ECLI:NL:RBAMS:2014:1129

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 februari 2014
Publicatiedatum
11 maart 2014
Zaaknummer
2711972 EA VERZ 14-47
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van sommelier wegens alcoholgebruik tijdens werkuren

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 17 februari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen Amstel Hotel Maatschappij B.V. en een sommelier die op staande voet was ontslagen wegens het gebruik van alcohol tijdens werkuren. De sommelier, die meer dan 30 jaar in dienst was, had eerder een officiële waarschuwing ontvangen voor alcoholgebruik op de werkvloer. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet gerechtvaardigd was, omdat het hotel zelf de huisregels niet consequent had toegepast. Tijdens een evenement was het personeel namelijk wel toegestaan om alcohol te nuttigen, wat de situatie van de sommelier in een ander licht stelde. De kantonrechter concludeerde dat de beschuldigingen van het hotel onvoldoende waren onderbouwd en dat de sommelier niet op een zodanige wijze had gehandeld dat dit ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter wees het verzoek van Amstel Hotel tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af en bepaalde dat de proceskosten door beide partijen gedragen moesten worden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Zaaknummer: 2711972 EA VERZ 14-47
Beschikking van: 17 februari 2014
481

Beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

AMSTEL HOTEL MAATSCHAPPIJ B.V.

gevestigd te Amsterdam
verzoekster
nader te noemen Amstel Hotel
gemachtigde: mr. J.D.A. Domela Nieuwenhuis
t e g e n

[verweerder]

wonende te [woonplaats]
verweerder
nader te noemen [verweerder]
gemachtigde: mr. J.M. Bakx-van den Anker

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Amstel Hotel heeft, onder het voorbehoud dat de deze nog bestaat, een verzoek ingediend dat strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
[verweerder] heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is behandeld ter terechtzitting van 3 februari 2014. Amstel Hotel is verschenen bij [naam 1], [naam 2], [naam 3] en [naam 4], bijgestaan door de gemachtigde. [verweerder] is in persoon verschenen, vergezeld door de gemachtigde.
Tegelijkertijd met het onderhavige verzoek is behandeld de vordering in Kort Geding van [verweerder], kort gezegd strekkende tot tewerkstelling en doorbetaling van salaris.
Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht. Na verder debat is een datum voor beschikking bepaald.

BEOORDELING VAN HET VERZOEK

1.
Als gesteld en onvoldoende weersproken kan van het volgende worden uitgegaan:
1.1.
[verweerder], thans [leeftijd] jaar oud, is vanaf [datum] in dienst van Amstel Hotel, sinds [jaar] als sommelier van [rastaurant], tegen een salaris van thans € 3.982,51 bruto per maand te vermeerderen met emolumenten.
1.2.
het Personeels Informatie Handboek van Amstel Hotel (geldend tot en met december 2012) bepaalde:
“Roken, Alcohol & Drugs
Tijdens het werk mag je niet roken, behalve in de daarvoor bestemde ruimte buiten het hotel.
Het is verder niet toegestaan alcoholische dranken te gebruiken tijdens werkuren, tenzij (in beperkte mate), toegestaan door de directe chef. Het gebruik van drugs is nooit toegestaan.
Daarnaast is het niet toegestaan voor aanvang van je dienst alcohol, medicijnen of drugs te gebruiken, waardoor onbekwaamheid tot werken zou kunnen ontstaan.
Zowel op het ongeoorloofd nuttigen van ongeoorloofde dranken of het gebruik van drugs voor of tijdens je dienst volgt ontslag op staande voet.”
1.3.
de met ingang van januari 2013 geldende Huisregels van Amstel Hotel bepalen onder meer:
“Roken, Alcohol & Drugs
Tijdens het werk mag je niet roken, behalve in de daarvoor bestemde ruimte buiten het hotel.
Het is verder niet toegestaan alcoholische dranken te gebruiken tijdens werkuren. De enige uitzondering hierop is als het beroepsmatig noodzakelijk is. Het gebruik van drugs is nooit toegestaan.
Daarnaast is het niet toegestaan voor aanvang van je dienst alcohol, medicijnen of drugs te gebruiken, waardoor onbekwaamheid tot werken zou kunnen ontstaan.
Zowel op het ongeoorloofd nuttigen van ongeoorloofde dranken of het gebruik van drugs voor of tijdens je dienst volgt ontslag op staande voet.”
1.4.
bij brief van 14 december 2012 heeft Amstel Hotel [verweerder] een officiële waarschuwing gegeven wegens het drinken van alcohol tijdens het werk.
1.5.
op 18 november 2013 heeft Amstel hotel ter gelegenheid van de uitreiking van de Marie Claire awards in theater Carré de catering en het diner georganiseerd. Ten behoeve van dit evenement hebben de koks en het bedienend personeel van [rastaurant] (dat die dag gesloten was) die middag en avond in Carré gewerkt.
1.6.
op 25 november 2013 is [verweerder] geschorst in de uitoefening van zijn werkzaamheden naar aanleiding van gebeurtenissen in de nacht van 18 op 19 november 2103.
1.7.
bij ongedateerde brief, op 28 november 2013 per e-mail aan de gemachtigde van [verweerder] verzonden heeft Amstel Hotel [verweerder] op staande voet ontslagen. Als gronden noemt Amstel Hotel:
“Het in strijd met onze huisregels drinken van alcoholische drank zowel in de nacht van 18 op 19 november 2013, als bij eerdere gelegenheden, het aanzetten, althans uitnodigen van anderen om alcoholische drank te drinken en te handelen in strijd met de huisregels, het aldus ontvreemden van voorraad, het niet naar waarheid verklaren en het niet volledig meewerken aan het door ons ingestelde onderzoek (……).”
1.8.
bij brief van zijn gemachtigde van 29 november 2013 heeft [verweerder] de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen en heeft hij bevestigd dat hij bereid blijft de werkzaamheden te verrichten.
1.9.
Bij dagvaarding van 20 december 2013 heeft [verweerder] ten overstaan van de kantonrechter te Amsterdam gevorderd dat Amstel Hotel wordt veroordeeld om hem tewerk te stellen en zijn salaris door te betalen.

Verzoek en verweer

2.
Amstel Hotel verzoekt, voorwaardelijk, om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen in de zin van veranderingen in de omstandigheden van zodanige aard dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Amstel Hotel verzoekt daarbij om aan [verweerder] geen vergoeding toe te kennen.
3.
Daartoe stelt Amstel Hotel - kort gezegd - dat de handelwijze die [verweerder] wordt verweten, een grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst oplevert. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Het Amstel Hotel aangevoerd dat zij [verweerder] drie zaken verwijt, die alle drie strijd met de huisregels opleveren:
dat hij in de nacht van 18 op 19 november 2013 alcohol heeft gedronken.
dat hij bij eerdere gelegenheden tijdens het werk heeft gedronken.
dat hij anderen heeft aangezet, althans heeft uitgenodigd, om alcohol te drinken.
4.
Amstel Hotel heeft daaraan toegevoegd dat zij alle vertrouwen in [verweerder] heeft verloren. [verweerder] werkt al meer dan 30 jaar in [rastaurant] en heeft in zijn functie als sommelier een voorbeeldfunctie als het gaat om correct gedrag. Dat geldt zeker voor de toepassing van de huisregels op het gebied van het gebruik van alcohol.
5.
Uit de door de andere betrokkenen afgelegde verklaringen blijkt voorts dat [verweerder] geen openheid van zaken heeft gegeven over hetgeen in de nacht van 18 op 19 november 2013 is voorgevallen. Uit hetgeen [verweerder] verklaart moet verder woerden afgeleid dat hij meent dat de anderen hebben gelogen; ook op die grond in een verdere vruchtbare samenwerking uitgesloten.
6.
[verweerder] betwist dat er gewichtige redenen voor ontbinding zijn in de door Amstel Hotel bedoelde zin en verzet zich tegen de door Amstel Hotel verzochte ontbinding. [verweerder] verzoekt, voor het geval de kantonrechter de arbeidsovereenkomst zal ontbinden, om hem een vergoeding van € 369.000,- bruto ten laste van Amstel Hotel toe te kennen.
7.
[verweerder] voert - kort gezegd – aan dat hij ten onrechte wordt beschuldigd. Het enige dat er waar is van alle beschuldigingen aan zijn adres is, dat hij in de nacht van 18 op 19 november 2013, na een lange avond in Carré, een slok rode wijn heeft gedronken en ook een slok rode wijn aan [naam 5] heeft aangeboden. Dat is gewoon in de pantry gebeurd, in alle openheid, onder het oog van de camera. [verweerder] heeft daarvoor toen, na het gesprek op 20 november 2013 geen waarschuwing gekregen, is niet geschorst en heeft gewoon doorgewerkt, aldus steeds [verweerder]. [verweerder] meent dat hij dit beter niet had kunnen doen, maar voegt daaraan toe dat de sanctie die Amstel Hotel heeft laten volgen disproportioneel is. Hij meent voorts dat zijn handelwijze ook onvoldoende ernstig is om op die grond de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
8.
Alle andere beschuldigingen zijn volgens [verweerder] onwaar en worden dan ook niet of nauwelijks bevestigd door anderen die door Amstel Hotel zijn gehoord. Van de op 20 en 21 november 2013 afgenomen verklaringen, noemen 7 betrokkenen de naam van [verweerder] niet en één ([naam 5] ) noemt [verweerder] alleen in verband met de slok rode wijn. Alleen [naam 6], ([leeftijd]) verklaart op 20 november 2013 dat [verweerder], na terugkeer in het hotel, heeft gezegd dat men nog een glaasje mochten drinken en dat [verweerder] en een aantal anderen ook champagne heeft gedronken, [verweerder] in ieder geval meer dan een half glas. Het geeft te denken dat een aantal van de betrokkenen, toen zij op 25 november 2013 opnieuw zijn gehoord, zich opeens meer of anders herinneren, aldus [verweerder].
9.
Bij [verweerder] bestaat heel duidelijk de indruk dat Amstel Hotel een stok heeft gezocht om de hond mee te slaan, en zich daarbij is gaan richten op [verweerder], die blijkbaar te duur is. In dat licht ziet [verweerder] de verklaringen die door de betrokkenen in de “tweede ronde” zijn afgelegd, en waarbij veel meer betrokkenen [verweerder] zijn gaan noemen, kennelijk in ruil voor een minder zware maatregel voor zichzelf.

Beoordeling

10.
In deze procedure dient de kantonrechter er veronderstellenderwijs vanuit te gaan dat de arbeidsovereenkomst in stand is gebleven. Uitgaande van die veronderstelling moet beoordeeld worden of er sprake is van veranderingen in de omstandigheden, dusdanig dat deze grond vormen om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
11.
Amstel Hotel heeft aangevoerd dat op 18 november 2013 ongeveer om 22.00 uur [naam 3]naar Carré is gekomen om het personeel te bedanken voor het harde werk, en daarbij gezorgd heeft voor een flesje bier en sandwiches. [naam 3] heeft met het personeel geproost, hen bedankt en met hen een sandwich gegeten en een biertje gedronken. Na ongeveer een kwartier heeft hij het personeel weet aan het werk gezet en is hij vertrokken. Omdat het zo’n bijzondere gelegenheid was had [naam 3], in overleg met de [naam 7], besloten toestemming te geven voor het nuttigen van een alcoholische consumptie. Dat is ook overeenkomstig het geldende beleid, aldus steeds Amstel Hotel.
12.
Vast staat dat [verweerder] op 18/19 november 2013 een slok rode wijn heeft gedronken en ook een slok rode wijn aan [naam 5] heeft aangeboden. Dat levert strijd met de geldende huisregels op, nu als vast staand wordt aangenomen dat het drinken niet beroepsmatig nodig was. De verwijten, onder 3, a en c worden [verweerder] dan ook terecht gemaakt. In de gegeven omstandigheden wordt deze handelwijze van [verweerder], ondanks de eerder gegeven waarschuwing, als onvoldoende ernstig aangemerkt om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Immers heeft Amstel Hotel zelf de huisregels met betrekking tot het gebruik van alcohol niet consequent toegepast. Zij heeft immers het personeel in Carré de betreffende avond bier aangeboden. En dit terwijl de thans geldende huisregels (zie onder 1.3) bepalen dat het nooit is toegestaan om tijdens werkuren alcohol ter gebruiken, met als enige uitzondering de situatie dat het alcoholgebruik beroepsmatig nodig is. De uitzondering van toestemming van de chef of het management wordt niet genoemd.
13.
De overige verwijten van Amstel Hotel aan het adres van [verweerder] betreffen het eerder drinken van alcohol tijdens het werk en het op 18/19 november 2013 aanzetten van anderen tot het drinken van alcohol (behoudens de slok rode wijn van [naam 5]).
14.
De kantonrechter is van oordeel dat Amstel Hotel deze beschuldigingen, met de thans bekende gegevens, onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. [verweerder] heeft er terecht op gewezen dat van de negen op 20 en 21 november 2013 door Amstel Hotel gehoorde getuigen er slechts één is die op deze punten een voor [verweerder] belastende verklaring heeft afgelegd. Dat is onvoldoende om daar de door Amstel Hotel gewenste conclusies aan te verbinden. Aan de verklaringen die in de “tweede ronde” zijn afgelegd zal de kantonrechter slechts een beperkt gewicht toekennen. De verklaringen zijn afgelegd in de periode 25 november tot 4 december 2013, en dateren dus deels van na het gegeven ontslag. Bovendien kan de vraag worden gesteld of de verklaringen steeds in alle vrijheid zijn afgelegd, nu blijkens de verklaringen aan een aantal betrokkenen is gevraagd, of zij nog iets hebben toe te voegen aan de eerdere verklaring, “nu alle betrokkenen zijn gehoord en ook de camerabeelden zijn uitgekeken”.
15.
Voorts wordt meegewogen dat [verweerder] al meer dan 33 jaar in dienst is van Amstel Hotel en dat hij een goede staat van dienst heeft.
16.
De opmerking van Amstel Hotel over de voorbeeldfunctie van [verweerder] hangt samen met de (niet aangetoonde) beschuldigingen aan zijn adres en kunnen dan ook geen zelfstandige grond voor ontbinding vormen. Hetzelfde geldt voor de opmerking dat [verweerder] in feite de andere betrokkenen voor leugenaar uitmaakt; Amstel Hotel ziet daarbij over het heeft dat [verweerder] het recht heeft om zich tegen (in zijn ogen onterechte) beschuldigingen te verweren.
17.
De kantonrechter volgt Amstel Hotel niet in haar mening dat een vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk is. Ongetwijfeld zal er wel een gesprek met de betrokkenen plaats moeten vinden.
18.
Gelet op al het bovenstaande zal het verzoek van Amstel Hotel worden afgewezen.
19.
Er zijn termen om de kosten tussen partijen te compenseren.

BESLISSING

De kantonrechter:

Onder het voorbehoud dat de arbeidsovereenkomst thans nog bestaat

wijst het verzoek af;
bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt.
Aldus gegeven door mr. T.M.A. van Löben Sels, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 februari 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter