ECLI:NL:RBAMS:2013:CA3779
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.H. van Benthem
- H.J.M. Baldinger
- B. Poelert
- Rechtspraak.nl
Overlevering naar Polen toegestaan, ne bis in idem verweer verworpen
Op 12 maart 2013 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 3 januari 2013, naar aanleiding van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat op 2 augustus 2011 was uitgevaardigd door de President van de Regionale Rechtbank in Gdansk, Polen. De opgeëiste persoon, geboren in Duitsland in 1979 en thans gedetineerd in Nederland, werd bijgestaan door zijn raadsman en een tolk tijdens de openbare zitting op 26 februari 2013.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De verdediging voerde aan dat er een ne bis in idem situatie zou zijn, omdat er een strafrechtelijk onderzoek in Duitsland gaande zou zijn met betrekking tot dezelfde feiten. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen bewijs is dat Duitsland de vervolging heeft overgenomen van de Poolse autoriteiten en dat de ne bis in idem regel niet van toepassing is. De officier van justitie stelde dat de Duitse autoriteiten geen onderzoek meer voerden, wat door de rechtbank werd bevestigd.
De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd, omdat het niet mogelijk was om binnen de wettelijke termijn uitspraak te doen. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, omdat het EAB voldeed aan de wettelijke eisen en er geen belemmeringen waren voor de overlevering. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de beslissing werd op dezelfde dag openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de OLW.