1.Tot uitgangspunt dient het navolgende:
1.1.Op 1 november 2008 is de thans [--]-jarige [eiseres] op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij Confesso BV als planner in dienst getreden. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is op 7 oktober 2010 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, waarbij het salaris is gesteld op € 3.250,00 bruto per maand, exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
1.2.[naam], de algemeen directeur van Confesso BV, deelt de werknemers bij e-mail van 27 februari 2012 meld, dat bij de rechtbank Alkmaar het faillissement van Confesso BV is aangevraagd en dat [naam] niet gerechtigd is de salarissen over februari 2012 uit te betalen.
1.3.Bij brief van 5 maart 2012 deelt mr. A.H.J. Dunselman aan (onder meer) [eiseres] mede, dat Confesso BV bij vonnis van de rechtbank Alkmaar van 28 februari 2012 in staat van faillissement is verklaard met benoeming van mr. Dunselman tot curator. In de brief zegt curator [naam] het dienstverband met [eiseres] op tegen de eerst mogelijke datum.
1.4.De curator [naam] bericht - kennelijk onder meer aan [eiseres] - bij e-mail van 8 maart 2012, dat op 6 maart 2012 de eerste besprekingen met een aantal gegadigden over een eventuele doorstart van Confesso BV hebben plaatsgevonden.
1.5.Bij e-mail van vrijdag 9 maart 2012 te 18:05 uur laat curator Dunselman onder meer [eiseres] weten dat met TMI BV over een doorstart van de onderneming van Confesso BV overeenstemming is bereikt. [eiseres] zal uiterlijk maandag 12 maart 2012 worden benaderd over het al dan niet sluiten van een (nieuwe) arbeidsovereenkomst met TMI BV.
1.6.TMI BV is een detacheringsbedrijf in de zorg en gespecialiseerd in detachering op het gebied van verpleegkundige en paramedische disciplines.
1.7.Op vrijdagavond 9 maart 2012 brengen [naam] en [naam], beide directeuren van TMI BV, een bezoek aan het kantoor van Confesso BV, waarbij onder meer kennis wordt gemaakt met de nog aanwezige medewerkers van Confesso BV en een gesprek plaatsvindt met [naam](toen HR manager bij Confesso BV).
1.8.Op 12 maart 2012 biedt TMI BV [eiseres] een arbeidsovereenkomst aan. Voorts nodigt de HR manager van TMI BV [eiseres] bij e-mail van 12 maart 2012 uit voor een gesprek over de arbeidsvoorwaarden.
1.9.[eiseres] stelt bij e-mail van 22 maart 2012 enige wijzigingen op de toegezonden arbeidsovereenkomst voor. De (gewijzigde) arbeidsovereenkomst wordt op 23 maart 2012 door [eiseres] ondertekend. In de ondertekende arbeidsovereenkomst komen TMI BV en [eiseres] overeen, dat [eiseres] met ingang van 10 maart 2012 op basis van een werkweek van 40 uur voor de duur van een jaar bij TMI BV in dienst treedt in de functie van medewerker Flexbureau tegen een salaris van € 3.250,00 bruto per maand.
1.10.Bij schriftelijke verklaring van 26 maart 2012 geeft [eiseres] aan TMI BV toestemming tot overname van en inzage in haar personeelsdossier bij Confesso BV.
1.11.[eiseres] laat haar collega’s bij e-mail van 21 december 2012 weten, dat haar contract begin maart 2013 afloopt en niet wordt verlengd. [eiseres] vindt dit jammer, maar gaat op zoek “naar een nieuwe uitdaging voor 2013!”.
1.12.De gemachtigde van [eiseres] bericht TMI BV bij brief van 28 februari 2012, dat TMI BV op grond van recente jurisprudentie van de Hoge Raad als opvolgend werkgever is te beschouwen, zodat de arbeidsovereenkomst met [eiseres] voortduurt en niet op 12 maart 2013 na ommekomst van de bepaalde termijn eindigt.
1.13.De gemachtigde van TMI BV reageert bij e-mail van 6 maart 2013 en betwist dat TMI BV opvolgend werkgever van Confesso BV is.
1.14.Hierop volgt nog enige correspondentie, waarin beide partijen in hun standpunt volharden.