Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
[eiser]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- namens [eiser] de conclusie van repliek;
- namens PPG de conclusie van dupliek.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
feiten en omstandigheden
Company pension schemes and savings plans
the courts and tribunals of the canton of Vaud, Switzerland”.
Doel:
Per 1 januari 2006 is de VUT-regeling bij werkgever afgeschaft voor alle werknemers die op 31 december 2005 jonger waren dan 55 jaar. Het bedrag dat jaarlijks voor de VUT-regeling gereserveerd dient te worden is vanaf 1 januari 2006 daarom afgenomen. Werkgever stelde jaarlijks in beginsel 4% van de salarissom beschikbaar voor de VUT-regeling. Nu niet de gehele 4% meer nodig is voor de financiering van de VUT-regeling, zijn partijen overeengekomen dit percentage per 1 januari 2011 beschikbaar te stellen aan alle werknemers voor een storting in het pensioen (waarbij de werkgever de voorkeur heeft dit via de bijspaarmodule op basis van beschikbare premie te realiseren).
Bandbreedte:
vordering
- geboren tussen 1 januari 1950 en 31 december 1954;
- op 31 december 2010 in dienst van PPG.
verweer
beoordeling
geschil
- een leidinggevende werknemer een arbeidsovereenkomst met een buitenlandse (zuster)vennootschap heeft;
- die buitenlandse vennootschap en leidinggevende werknemer besluiten de arbeidsovereenkomst te beëindigen;
- de voormalige werkgever al bijna 3 jaar niet meer in een contractuele relatie tot die werknemer staat;
- die leidinggevende werknemer niet bij zijn voormalige werkgever navraag doet over bijvoorbeeld de gevolgen van de beëindigde VUT-regeling;
- die leidinggevende werknemer in ieder geval uit de door hem ontvangen e-mails wist danwel kon weten dat de gevolgen van de beëindigde VUT-regeling in 2010 onderwerp van gesprek in de CAO onderhandelingen was;
- de werknemer voor zijn 65ste de arbeidsovereenkomst met die buitenlandse vennootschap beëindigt en in dat kader een substantiële vergoeding bedingt die hem in staat stelt het inkomensverlies tot zijn 65ste op te vangen;
- de CAO waarin de gevolgen van de beëindigde VUT-regeling is opgenomen niet op de werknemer van toepassing is en de werknemer ook niet voldoet aan de in de CAO opgenomen voorwaarden voor het verkrijgen van een pensioenstorting uit de gelden die voor de VUT-regeling waren gereserveerd;