Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 november 2013, met producties
- de exceptie van onbevoegdheid voor alle weren ten gronde, tevens incident ter zake van het toepasselijk recht, met één productie en
- de antwoord exceptie van onbevoegdheid voor alle weren ten gronde en tevens antwoord incident ter zake van het toepasselijk recht.
2.De feiten, voor zover van belang in het incident
3.In de hoofdzaak
4.Het geschil in het incident
5.De beoordeling in het incident
Jur. 1988, p. 5565 Kalfelis/Schröder). Het (gestelde) onrechtmatig handelen van Unibet is er mede in gelegen dat zij een zorgplicht jegens [eiser] heeft geschonden. De gestelde rechtsvordering houdt naar het oordeel van de rechtbank onlosmakelijk verband met de overeenkomst tussen [eiser] en Unibet en de daaruit voortvloeiende (zorg)plichten van Unibet jegens [eiser]. Met de overeenkomst en met de uitleg van de overeenkomst dient rekening te worden gehouden in het hoofdgeschil (vergelijk HvJ EG 13 maart 2013, C-548/12, ECLI:NL:XX:2014:102). De bevoegdheidsregel van artikel 5 lid 3 EEX-Vo is op het onderhavige geschil dan ook niet van toepassing, echter wel artikel 5 lid 1 onder a EEX-VO. Unibet beroept zich op een forumkeuze.
6.De beslissing
18 juni 2014voor conclusie van antwoord.