Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam],
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats],
Procesverloop
Overwegingen
8 oktober 2004, ECLI:NL:CRVB:2004:AR4447, waarin is overwogen dat indien achteraf de omvang van verzwegen inkomsten niet meer kan worden bepaald aan de hand van betrouwbare schriftelijke gegevens, verweerder deze inkomsten op een redelijke wijze mag schatten. De betrokkene uitkeringsontvanger heeft dan vervolgens de mogelijkheid om de juistheid van de op basis van deze schatting vastgestelde bedragen te weerleggen met ondubbelzinnige, concrete en verifieerbare inkomensgegevens. Een redelijke verdeling van de bewijslast met betrekking tot de omvang van de feitelijke genoten inkomsten uit arbeid brengt in die situatie met zich mee dat het risico dat relevante gegevens onbewezen blijven bij de uitkeringsontvanger wordt gelegd. Het is derhalve in beroep aan eiseres om de juistheid van deze schatting te weerleggen.