Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 mei 2013,
- de akte houdende overlegging producties zijdens de Gemeente,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 9 oktober 2013, waarbij een comparitie is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 9 december 2013 en de daarin vermelde processtukken.
2.De feiten
in aanmerking nemende:
dat Telesquash uit hoofde van de beide met de Gemeente gesloten erfpachtovereenkomsten niet gehouden was (is) (de realisatie en aanwezigheid van) De Hemboog op de huidige locatie noch op enige andere locatie op, in en boven het Perceel te gedogen, hetgeen de Gemeente onder meer bij brieven d.d. 17 mei 2000 en 8 augustus 2002 aan Telesquash heeft bevestigd;
dat Telesquash ook overigens, op grond van de verdere gegevens, niet kon en mocht verwachten dat De Hemboog op de huidige locatie op, in en boven het Perceel zou worden opgericht;
De nog te vergoeden schade in fase 1 (geleden schade) bestaat uit de volgende onderdelen:
[naam 2](hierna: de commissie), het bindend advies van 3 mei 2010 beoordeeld. Op 22 april 2013 heeft deze commissie een advies (hierna: Advies Van Arnhem) uitgebracht. Dit advies luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
CONCLUSIE
3.Het geschil
4.De beoordeling
Substantiëringsplicht
[naam 3]betwist Telesquash dat sprake is van een dubbeltelling.
In de taxatie van de schade is uitsluitend betrokken de extra financiering welke optreedt door het uitblijven van huurinkomsten. De extra financiering door de gemiste huurinkomsten is berekend op basis van de aanvangshypotheek (€ 3.486.847,00) en de oplopende financieringskosten door gebrek aan kasstroom”.
904,00(2 punten × tarief € 452,00)