Uitspraak
,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissingDe rechtbank:
[namen minderjarige]zal blijven;
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 april 2014 uitspraak gedaan over de erkenning van een buitenlandse adoptiebeslissing en de adoptie van een minderjarige door twee verzoekers. De verzoekers, een Brits en een Nederlands echtpaar, hadden de minderjarige geadopteerd volgens de Amerikaanse wetgeving, terwijl de minderjarige feitelijk in Nederland verbleef. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige ten tijde van de Amerikaanse adoptiebeslissing al in Nederland woonde, maar dat dit verblijf als een voorlopige situatie moet worden beschouwd. De rechtbank heeft de erkenning van de Amerikaanse adoptiebeslissing op grond van de artikelen 10:108 en 10:109 van het Burgerlijk Wetboek (BW) beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de Amerikaanse adoptiebeslissing erkend kon worden, omdat de procedure van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) was nageleefd en er geen weigeringsgronden waren. De rechtbank heeft ook de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld en de gewijzigde namen erkend. De beslissing houdt in dat de adoptie door de verzoeker [verzoeker 2] in het belang van de minderjarige is en dat de adoptie door verzoeker [verzoeker 1] wordt erkend. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de vastgestelde geboortegegevens en de adoptie in de registers van de burgerlijke stand op te nemen.