Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Tribunal de Grande Instance van Versailles(Frankrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 april 2014 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat door de Franse autoriteiten was uitgevaardigd op 1 juli 2004. De vordering van de officier van justitie dateert van 11 november 2013 en betreft de overlevering van de opgeëiste persoon, die in het verleden al was geconfronteerd met een vergelijkbaar uitleveringsverzoek dat in 2006 rauwelijks was afgewezen door het Openbaar Ministerie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie ten tijde van de afwijzing in 2006 niet is veranderd en dat de officier van justitie in strijd handelt met het vertrouwensbeginsel door opnieuw een vordering in te dienen die betrekking heeft op hetzelfde EAB. De rechtbank oordeelt dat de opgeëiste persoon gerechtvaardigde verwachtingen had dat er geen vervolging of overlevering meer zou plaatsvinden voor de feiten die aan het EAB ten grondslag liggen. De rechtbank heeft de officier van justitie daarom niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.