Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1],
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 april 2013, met producties,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid tevens houdende exceptie tot aanhouding wegens litispendentie dan wel connexiteit zijdens [gedaagde 1], met producties,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid tevens houdende exceptie tot aanhouding wegens connexiteit zijdens Amarentio en Miglione, met producties,
- de rolbeslissing van 9 oktober 2013 houdende pleidooibepaling,
- het proces-verbaal van de zitting van 25 februari 2014 met de daarin genoemde stukken en
- het faxbericht van 4 maart 2014 van mr. Le Poole.
2.De feiten voor zover van belang in het incident
The Grantor[[eiser]]
and the Beneficiary[de vader]
have reached agreement on the donation of the Shares’. De schenkingsovereenkomsten (onder 2.2) vormden de titel voor de levering van de aandelen op 5 maart 2010.
schenking’ vermeld.
3.De vordering in de hoofdzaak
4.Het geschil in het incident
5.De beoordeling in het incident
NJ2008/80 (
Freeport/Arnoldsson). De rechtsgrondslagen moeten bij de beoordeling van artikel 6 lid 1 EEX-Vo echter wel in beschouwing worden genomen, alsook de andere noodzakelijke elementen van de zaak. Uitgaande van de stellingen van [eiser] is de rechtbank van oordeel dat de rol van TAF wezenlijk verschilt van die van [gedaagden gezamenlijk] De rol van TAF beperkt zich immers tot het verlenen van medewerking aan de inschrijving van de aandelen op naam van [eiser] in haar aandeelhoudersregister, in tegenstelling tot de actieve rol die [gedaagden gezamenlijk], nog altijd uitgaande van de stellingen van [eiser], op grond van de vordering zouden hebben. Bovendien is gesteld noch gebleken dat TAF en [gedaagden gezamenlijk] onderling dusdanig sterk verweven zijn, dat reeds uit hoofde daarvan een nauwe band aanwezig moet worden geacht. Materieel bezien zijn de rechtshandelingen van TAF enerzijds en [gedaagden gezamenlijk] anderzijds duidelijk van elkaar te onderscheiden, aangezien de door TAF verrichte en door [eiser] thans beoogde handelingen van TAF betrekking hebben op de erkenning en de inschrijving van de aandelenoverdracht, maar niet zien op enige (door haar uit te voeren of reeds door haar uitgevoerde) leveringshandeling.
6.In de hoofdzaak
7.De beslissing
23 april 2014voor uitlating bij akte door [eiser] omtrent het verdere verloop van de procedure tegen TAF en houdt iedere verdere beslissing in die zaak aan.