ECLI:NL:RBAMS:2014:2293

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 maart 2014
Publicatiedatum
29 april 2014
Zaaknummer
CV 12-37045
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoofdelijke aansprakelijkheid van directeuren bij leaseovereenkomsten en de gevolgen van faillissement

In deze zaak gaat het om de hoofdelijke aansprakelijkheid van twee directeuren van de besloten vennootschap Two Beats BV voor leaseovereenkomsten die zijn aangegaan met DaimlerChrysler Services BV. De directeuren, [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] en [naam 3], zijn hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de verplichtingen van de vennootschap na het faillissement van Two Beats BV. De directeuren hebben betwist dat zij een brief van Daimler hebben ontvangen waarin de vordering werd ingediend, maar dit verweer werd door de kantonrechter verworpen. De kantonrechter oordeelde dat de echtgenotes van de directeuren niet hoefden te ondertekenen voor de hoofdelijke aansprakelijkheid, omdat de leaseovereenkomsten in het kader van de normale bedrijfsuitoefening waren gesloten. De kantonrechter heeft de vordering van Daimler tot betaling van het restantbedrag van circa € 62.000,00, ondanks de aflossingen van de directeuren, beperkt tot € 2.500,00, en heeft de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. De zaak illustreert de complexiteit van hoofdelijke aansprakelijkheid en de gevolgen van faillissement voor directeuren van een vennootschap.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Privaatrecht
Rolnummer: CV 12-37045
Vonnis van: 31 maart 2014
F.no.: 497

Vonnis van de kantonrechter

I n z a k e
1.
[eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie]
2.
[eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie]
beide wonende te [woonplaats]
eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie
nader te noemen: [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie]
gemachtigde: mr. M. Dekker
t e g e n

de besloten vennootschap Mercedes-Benz Financial Services Nederland BV

gevestigd te Utrecht
gedaagde partij in conventie / eisende partij in reconventie
nader te noemen: Daimler
gemachtigde: mr. R.J. Veerman

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Op de dagvaarding met producties van 13 juli 2012, inhoudende de vordering van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie], heeft Daimler bij conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie met producties gereageerd. Bij instructie tussenvonnis van 7 november 2012 van de rechtbank Amsterdam, (toen geheten) sector civiel recht is de zaak verwezen naar de (toen geheten) sector kanton van de rechtbank Amsterdam.
Bij instructie tussenvonnis van 18 december 2012 heeft de kantonrechter een comparitie na antwoord gelast, welke op 19 februari 2013 is gehouden. Bij brief van 11 februari 2013 hebben [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] op voorhand de conclusie van antwoord in reconventie toegezonden en bij fax van 15 februari 2013 hebben zij aanvullende producties in het geding gebracht. Op de comparitie na antwoord is [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie], vergezeld van zijn gemachtigde, verschenen. Daimler is verschenen bij [naam 1] en [naam 2], vergezeld van haar gemachtigde. Beide partijen hebben hun standpunten – de gemachtigden mede aan de hand van pleitaantekeningen – toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft van het verhandelde ter zitting handgeschreven aantekeningen gemaakt, welke aan het procesdossier zijn toegevoegd. Ter uitvoering van de ter zitting gemaakte afspraken zijn vervolgens de volgende processtukken genomen:
  • namens Daimler een akte houdende uitlating productie, tevens houdende overlegging producties;
  • namens [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] een antwoord-akte met producties;
  • namens Daimler een antwoord-akte met producties;
  • namens [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] een antwoord-akte.
De zaak staat voor vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

feiten en omstandigheden

1.
Als gesteld en niet (voldoende) weersproken, staan de volgende feiten en omstandigheden vast:
1.1.
Op 8 november 1999 is door (onder meer) [naam 3] opgericht de besloten vennootschap Two Beats BV. Two Beats BV richt zich op de import en verhuur van medische apparatuur. [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] en [naam 3] zijn samen [functie] van Two Beats BV.
1.2.
Op 5 augustus 1999 is (de rechtsvoorganger van) Two Beats BV met Daimler een mantelovereenkomst voor de lease van auto’s aangegaan. Op basis van deze mantelovereenkomst zijn vanaf eind 1999 verschillende leaseovereenkomsten tussen Two Beats BV en Daimler gesloten. De laatste twee leaseovereenkomsten zijn op 24 februari 2003 aangegaan.
1.3.
Op 24 februari 2003 sluit Two Beats BV met DaimlerChrysler Services BV, de rechtsvoorganger van Daimler, voor de duur van 3 jaar (36 maanden) ten behoeve van haar [functie] [naam 3] een operational lease-overeenkomst met betrekking tot de auto [merk]met kenteken [nummer] en bouwjaar [jaar], hierna te noemen de Mercedes Elegance. De leaseprijs bedraagt € 1.654,06 per maand.
1.4.
Op dezelfde dag, 24 februari 2003, is Two Beats BV met DaimlerChrysler Services BV voor de duur van 3 jaar (36 maanden) ten behoeve van haar [functie] [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] een tweede operational leaseovereenkomst met betrekking tot de auto [merk] met kenteken [nummer] en bouwjaar [jaar], hierna te noemen de Mercedes Avantgarde, aangegaan. De leaseprijs bedraagt € 1.683,94 per maand.
1.5.
Op 24 maart 2003 sluit [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] met – kennelijk de leverancier van de Mercedes Avantgarde - Stergam Automobielbedrijven NV een overeenkomst, waarbij [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] na ommekomst van de 3-jarige contractstermijn van de leaseovereenkomst de Mercedes Elegance koopt voor een bedrag van € 15.000,00.
1.6.
Daimler verlangt bij het aangaan van de twee operational leaseovereenkomsten dat [naam 3] en [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] bij overeenkomst aanvaarden dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verplichtingen van Two Beats BV uit de twee leaseovereenkomsten. [naam 3] en [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] hebben daartoe, in hun hoedanigheid van directeuren van Two Beats BV en voor zichzelf, de twee overeenkomsten “Overeenkomst Hoofdelijk Debiteurschap” ondertekend.
Artikel 7 van de Overeenkomst Hoofdelijk Mededebiteurschap luidt:
Indien de hoofdelijk mededebiteur een natuurlijk persoon is, gehuwd is en hierbij anders handelt dan in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, noch handelt ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van een NV of een BV, waarvan hij bestuurder is en alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid van de aandelen heeft, geldt deze overeenkomst onder de opschortende voorwaarde dat de echtgenoot van de hoofdelijk mededebiteur de overeenkomst ten blijke van de verleende toestemming als bedoeld in artikel 88 boek 1 BV voor gezien en akkoord heeft mede ondertekend.
Voorts zal de hoofdelijk mededebiteur die bij het aangaan van deze overeenkomst niet handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf het onderstaande goedschrift eigenhandig geschreven aanvullen.
De Overeenkomst Hoofdelijk Medebiteurschap is niet door de echtgenoten van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] en/of [naam 3] ondertekend.
1.7.
Begin 2004 staakt Two Beats BV haar bedrijfsactiviteiten.
1.8.
Bij aangetekend verzonden brief van 29 april 2004 beëindigt Daimler de leaseovereenkomsten met betrekking tot de Mercedes Avantgarde en de Mercedes Elegance. De beëindigingsgrond is ontbinding wegens een betalingsachterstand van € 27.425,56. Two Beats BV en de directeuren [naam 3] en [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] worden gesommeerd de geleasde auto’s in te leveren. Aan deze sommatie wordt gevolg gegeven. Op 5 mei 2004 wordt de Mercedes Avantgarde en op 14/18 mei 2004 de Mercedes Elegance ingeleverd.
1.9.
Two Beats BV is bij vonnis van 27 mei 2004 in staat van faillissement verklaard.
1.10.
Daimler maakt bij aangetekend en gewone post verzonden brief aan [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] d.d. 17 juni 2004 – een gelijkluidende brief is eveneens aan [naam 3] gezonden – aanspraak op betaling door hem van het geldbedrag dat (de inmiddels failliete) Two Beats BV aan Daimler uit de beide leaseovereenkomsten schuldig is. De brief luidt:
Bijgaand treft u een specificatie aan van onze vordering op u ad EUR 41.081,68. Deze vordering bestaat uit kosten en schaden, voortvloeiende uit de voortijdige ontbinding van genoemde lease-overeenkomsten en terugname van de auto’s met de kentekens [nummer] en [nummer]. Tevens is onze vordering op u verhoogd met kosten wegens voortijdige beëindiging van de lease-overeenkomsten, die wij op grond van onze Algemene Voorwaarden in rekening mogen brengen.
Wij verzoeken u – en sommeren u voor zover nodig – binnen 7 dagen na dagtekening van deze brief het totaalbedrag, zoals hierboven vermeld, aan ons te voldoen. Indien u in gebreke blijft, zullen wij rechtsmaatregelen tegen u in gang zetten.
Om er zeker van te zijn dat deze brief u bereikt, werd een kopie per reguliere post gezonden.
[eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] betwist dat hij – en [naam 3] – deze brief heeft/hebben ontvangen.
1.11.
De curator erkent de vordering van Daimler van € 41.081,68. Bij gebreke van baten is het faillissement opgeheven en is er geen bedrag uit de boedel aan Daimler betaald.
1.12.
Bij brief van 23 augustus 2004 verzoekt Daimler haar incasso-gemachtigde rechtsmaatregelen tegen onder meer [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] te nemen. De incasso-gemachtigde bericht Daimler bij brief van 9 februari 2005 dat vanaf oktober 2004 een betalingsregeling met [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] is overeengekomen, waarbij [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] € 500,00 per maand betaalt.
1.13.
Vervolgens worden aanmaningen verzonden, vindt op gezette tijden overleg plaats en worden in de periode van 6 oktober 2004 tot en met 24 januari 2012 vanaf de privé rekening van zowel [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] als [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] betalingen gedaan tot een totaalbedrag van € 42.830,00.
1.14.
Bij brief van 14 maart 2012 bericht de incasso-gemachtigde van Daimler [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] dat nog een bedrag van € 68.693,47 open staat en dat bij gebreke van betaling een dagvaarding zal worden uitgebracht.
1.15.
Bij brief van 30 maart 2012 verzoekt de gemachtigde van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] aan de incasso-gemachtigde van Daimler om nadere gegevens. Voorts meldt de gemachtigde van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] dat hij veronderstelt dat de echtgenote van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] de overeenkomst niet heeft medeondertekend, zodat geen overeenkomst tot stand is gekomen, althans niet in werking is getreden. Ook op andere gronden meent [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] dat hij € 42.830,00 onverschuldigd heeft betaald. De gemachtigde van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] verzoekt de incasso-gemachtigde van Daimler dit bedrag aan hem over te maken. Aan dit verzoek geeft Daimler geen gevolg.
1.16.
Nadat de gemachtigde van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] van de incasso gemachtigde van Daimler slechts een overzicht van de door [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] gedane betalingen heeft ontvangen, verzoekt de gemachtigde van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] Daimler bij brief van 27 april 2012 hem de gevraagde gegevens te verstrekken. Ook in deze brief wordt erop gewezen dat de echtgenote van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] de overeenkomst tot hoofdelijke aansprakelijkheid niet heeft mede ondertekend, zodat geen overeenkomst tot hoofdelijke aansprakelijkheidstelling tot stand is gekomen, althans dat die overeenkomst op grond van artikel 1:89 BW namens [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] wegens strijd met artikel 1:88 BW buitengerechtelijk wordt vernietigd.
1.17.
Daimler antwoordt bij brief van 2 mei 2012 dat de leaseovereenkomsten in het kader van de normale uitoefening van het bedrijf van Two Beats BV zijn gesloten, zodat de toestemming van de echtgenote van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] niet vereist was.
1.18.
Hierop volgt nog enige correspondentie, waarin beide partijen in hun standpunten volharden.

vordering in conventie

2.
[eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] vorderen bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair: voor recht te verklaren dat de Overeenkomsten Hoofdelijk Mededebiteurschap niet tot stand zijn gekomen, althans buitengerechtelijk rechtsgeldig zijn vernietigd bij brief van 27 april 2012;
subsidiair: de Overeenkomsten Hoofdelijk Mededebiteurschap alsnog te vernietigen;
primair: Daimler te veroordelen tot betaling van
- € 42.830,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de betaaldata, althans vanaf 27 april 2012;
- € 1.788,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten.
3.
Aan de vorderingen leggen [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] samengevat het navolgende ten grondslag.
Bij het aangaan van de leaseovereenkomsten en de daarmee verband houdende overeenkomsten tot hoofdelijke aansprakelijkheidstelling heeft [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] niet gehandeld in de normale uitoefening van zijn bedrijf. In dat geval heeft de echtgenote van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] ingevolge artikel 7 van de overeenkomst tot hoofdelijke aansprakelijkheid deze overeenkomst mede te ondertekenen. Blijkens de tekst is de medeondertekening van de echtgenote van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] een opschortende voorwaarde. Doordat de echtgenote de overeenkomsten niet heeft mede ondertekend is de opschortende voorwaarde niet vervuld, zodat de overeenkomsten niet in werking zijn getreden. De door [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] gedane betalingen zijn alsdan onverschuldigd voldaan.
Voorts heeft de gemachtigde van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] de overeenkomsten tot hoofdelijke aansprakelijkheidstelling bij brief van 27 april 2012 op grond van de artikelen 1:88 BW jo 1:89 BW buitengerechtelijk vernietigd. [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] betwist dat het recht op vernietiging is verjaard.
Voorzover de overeenkomsten tot hoofdelijke aansprakelijkheid rechtsgeldig zijn, heeft Daimler binnen drie maanden na de beëindiging van de looptijd van de leaseovereenkomsten op die overeenkomsten een beroep te doen. De leaseovereenkomsten zijn door Daimler per 5 mei 2004 ontbonden, zodat Daimler voor 5 augustus 2004 jegens [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] op die overeenkomsten een beroep had te doen. Dat is niet gebeurd. [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] betwisten dat zij de brief van 17 juni 2004 hebben ontvangen. [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] stellen dat zij door Daimler eerst bij brief van 2 september 2004 zijn aangesproken. Hierdoor kunnen de door [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] gedane betalingen niet (meer) op de overeenkomsten tot hoofdelijke aansprakelijkheid worden gegrond, zodat die betalingen onverschuldigd zijn gedaan.

verweer in conventie

4.
Daimler concludeert in conventie dat [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] in hun vordering niet-ontvankelijk zijn, althans dat de vordering dient te worden ontzegd met veroordeling van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] in de proceskosten. Daimler voert daartoe samengevat het navolgende aan.
5.
Daimler heeft bij brief van 17 juni 2004 binnen de contractuele drie maanden termijn na beëindiging van de leaseovereenkomsten jegens [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] (en [naam 3]) een beroep gedaan op de overeenkomsten hoofdelijke aansprakelijkheid. Daimler beschikt door het tijdsverloop niet meer over het verzendbewijs van de aangetekend verzonden brieven.
6.
Voorts zijn de twee door Two Beats BV op 24 februari 2003 met Daimler aangegane leaseovereenkomsten door [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] en [naam 3] als [functie] van Two Beats BV in het kader van de normale bedrijfsuitoefening aangegaan, zodat op grond van artikel 1:88 lid 5 BW de toestemming van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie]-Covaert niet vereist is.
7.
Voorzover [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] haar toestemming had te geven is de vordering tot vernietiging van de overeenkomsten wegens het verstrijken van de 3 jaarstermijn verjaard. Volgens Daimler wist [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] van de overeenkomsten hoofdelijke aansprakelijkstelling. Zo zijn 15 betalingen van € 500,00 in de periode vanaf 6 oktober 2004 vanaf de privé rekening van Covaert gedaan, zijn aan de incasso-gemachtigde van Daimler loonstroken van haar werkgever verstrekt en heeft [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] in zijn e-mails van onder meer 10 november 2005 en 14 november 2005 aan de incassogemachtigde van Daimler in de “wij vorm” bericht.
8.
Ook in het geval de overeenkomsten hoofdelijke aansprakelijkstelling op grond van de artikelen 1:88 BW/1:89 BW zijn/worden vernietigd, dient de vordering van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] te worden afgewezen, omdat de betalingen hebben te gelden als schadevergoeding wegens onrechtmatige daad. [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] heeft onrechtmatig jegens Daimler gehandeld door te verklaren dat de overeenkomsten in het kader van de normale uitoefening van het bedrijf zijn gedaan, terwijl hij wist althans kon weten dat zulks niet het geval was en daarvoor de toestemming van zijn echtgenote nodig was, welke toestemming hij ten onrechte niet heeft gevraagd en na verkregen toestemming op de overeenkomsten hoofdelijke aansprakelijkheidstelling heeft toegevoegd.
9.
Tot slot betwist Daimler de gevorderde wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten.

vordering in reconventie

10.
Daimler vordert in reconventie [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] te veroordelen tot betaling van
  • € 62.326,41, wegens hoofdsom vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2012;
  • primair € 6.162,25, subsidiair €1.788,00, wegens buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2012;
  • de proceskosten.
11.
Aan de vordering in reconventie legt Daimler ten grondslag, dat de restantschuld uit de leaseovereenkomsten per 27 maart 2012 € 62.326,41 bedraagt. Voor het incasseren van de vordering zijn buitengerechtelijke werkzaamheden verricht, waarover in artikel 3 lid 4 van de leaseovereenkomsten een afspraak is gemaakt. Het gevorderde bedrag is ook alleszins redelijk doordat de deurwaarder voor zijn werkzaamheden vanaf medio 2004 bij factuur van 17 maart 2012 aan Daimler een bedrag van € 5.816,00 excl. btw in rekening heeft gebracht.

verweer in reconventie

12.
[eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] betwisten de vordering in reconventie. Feitelijk heeft de hoofdsom betrekking op de contractuele rente. [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] achten het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Daimler nog een bedrag vordert dat zelfs hoger is dan de vordering ten tijde van het faillissement van Two Beats BV en waarbij [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] in de loop der jaren ruim 40.000,00 hebben afgelost.
13.
Voorts betwist [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten.

beoordeling

14.
De conventionele en reconventionele vorderingen lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.
15.
De kantonrechter stelt voorop dat [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] terecht hebben aangevoerd, dat Daimler aan de twee gesloten overeenkomsten “Overeenkomst Hoofdelijk Mededebiteurschap” alleen rechten kan ontlenen, indien zij binnen de in artikel 6 van die overeenkomsten genoemde termijn van 3 maanden na beëindiging van de leaseovereenkomsten op die overeenkomsten een beroep hebben gedaan.
16.
Daimler stelt dat zij bij brief van 17 juni 2004 de rechten uit die overeenkomsten jegens [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] hebben ingeroepen. [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] betwist dat hij die brief heeft ontvangen.
17.
Ingevolge artikel 3:37 lid 3 BW heeft een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring eerst haar werking indien die verklaring de persoon bereikt.
Daimler heeft een door[naam 2] en [naam 4] ondertekenende brief van 17 juni 2004 aan [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] overgelegd, waarin Daimler jegens [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] een beroep doet op het “Hoofdelijk Mededebiteurschap lease-overeenkomsten”. Voorts heeft [naam 4] op 5 maart 2013 verklaard, dat een dergelijke brief altijd binnen de contractstermijn van 3 maanden aan betrokkenen werd verzonden. Voorts heeft Daimler overgelegd de brief van 23 augustus 2004 van Daimler – ondertekend door eveneens [naam 2] en [naam 4] – aan het [deurwaarderskantoor] waarin wordt gemeld dat ook de “Hoofdelijke Mededebiteuren” voor de vordering van Daimler op Two Beats BV zijn aangeschreven. Vervolgens heeft [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] aan zijn verplichting uit de overeenkomsten “Overeenkomst Hoofdelijk Mededebiteurschap” uitvoering gegeven door in een periode van bijna 8 jaar – vanaf oktober 2004 t/m februari 2012 – geregeld betalingen te doen tot een totaalbedrag van € 42.830,00 zonder in die tussentijd jegens Daimler te stellen dat hij tot betaling van die bedragen niet gehouden is omdat de rechtsgrond daartoe ontbreekt.
Onder deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de brief van 17 juni 2004 – en daarmee binnen de drie maanden termijn na beëindiging van de leaseovereenkomst op 5 mei 2004 – [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] heeft bereikt. Bovendien is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar na 8 jaar zich te hebben gedragen dat hij op grond van de overeenkomst gehouden is tot betalingen aan Daimler met een enkele betwisting de ontvangst van de brief van 17 juni 2004 te ontkennen en daarmee Daimler na zeer lange tijd in een lastige, zo niet onmogelijke bewijspositie te brengen.
18.
Vervolgens rijst de vraag of [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] haar toestemming had te geven aan de Overeenkomsten Hoofdelijk Mededebiteurschap, en zo ja, of die overeenkomsten gelet op de opschortende voorwaarde in werking zijn getreden en voor zover die overeenkomsten in werking zijn getreden of [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] die overeenkomsten op goede gronden buitengerechtelijk heeft vernietigd.
19.
Two Beats BV hield zich sedert 1999 bezig met de inkoop en verhuur van medische apparatuur. [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] en [naam 3] waren de bestuurders van deze vennootschap. Voor het bezoek van de bestuurders aan leveranciers en klanten past een representatieve auto met een zakelijke succesvolle uitstraling. In dit licht bezien is naar het oordeel van de kantonrechter op zichzelf het aangaan van leaseovereenkomsten voor twee auto’s ten behoeve van de bestuurders van de vennootschap een rechtshandeling die geschiedt ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening. Dit brengt met zich mee dat op grond van de artikelen 1:88 lid 5 jo 1:88 lid 1 sub c BW voor het aangaan van de Overeenkomsten Hoofdelijk Mededebiteurschap niet de toestemming van de echtgenotes van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] en [naam 3] was vereist.
Op zichzelf is denkbaar dat bijvoorbeeld in het geval de financiële verplichtingen uit de leaseovereenkomsten zodanig hoog zijn dat zij in redelijkheid (nagenoeg) niet uit de inkomsten van de vennootschap kunnen worden voldaan sprake is van rechtshandelingen die niet passen in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de betrokken vennootschap. Voor een dergelijke uitzonderlijke situatie hebben [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] echter de concrete feiten en omstandigheden te stellen. De komst van een accountmanager is, mede in het licht van de door Daimler gegeven toelichting, op zichzelf onvoldoende. Eveneens is op zichzelf onvoldoende dat de vennootschap ruim een jaar later failliet gaat. [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] hebben in het bijzonder te stellen en bij betwisting te onderbouwen dat de financiële middelen ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten voor de vennootschap te hoog waren, er onvoldoende reëel perspectief was dat die financiële situatie zou verbeteren en dat [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] over hun financiële situatie jegens Daimler volledige opening van zaken hebben gegeven. Die nadere feiten en omstandigheden heeft [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] niet gesteld en onderbouwd.
Dit leidt ertoe dat de Overeenkomsten Hoofdelijke Mededebiteurschap terstond in werking zijn getreden en dat deze overeenkomsten niet door [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] op grond van de artikelen 1:88 jo 1:89 BW buitengerechtelijk kunnen worden vernietigd.
20.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] in conventie wordt afgewezen.
21.
Vervolgens rijst de vraag of [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] gehouden zijn tot betaling van de per 27 maart 2012 bestaande restschuld van € 62.326,41.
22.
Tussen partijen is niet in geschil dat dit bedrag vooral betrekking heeft op de hoge contractuele rente van 18%, de jaarlijkse berekeningsmethodiek van rente op rente, de betrekkelijk geringe inkomsten van [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] in de afgelopen 8 tot 10 jaar, de aflossingsbedragen die [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] konden opbrengen ten opzichte van de hoge contractuele rente te gering waren om binnen een redelijke termijn de gehele vordering inclusief de hoge contractuele rente te voldoen, de lange duur die met de aflossing van de hoofdsom en de contractuele rente is gemoeid, [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] nog zeer vele jaren substantieel in hun inkomsten worden beperkt als zij nog bijna € 70.000,00 met wettelijke rente aan Daimler hebben af te lossen en in het bedrag van € 70.000,00 vanwege het hoge bedrag aan contractuele rente niet alleen daadwerkelijke schade van renteverlies is begrepen maar tevens een substantieel bedrag aan winst.
Voorts leidt de kantonrechter uit hetgeen partijen hebben verklaard en aan stukken hebben overgelegd af, dat [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] de kosten en de rente van de aan [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] geleasde auto nagenoeg hebben voldaan en de resterende vordering vooral betrekking heeft op de aan [naam 3] geleasde auto. [naam 3] of zijn vrouw hebben geen enkele betaling verricht.
Voorts staat vast dat de incasso gemachtigde van Daimler na de brief van 14 maart 2012 Daimler heeft geadviseerd het dossier jegens [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] te sluiten. Daimler heeft aanvankelijk met dit advies ingestemd, maar is daar later op teruggekomen toen [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] de onderhavige gerechtelijke procedure zijn begonnen.
Na afweging van deze omstandigheden is het naar het oordeel van de kantonrechter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Daimler nog aanspraak maakt op een hoger bedrag dan € 2.500,00. De kantonrechter zal dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente toewijzen.
23.
Voor het incasseren van de vordering bij [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] heeft Daimler vanaf 2004 buitengerechtelijke werkzaamheden verricht. Gelet op de contractuele afspraken en de daadwerkelijk door Daimler gemaakte kosten, wijst de kantonrechter het primair gevorderde bedrag toe. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de datum van de eis in reconventie.
24.
Bij deze uitkomst van de procedure wordt [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] zowel in conventie als in reconventie veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Daimler gevallen. Gelet op het overwogene in r.ov. 3.3. van het tussenvonnis van 7 november 2012 gaat de kantonrechter ervan uit dat Daimler het door haar betaalde griffierecht bij de rechtbank Amsterdam, team civiel reeds heeft terugontvangen. Voorts zal de kantonrechter het salaris gemachtigde in reconventie vanwege de samenhang met de conventionele procedure beperken tot 1 punt.

BESLISSING

De kantonrechter:

in conventie

wijst de vordering af;
veroordeelt [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van Daimler gevallen, welke worden begroot op € 1.500,00 (2,5 punten) wegens salaris gemachtigde;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;

in reconventie

veroordeelt [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] tot betaling aan Daimler van:
a. € 2.500,00 wegens hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2012 tot aan de dag van algehele voldoening;
b. € 6.162,25 wegens buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2012 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [eisende partij in conventie / gedaagde partij in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van Daimler gevallen, welke worden begroot op € 250,00 (1 punt) wegens salaris gemachtigde;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen te Amsterdam, door mr. D.H. de Witte, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 maart 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.