In deze zaak vorderde Duosport, een besloten vennootschap, de vernietiging van een overeenkomst tussen de Stichting IJscomplex Jaap Eden en de Schaatsschool B.V. inzake het exclusieve recht om schaatsinstructie te geven op de Jaap Edenbaan. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat Duosport geen rechtens te respecteren belang had bij haar vordering. De rechtbank stelde vast dat Duosport niet aannemelijk had gemaakt dat, indien de overeenkomst zou worden vernietigd, zij het exclusieve recht op schaatsinstructie zou krijgen. De Stichting had verklaard dat zij in dat geval mogelijk de lessen zelf zou verzorgen. Bovendien was het ideële belang van Duosport om de kwaliteit van de schaatslessen te handhaven niet voldoende om een vordering te rechtvaardigen. De rechtbank wees de vordering van Duosport af en veroordeelde haar in de proceskosten, die op € 1.493,00 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 12 maart 2014.