Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechter
[eiser]
[gedaagde]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
feiten en omstandigheden
Door de verhuurder extra bijgeleverde diensten/goederen: Nuts voorzieningen, gemeentelijke belastingen, VVE kosten, stoffering, internet, TV, meubilair en witgoed.
Naar aanleiding van ons gesprek en de mondelinge afspraken die daar gemaakt zijn, de schriftelijke bevestiging.[..] Ik zal zelf zorg dragen voor TV & Internet en krijg hiervoor een maandelijkse korting van € 45,00 op de huurprijs van € 1290,00.De nieuwe huurprijs zal dan ook verlaagd worden naar € 1245,00. [..]
[..] Hieronder tref je de splitsing van de huur en overige kosten [..]Huur € 878,70GWL € 125Afvalstoffenheffing € 30,05Meubels € 98Waterschap € 13,25---------€ 1245
Vordering
primairverklaart voor recht dat tussen partijen een huurprijs inclusief servicekosten van € 1.245,00 geldt met ingang van 1 oktober 2012:
subsidiairbepaalt dat de (kale) huurprijs met ingang van 1 oktober 2012 wordt vastgesteld op € 878,70 per maand althans € 695,74 althans 684,02 per maand althans een huurprijs en ingangsdatum door de kantonrechter in goede justitie te bepalen;
Verweer
Beoordeling
- De huurovereenkomst is op 11 augustus 2012 ondertekend en in de eerste week na aanvang van de huurovereenkomst (1 september 2012) heeft [gedaagde] een huurkorting gevraagd, waarmee [eiser] heeft ingestemd. Binnen twee weken na deze afspraak heeft [gedaagde] een verzoek tot uitsplitsing van de all in-prijs gedaan bij de huurcommissie;
- kennelijk heeft [gedaagde] - verwezen wordt naar de mail bedoeld onder 1.f - ook aan [eiser] een splitsing in de huurprijs en de bijkomende kosten gevraagd, dan wel heeft [eiser] die specificatie uit eigener beweging verstrekt. [eiser] heeft derhalve in de eerste maand na aanvang van de huurovereenkomst een uitsplitsing van de kale huurprijs en de servicekosten gegeven;
- [gedaagde] heeft weliswaar gesteld het niet eens te zijn met de door [eiser] verstrekte uitsplitsing, doch hij heeft zijn standpunt op geen enkele wijze onderbouwd.
- alhoewel het terecht en noodzakelijk is dat op het overeenkomen van een all-inprijs een sanctie wordt gesteld om de verhuurder te stimuleren tot het afstappen van all in-prijzen- bij een all in-prijs wordt de huurder immers de mogelijkheid onthouden om de huurprijs en het servicekostenvoorschot te laten toetsen op grond van art. 7:247 e.v. en art. 259 BW - dient geoordeeld te worden dat de thans geldende sanctie van art. 7:258 BW, te weten dat de kale huurprijs blijvend op het minimale niveau 55 % van de maximaal redelijke huurprijs wordt gesteld, een onevenredig zware bestraffing van de verhuurder oplevert, zeker daar waar mogelijkheden tot huurharmonisatie daarna ontbreken;
- in de voorganger van art. 7:258 W, art. 11a-oud HPW was bepaald dat de huurder, indien een all in-prijs was overeengekomen, de huurcommissie
- in art. 7:258 BW zijn weliswaar de woorden “met redenen omkleed” niet meer opgenomen, doch uit de wetsgeschiedenis van art. 7:258 BW valt geenszins op te maken dat voornoemde bedoeling van de wetgever niet (meer) zou gelden voor de opvolger van art. 7:258 BW;
- ook uit het thans aanhangige wetsvoorstel 33 698 (TK 2012-2013, nr. 2) waarin art. 7:258 in die zin wordt gewijzigd dat de huurder pas naar de huurcommissie kan stappen nadat hij de verhuurder een voorstel tot uitsplitsing van de all in-prijs heeft gedaan en de verhuurder met dit voorstel niet instemt, valt op te maken dat het (nog steeds) de bedoeling van de wetgever is dat de verhuurder eerst nog de mogelijkheid wordt geboden om de all in-prijs uit te splitsen, voordat de zware sanctie van art. 7:258 W aan de orde is.