.
Zaak B
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 januari 2013 tot en met 31 januari 2013 te Amsterdam en/of [plaats 2], in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk een motorvoertuig (BMW, kenteken [kenteken 11]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Autoverhuurbedrijf 8] en/of [persoon 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten
ten behoeve van het maken van een proefrit en/of te leen, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
subsidiair:
hij op of omstreeks 31 januari 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een motorvoertuig (BMW, kenteken [kenteken 11]) heeft verworven, en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door verduistering, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
meer subsidiair:
hij op 23 januari 2013 te [plaats 2], in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een BMW met kenteken [kenteken 11], in elk geval een motorvoertuig, geheel of ten dele toebehorende aan [Autoverhuurbedrijf 8] en/of [persoon 4].