ECLI:NL:RBAMS:2013:CA0590
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verstrekking van een kort geding vordering tot betaling van huurachterstand en buitengerechtelijke kosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 mei 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] vorderde betaling van een huurachterstand van € 6.036,00 tot en met april 2013, alsook buitengerechtelijke incassokosten van € 593,60 en toekomstige huurtermijnen van € 1.350,00 per maand. De gedaagde partij, [gedaagde], is niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij behoorlijk was opgeroepen. Tijdens de zitting op 3 mei 2013 heeft [eiser] zijn vordering toegelicht en verklaard dat hij geen uitstel wenste. De gedaagde had eerder een verzoek tot uitstel ingediend, maar dit werd niet door [eiser] gesteund en de rechter oordeelde dat er geen gronden waren om het uitstel toe te staan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde nalatig was in haar verplichting tot tijdige betaling van de huur, wat heeft geleid tot een huurachterstand. De rechter oordeelde dat de gedaagde onvoldoende had onderbouwd waarom zij niet in staat was om de huur te betalen en dat het verzoek om uitstel niet was goedgekeurd. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] tot betaling van de huurschuld toegewezen, maar de vordering tot betaling van toekomstige huurtermijnen werd afgewezen, omdat deze niet in de kort geding procedure kon worden behandeld. Ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten werden afgewezen, omdat niet was aangetoond dat aan de wettelijke eisen was voldaan.
De uitspraak leidde tot de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 7.386,00 aan [eiser] wegens huurschuld tot en met mei 2013, met de verklaring dat deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad is. De kantonrechter heeft de overige vorderingen afgewezen, waarmee de zaak werd afgesloten.